Bijdrage Joël Voordewind aan AO Verzamel algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid.

donderdag 10 november 2011

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de algemene commissie voor Immigratie en Asiel met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie in een algemeen overleg met minister Leers voor Immigratie en Asiel en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie.

Onderwerp:    Verzamel algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid

Kamerstuk:    27 062

Datum:             10 november 2011

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik steun de oproep van de heer Spekman voor nader onderzoek. We moeten zeker weten hoe de vergelijking gemaakt zou kunnen worden. Ik lees nog steeds in de cijfers dat 21% minder via Perspectief in de illegaliteit terecht is gekomen. Met die cijfers moeten we ook rekening houden. Ik steun het pleidooi om een nader onderzoek te doen. Ik stel het op prijs als de minister dat zou ondersteunen, vooral omdat ook hij nog niet weet wat de alternatieven eventueel zijn en welke andere organisaties eventueel daarbij ingeschakeld kunnen worden. Ik begrijp dat de minister dat nog onderzoekt, maar we gooien nu het ene project weg terwijl we nog geen duidelijkheid hebben of er alternatieven zijn. Ik heb begrepen dat de minister ook de procedures van de amv's wil verkorten. Daarover komen we later nog te spreken. Ik krijg graag nog een reactie van de minister over de brief van Den Haag wat nu de risico's zijn als de gemeentes de hulp aan de amv's stoppen.

Ik heb in het onderzoeksrapport van de inspectie naar Nidos gelezen dat er twee belangrijke knelpunten zijn. De eerste is de lengte van de procedure. Die levert veel problemen op voor de amv's. De tweede is de veiligheid en passend woongebied, met name binnen de grootschalige asielzoekerscentra (azc's). Ik heb begrepen dat de minister de meeste van de aanbevelingen oppakt. Er komt een vervolgonderzoek met betrekking tot een passende woonomgeving. Wanneer verwacht de minister de resultaten van dit onderzoek met zijn reactie naar de Kamer te sturen?

Ik geef hier ook ondersteuning aan het interruptiedebatje met de heer Knops over de positie van Nidos en de voogd bij de rechtsgang. Ik ben erg benieuwd hoe de minister hierop reageert om te bekijken of we inderdaad de positie gelijk kunnen trekken van de voogd in de procesgang, zoals we die kennen bij de kinderrechter en de jeugdzorg. Dat zou echt een stap vooruit zijn. We wegen dan niet alleen de artikelen af met betrekking tot schrijnendheid naar het land van herkomst, maar ook de schrijnendheid met betrekking tot de gezinssituatie, in de meeste gevallen dus de pleegzorg, hier in Nederland. Dan betrekken we ook de leefomstandigheden, het recht op gezinsleven etc. zoals die hier in Nederland zouden kunnen zijn, bij de hele procesgang.

Ik begrijp dat de leges kostendekkend moeten zijn, maar nogmaals, ik wil graag inzicht in waar de kosten dan ontstaan, vooral de indirecte kosten. De Europese Commissie heeft benadrukt dat leges wel zijn toegestaan, maar dat het slechts om kosten moet gaan die direct verband houden met de aanvraag. Er mogen geen kosten in rekening gebracht worden die als blanco cheque gezien worden. Het is opmerkelijk dat de hoge leges in Nederland vragen oproepen bij de Commissie. Het ging hier nog maar om een bedrag van €433 waarbij Nederland al koploper was. Wat is het antwoord van de minister op deze vraag, ook van de Commissie? Hoe past dit beleid bij de opmerking van de minister dat hij wil openstaan voor migratie en oog wil hebben voor de positieve kanten van migratie? Dit gaat toch ook op voor de kennismigranten? We moeten vooral voorkomen dat Nederland zichzelf ook letterlijk uit de markt prijst met dit soort hoge leges.

Onlangs heeft de Kamer wetgeving aangenomen waardoor leges kunnen worden geheven voor de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Is de minister bereid deze leges op een reëel niveau vast te stellen, waarbij hij rekening houdt met het feit dat de meeste vluchtelingen hier echt met lege handen aankomen. We hebben het hierover al eerder in het plenaire debat gehad. Het zou toch triest zijn dat vluchtelingen die hier niets hebben, meteen met een hoge schuld worden opgezadeld. Als ze dan al in een procedure of vervolgprocedure zitten, mogen ze nog steeds niet werken. Ze kunnen die schuld dus ook niet inlopen.

De heer Fritsma (PVV): Ik begrijp het legesverhaal ten aanzien van vluchtelingen van de heer Voordewind niet helemaal. Als mensen vluchteling zijn, krijgen ze een asielvergunning. Als ze geen vluchteling zijn, krijgen ze geen asielvergunning. Mensen die in een asielprocedure zijn afgewezen, zijn in de eerste plaats geen vluchtelingen. In de tweede plaats geldt het legessysteem niet voor asielzoekers, wel voor mensen met een reguliere verblijfsvergunning. Ook in dat kader kan ik het niet helemaal plaatsen. Misschien kan de heer Voordewind het uitleggen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Op het moment dat een vluchteling uiteindelijk een reguliere vergunning krijgt, zal hij zijn leges moeten betalen, neem ik aan. Dat zal erg moeilijk zijn voor iemand die hier misschien een aantal jaren heeft zitten wachten, maar geen geld heeft kunnen opbouwen en zonder geld deze kant opgekomen is.

De heer Fritsma (PVV): Nogmaals, je kunt niet van vluchtelingen spreken als mensen zijn afgewezen in een asielprocedure. Dat in de eerste plaats. Als afgewezen asielzoekers, die dus geen vluchteling zijn, een reguliere procedure ingaan voor bijvoorbeeld partner- of gezinsmigratie, dan geldt natuurlijk het reguliere vreemdelingenbeleid waarbij ook de inkomensvereiste een belangrijk criterium is. Ingevolge die inkomensvereiste zou je ook kunnen verwachten dat die leges betaald kunnen worden.

De heer Voordewind (ChristenUnie): In het laatste geval zijn ze wel verplicht die leges te betalen, terwijl ze berooid naar Nederland zijn gekomen. Met betrekking tot die gezinsleden heb ik een vraag gesteld, die inmiddels bij de minister ligt. Ik begrijp ook dat hij daarop wel anticipeert, maar er ligt ook een aangenomen motie-Spekman/Anker in de Kamer die voor hetzelfde pleit. Die gaat echt verder dan de toezegging die de minister tot nu toe heeft gedaan, als hij kijkt naar de gezinnen en de leges die daarvoor op dit moment in rekening worden gebracht. Het zijn nog steeds grote bedragen, met name voor gezinnen met aardig wat kinderen.

Met betrekking tot de alternatieve vreemdelingenbewaring wachten we de reacties van de minister af. De voorbeelden zijn in het vorige debat ook al genoemd: Australië, Zweden, het Verenigd Koninkrijk. Meldplicht is genoemd, er zijn verschillende opties. We zien ook dat de vreemdelingenbewaring daar maar 18 dagen is tegenover de 100 dagen in Nederland. Ik wacht de berichten en de alternatieven waarop de minister studeert met belangstelling af.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2011 > november