Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg Raad Buitenlandse Zaken

woensdag 06 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken

Onderwerp:   Raad Buitenlandse Zaken

Kamerstuk:    21 501 - 02

Datum:            6 maart 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Dat was een goede laatste vraag. Ik sluit me ook aan bij de complimenten over het optreden van de minister in Rusland. Hij heeft niet met meel in zijn mond gesproken, maar is duidelijk opgekomen voor de mensenrechtenpositie in Rusland. Ik wil ook mijn complimenten geven richting minister Ploumen, nu zij -- mogelijk met aanmoediging van de Partij van de Arbeid en ondergetekende -- haar hulp richting de Syrische vluchtelingen breder gaan inzetten dan alleen hoofdzakelijk via UNHCR. Ik ben daar alleen maar blij mee, omdat ik weet dat UNHCR op bepaalde plekken tot nu toe geen hulp heeft kunnen geven. Hiermee bereiken we dus de mensen die echt in het nauw zitten, met name in de niet-regeringsgebieden van Syrië.

Ik heb eerder gepleit om voor de niet-geregistreerde vluchtelingen in Libanon toch het een en ander te kunnen doen. Ik heb kennisgenomen van de brief die het kabinet heeft gestuurd. Dank daarvoor! Ik begrijp alleen de conclusie van UNHCR over de niet-geregistreerde vluchtelingen niet. UNHCR constateert dat er weinig animo was om zich alsnog te registreren en trekt daaruit de conclusie dat er kennelijk geen behoefte is aan hulp. Dat is echt een bagatellisering van de angst die er nog steeds bij niet-geregistreerden zit om zich wel te registreren, omdat zij weten dat deze gegevens bij de Hezbollah terecht zouden kunnen komen, en via de Hezbollah ook weer bij Assad. Ik vind het voorts kwalijk dat de cijfers gebagatelliseerd worden. We weten van bijvoorbeeld Stichting Vluchteling, die ter plekke aanwezig is, dat het aantal niet-geregistreerden niet sterk afneemt. Het gaat nog steeds om een orde van grootte van tienduizenden niet-geregistreerden. Ik kon me dus niet vinden in het gestelde over de UNHCR in de brief.

Ik kom te spreken over Israël. De EU heeft blijkbaar het voornemen om de producten uit de Westbank te labelen. Wij hebben daar twee weken geleden al over gesproken, maar het blijkt nu serieuzer te worden. De minister heeft zich daar eerder ook positief over uitgesproken. Ik verbaas me toch een beetje over die houding van de minister. Hij wil zich immers laten kennen als een bruggenbouwer en wil geen barrières opwerpen. Wat zou dit nu kunnen bijdragen aan het vredesproces? Dat is immers het belangrijkste voor deze minister. Verwacht hij nu echt dat door het labelen van de producten uit de Westbank partijen nu wel om de tafel gaan zitten? Hoe zal dit uitwerken voor de werkgelegenheid, met name voor de Palestijnen? De commissie heeft eerder een bezoek gebracht aan de Westbank en heeft gezien dat enorm veel Palestijnen juist baat hebben bij projecten. Veel projecten zijn ook gemengde projecten van Israëliërs en Palestijnen. Kortom, ik hoor graag een reactie van de minister op deze houding. Ik hoop niet dat dit zal leiden tot Israël bashing. Ik kan me dat overigens ook niet voorstellen van deze minister, want hij heeft daar juist afstand van genomen toen hij aantrad. Een volgend punt is Egypte. Ik heb na afloop van het vorige debat het filmpje van Novum Nieuws nog even teruggekeken. De minister gaf daarin aan, zelf ook sterk te twijfelen of we nu de weg op moeten zoals die eerder is ingezet. "Less for less, more for more." De minister zei toen: ik neig nu toch wel naar "less for less". Hoe is dat gevallen bij de Raad Buitenlandse Zaken? Delen de collega-ministers de toch wat weifelende houding van de minister? Is er tussen de EU-ministers ook gesproken over de overweging om dit toch daadwerkelijk te koppelen aan het vrijgeven van de IMF-lening. Het gaat immers niet om een klein bedrag, het gaat om 4,8 miljard dollar die het IMF zou willen vrijgeven. Ik begrijp dat de Amerikanen ook erg uitkijken naar de hervormingen die het IMF voorstelt richting Egypte, teneinde daar eventueel ook verdere tranches van de Amerikanen aan te koppelen. Ik hoor daarop graag een reactie van de minister.

Ik begrijp dat Nederland besloten heeft om verdergaande wapenleveranties aan Egypte toe te staan. Kan de minister dat bevestigen? Ik zie daar toch weer een beetje een dubbele houding in. Aan de ene kant twijfelt de minister, maar aan de andere kant gaan we door met het leveren van wapens.

Waarin verschilt Morsi nu met de voormalig president Mubarak als het gaat om de bescherming van mensenrechten, de bescherming van vrouwen en minderheden en de anti-Israëlretoriek? Kan de minister een aantal onderscheidende punten noemen? Ik zie ze namelijk niet. Kan de minister ook een duiding geven over de inhoud van de Grondwet en de Kieswet? Uit welke elementen wordt de hoop geput dat we de goede kant opgaan? De Kamer heeft tijdens een vorig debat Kamerbreed aangedrongen op een formele EUwaarnemingsmissie naar Egypte. Ik ben blij dat dit gebeurt. Dat is een lichtpuntje. Hoe duidt de minister die ontwikkelingen tegen de achtergrond van andere ontwikkelingen, zoals de zeven doden die gisteren weer zijn gevallen bij Port Said en de demonstranten? Bewijst Egypte Europa lippendienst in de hoop dat Europa gewoon doorgaan met het geven van geld? Of ziet de minister nu daadwerkelijke vorderingen?

Ik wil ten slotte nog iets zeggen over Saudi-Arabië. Het staat niet op de agenda, maar het is wel bijzonder dat wij over alle landen in het Midden-Oosten praten behalve over Saudi-Arabië. Ik wijs op de mensenrechtenrapporten waaruit blijkt dat er in de afgelopen paar dagen weer zeven jonge mannen ter dood zijn veroordeeld, van wie er een nog een keer gekruisigd is. Dat gebeurt zonder eerlijk proces, met martelingen, met mishandelingen. Wordt het geen tijd dat de mensenrechtenpositie in Saudi-Arabië ook op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken komt te staan?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug