Algemeen Overleg Jeugdzorg
26 juni 2008 – 13 uur
J. Voordewind (ChristenUnie)
Positief nieuws:
Voorzitter. Gelukkig kunnen we constateren dat de wachtlijst voor jeugdzorg inmiddels weer aan het dalen is. Dat is goed nieuws. Na een stijgende lijn, zien we nu voor het eerst een lichte daling en dus een positief effect van de extra middelen die de minister inmiddels heeft vrijgemaakt. Vorig jaar 40 miljoen extra (structureel) en begin dit jaar nog eens 30 miljoen. Zo komt het totaal budget in 2008 op ruim 865 miljoen euro voor de provinciale jeugdzorg. (In 2005 bijna 700 miljoen euro). Ook de lijst van overbruggingszorg daalt licht van 2400 naar 2200. Kwalijk dat Zuid-Holland hier geen cijfers voor kan aanleveren.
De wachtlijst voor Op 1 april stonden er ruim 3600 jongeren op wachtlijsten in de jeugdzorg, tegen ruim 3800 in januari en 4100 in oktober. Ook de kinderen die overbruggingszorg krijgen is verminderd van 2500 (januari) naar 2300 kinderen. De daling, een halvering van de wachtlijst bij het AMK zet zich ook door van 521 (oktober) (395 1 jan) tot 248 ( 1 april) gezinnen, terwijl het aantal adviezen en onderzoeken zijn toegenomen van 41 duizend naar 49 duizend.
Bureau’s Jeugdzorg zelf zaken nog niet op orde:
AMK’s
Het feit dat er verschillen zijn per provincie, pleit ervoor dat er nog een wereld te winnen is als het gaat om de efficiency en effectiviteit van de bureau’s jeugdzorg. Zo hebben vijf provincies bij de AMK’s geen wachtlijsten meer, terwijl in Groningen en Regio Rotterdam de wachtlijst verdubbelden.
Welke concrete maatregelen staat de minister voor om de andere provincies aan te sporen om ook hun wachtlijsten bij de AMK’s weg te werken?
Amsterdamse Rekenkamer
Ook blijkt dat in Amsterdam de Rekenkamer vorige maand concludeerde dat Bureau Jeugdzorg een reserve opbouwde van meer dan twee miljoen, terwijl Amsterdam bij het kabinet bedelde om meer geld om de wachtlijsten in de jeugdzorg te bestrijden. In de jaarverslagen over 2005 en 2006 klaagde Bureau Jeugdzorg over geldtekort. In dezelfde periode bleken de reserves te zijn opgelopen van een kleine acht ton naar bijna 2,2 miljoen euro. Ook kon de rekenkamer niet vaststellen dat het miljoen dat Bureau Jeugdzorg in 2006 extra kreeg, ook echt is ingezet om de wachtlijsten weg te werken.
Hoe staat het met de reserves van de andere bureau’s jeugdzorg en lopen die ook op?
Hiermee blijkt eens te meer dat extra geld niet automatisch leidt tot een daling van de wachtlijsten en dat de roep van de MO-Groep voor elk jaar 200 miljoen meer veel te voorbarig als bureau’s jeugdzorg zelf hun zaken niet op orde hebben.
Dure Interim managers
De zorgjeugd zegt geld te kort te komen terwijl men wel duurbetaalde interim-managers inhuurt. Deze Interim-managers in de jeugdzorg krijgen soms riante salarissen, zelfs boven de Balkenende-norm van 170.000 euro per jaar. De MO-Groep verdedigde zich: de bedragen die betaald worden zijn marktconform. Wat gaat de minister hieraan doen?
Pakket van maatregelen van brief 1 april van de minister (verder onderzoek, nieuwe financieringssystematiek, CJG, EKC, prestatieafspraken):
Terecht dan ook dat minister Rouvoet eerst goed laat uitzoeken hoe de jeugdzorg te verbeteren. Met het programma Zorg voor Jeugd, dat een looptijd heeft van zes jaar, wil Rouvoet de kwaliteit van de zorg opkrikken. Van veel signaleringsinstrumenten en behandelmethoden in de jeugdzorg is niet bekend of ze werken. Weten wat werkt, is het motto van het programma dat moet leiden tot effectieve interventies voor jeugd die het spoor kwijtraakt of dreigt kwijt te raken. "Als je jongeren en kinderen beter helpt, heeft dit bovendien een positieve invloed op de lengte van de wachtlijsten", aldus Rouvoet. "Anders blijft het dweilen met de kraan open." ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, voert het onderzoek uit.
Wanneer verwacht de minister een eerste tussenrapportage van dit onderzoek?
Daarnaast is er 2,5 miljoen gereserveerd voor een betere informatievoorziening in de jeugdzorg. Hiermee geeft minister Rouvoet een impuls aan de gewenste verbeteringen, waaronder het traject Beter, Anders, Minder (BAM), dat zich richt op betere beleidsinformatie voor de provinciale jeugdzorg. Kan de minister de Kamer ook over de uitkomsten van deze uitwisselingen van de best practices informeren? Het IPO zal zich hier voor inzetten begrijp ik uit de brief van 1 april.
Nieuwe financieringssystematiek
Om niet steeds extra geld in de wachtlijsten te hoeven stoppen, heeft minister Rouvoet voor 2009 ook een nieuwe manier van financieren aangekondigd. Provincies moeten het dan doen met het budget dat ze op grond van de verwachte vraag krijgen toebedeeld. Krijgt de Kamer de opzet voor deze systematiek in het najaar toegezonden?
De minister Rouvoet zoekt de oplossing voor de jeugdzorgproblemen ook in het opzetten van een Centrum voor Jeugd en Gezin in elke wijk. Die centra moeten straks hulp bieden bij een licht probleem. In de toekomst zal de vraag naar zwaardere en dure jeugdzorg daarmee dalen.
EKC pilot om de wachtlijsten te ontlasten en sneller zorg te bieden. Mijn fractie is ervan overtuigd dat veel gezinnen, zonder het te weten, de oplossing voor problemen zelf in handen hebben. Een gezin met problemen kan via een Eigen Kracht Conferentie familie, vrienden en buren ter ondersteuning inschakelen. Het gezin krijgt zelf de regie in handen, maar raakt niet uit beeld van de hulpverlening. Volgens de VU worden gezinnen via deze methode eerder geholpen en worden bovendien in een vroeger stadium effecten bereikt. Het is goedkoper dan professionele jeugdzorg en het ontlast de bureaus Jeugdzorg. Het vergt wel een omslag in denken, maar de ChristenUnie gelooft in de kracht van het familie- en vriendennetwerk om problemen in het gezin aan te pakken; dat is zelfs bewezen. In Overijssel is men al voortvarend te werk gegaan met Eigen Kracht Conferenties. Kan worden onderzocht in welke gevallen een EKC ingezet kan worden? Hoe kijkt de minister aan tegen een pilot, bijv. in Overijssel, om de Eigen Kracht Conferentie in bepaalde gevallen verplicht in te zetten?
Er worden prestatieafspraken door de provincies gemaakt met zorgaanbieders. Wanneer de prestatiemeting goed wordt uitgevoerd, kan dit volgens mijn fractie een goede impuls geven aan de effectiviteit en doelmatigheid. Wanneer kunnen wij de concrete invulling van deze afspraken zien? Er zijn veel verschillen in vormgeving van prestatiemeting tussen de provincies die nu bezig zijn met het vormen van prestatieafspraken, is dit gewenst? Lopen de eisen aan zorgaanbieders per provincie uiteen? Wanneer zorgaanbieders niet aan de eisen kunnen voldoen, welke consequenties zijn hier dan aan verbonden? Volgen financiële maatregelen? Worden de resultaten van provincies met elkaar vergeleken?
Vervangende zorg:
De minister zegt in zijn brief van 1 april dat kinderen vervangende zorg dienen te krijgen wanneer de eerst aangewezen zorg nog niet beschikbaar is, en dat in de praktijk de vervangende zorg voor een deel van de cliënten volstaat (p.4). Ik vraag mij sterk af of er dan wel een goede persoonlijke indicatie is gemaakt. Het zou jammer zijn als veel kinderen onnodig lang op een wachtlijst staan, terwijl zij met de vervangende zorg net zo goed geholpen kunnen worden. De vraag is hoeveel kinderen op de wachtlijst met lichtere zorg kunnen volstaan. Mijn fractie is benieuwd naar het nader onderzoek dat de minister heeft aangekondigd (brief 19 juni ’08, p. 2), maar ik wil ook wijzen op de kwaliteit van de indicatiestelling.
Inspectie jeugdzorg heeft in 2007 een rapport uitgebracht over de kwaliteitsbewaking van de indicatiestelling. Hoe staat het naar aanleiding van dit rapport inmiddels met het Project Verbetering Indicatiestelling Bureaus Jeugdzorg (VIB) (MO-groep)?
Ook is nog niet duidelijk hoeveel kinderen er via de gemeentelijke jeugdgezondheidszorg overbruggingshulp krijgen of via familie en vrienden. Indien dit wel duidelijk wordt, is de minister dan van plan om ook deze kinderen van de wachtlijst te schrappen of gaat het alleen om overbruggingszorg van jeugdzorg die vervolgens dan niet meer op de wachtlijsten meetellen? De minister kondigt nader onderzoek aan, maar mogelijk kan hij hierover al iets zeggen.
Wachtlijsten Jeugd GGZ en LVG:
Minister Rouvoet stelt 13 miljoen euro beschikbaar om de wachtlijst van jeugdige licht verstandelijk gehandicapten (jeugd lvg) met gedragsproblemen in de AWBZ aan te pakken. Nog eens 13 miljoen gaat naar de jeugd geestelijke gezondheidszorg (jeugd ggz).
Wachttijden van de jeugd-GGZ zijn licht afgenomen, maar het “aantal jeugdige wachtenden is met 4.300 toegenomen (23%), het gevolg van een sterke toename in het aantal jeugdige cliënten: er zijn 26% meer jeugdigen ingeschreven in 2007”. Jongeren met psychische problemen en gedragsproblemen moeten zeker snel worden geholpen. Niet wachten bij dit soort jongeren tot het erger wordt of zelfs fout gaat. Blij met de extra 13 mln. Wat is volgens de minister de structurele oplossing voor de lange termijn, zodat incidentele financiële injecties niet nodig zijn?
Wachten op een behandelplek in een jeugdgevangenis en Streefbeeld Jeugdzorg Plus
Kennis genomen van Streefbeeld Jeugdzorg Plus, waarbij oplossingen worden geboden in de toekomst. Nog steeds zijn zorgelijke gevallen, onder andere door de stichting Misplaatst laten zien. Wat gebeurt op dit moment om jongeren die voor Jeugdzorg in aanmerking komen in een jeugdgevangenis terechtkomen zo goed mogelijk te helpen?
Gezinsvoogdij
Komt het deltaplan Gezinsvoogdij in gevaar door de efficiencytaakstelling?
Beoordeling rechter over uithuisplaatsing op basis van gegevens Jeugdzorg
Verschillende mails en reacties over het uithuisplaatsen van kinderen op basis van de gegevens jeugdzorg/beoordeling gezinsvoogd. Als men het niet eens is met de beslissing tot uithuisplaatsing, is het nauwelijks mogelijk om bezwaar te maken.
Hoe staat het met de uitvoering van de motie van mij die vraagt om een onderzoek naar meer objectieve en verifieerbare motivering door gezinsvoogden bij een verzoek tot omzetting van een ots naar een uithuisplaatsing? De motie vroeg om informatie naar de Kamer te zenden voor de zomer 2008 (motie 31 015 nr 31).
Alleen de uitgesproken tekst geldt