Bijdrage Joël Voordewind aan het voortgezet algemeen overleg Krimp in het onderwijs (AO d.d. 27/6)

donderdag 04 juli 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderwerp:   VAO Krimp in het onderwijs (AO d.d. 27/6)

Kamerstuk:    31 293

Datum:            4 juli 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit Kamerlid is nog niet gekrompen, maar misschien gebeurt er nog iets bijzonders op deze lange dag.

We kijken terug op een debat met de staatssecretaris over de kleinescholentoeslag. Het mag duidelijk zijn — dat hebben we in dat debat ook helder gemaakt — dat de ChristenUnie tegen afschaffing van de kleinescholentoeslag is. De schoolbesturen zijn volgens de ChristenUnie prima in staat om, als het onverantwoord is om locaties open te houden, zelf die locaties te sluiten. Wij zien deze reorganisatie dan ook als niets anders dan een pure samenwerkingsbonus, waardoor de pluriformiteit en dus ook de onderwijsvrijheid onder druk komen te staan.

Om nog aandacht te vragen voor twee zaken dien ik twee moties in. De eerste motie gaat over de kleine richtingen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij de uitwerking van het beleid over krimp in het onderwijs pluriformiteit en keuzevrijheid een groot goed en wettelijk verankerd recht zijn;

overwegende dat onder meer de kleine richtingen van het bijzonder onderwijs in hun positie worden getroffen door de afschaffing van de kleine scholentoeslag;

overwegende dat deze scholen van de kleine richtingen nu vaak al bovenregionaal zijn georganiseerd;

verzoekt de regering, de consequenties van de uitwerking van de plannen over krimp in het onderwijs voor de kleine richtingen in kaart te brengen en daarover bij de uitwerking van het beleid nader te rapporteren;

verzoekt de regering tevens, met deze richtingen in overleg te treden over de specifieke effecten en de positie van deze bovenregionaal georganiseerde schoolbesturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Rog en Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 169 (31293).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Een ander schrijnend probleem dat zich de komende tijd voordoet, is de werkloosheid van leraren. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de werkloosheid onder leraren is gestegen, maar dat het onderwijs vanaf 2015 juist kampt met een tekort aan leraren door vergrijzing;

van mening dat talenten voor het onderwijs behouden moeten blijven en dat de positie van startende docenten moet worden versterkt;

verzoekt de regering, binnen het lerarenbudget de komende twee jaar geld te reserveren voor een overbruggingsregeling voor afgestudeerde leerkrachten basisonderwijs die werkloos zijn;

verzoekt de regering tevens, het budget via de arbeidsmarktplatforms primair onderwijs, gericht en regionaal in te zetten in regio's waar lerarentekorten optreden vanaf 2015,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Ypma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 170 (31293).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug