Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Integrale aanpak veiligheid en integriteit
Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Bijleveld - Schouten van Defensie en staatssecretaris Visser van Defensie
Kamerstuknr. 35000 - X
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat we over de commissie-Giebels en breder over de sociale veiligheid en ook de fysieke veiligheid spreken. De reacties van de bewindsvrouwen liegen er niet om. Het is een hele opsomming van allerlei activiteiten. Ik heb daarvoor grote waardering, net zoals ik grote waardering heb voor de commissie-Giebels. Ze hebben 92 incidenten geregistreerd en dat betekent dat het instellen van die commissie niet voor niks is geweest en dat veel mensen de weg daarnaartoe hebben gevonden en de moed hebben gehad om uiteindelijk toch te melden, al was het bij de externe commissie-Giebels.
Voorzitter. Mooie woorden, maar ook een actieplan. Dat zien we allemaal in de stukken terug. Tegelijkertijd deel ik de relativering van de collega's als we teruggaan in de tijd. De commissie-Giebels heeft dat ook nog een keer opgesomd. In 2006 hadden we de commissie-Staal. Daarna hebben we de commissie-Blauw gehad, het SCP en Van der Veer. Er zijn dus al heel veel rapporten over de integriteit en de sociale veiligheid op papier gezet. Er zijn veel aanbevelingen geweest en dat maakt ons Kamerleden misschien wel extra kritisch. Komt er nu wel daadwerkelijk een doorbraak en nemen we afscheid van die cultuur van elkaar de hand boven het hoofd proberen te houden?
Voorzitter. Ik wil met name stilstaan bij dat interne meldpunt. Laat ik daar maar mijn belangrijkste punt van maken. De commissie zegt dat het de voorkeur heeft om toch te kijken naar een extern meldpunt als je daadwerkelijk wilt dat mensen tot melding overgaan en je de meldingsbereidheid wilt stimuleren. Ik zie de staatssecretaris haar hoofd schudden, maar het gaat dus om een extern meldpunt dat intern wordt ingericht. De formulering vereist nuance. Volgens de bewindsvrouwen zou dat een escalatiemodel kunnen hebben naar een rijksbrede commissie. Er lijkt een opstap en een beweging te zijn naar wat door een aantal fracties de vorige keer naar voren is gebracht, namelijk kijken naar een mogelijkheid om die meldingsbereidheid te laten toenemen. Het niet-melden blijkt simpelweg de meest verstandige keus, concludeert de commissie-Giebels. Als dat de harde conclusie is, moet je ook kijken naar oplossingen die vrij stevig zijn en een duidelijk antwoord geven op deze heftige stelling.
Voorzitter. Daarom blijft de ChristenUnie de bewindspersonen vragen om een onafhankelijk meldpunt. Natuurlijk moeten we de kennis die er bij mensen is, goed gaan gebruiken, maar als we daadwerkelijk een onafhankelijk meldpunt willen hebben, dan wil ik de handschoen wel oppakken die de bewindspersonen aanreiken. Zij zeggen namelijk: misschien moeten we wel tot die rijksbrede commissie integriteit overgaan. Dan is het natuurlijk de vraag of zo'n escalatiemodel voldoende is en of dat niet een zelfstandige commissie moet zijn die in de breedte ook de mogelijkheid heeft om onderzoek te doen. Ik lees nu dat de COID nog geeneens zelfstandig onderzoek kan doen. Dat is ook de kritiek van de commissie-Giebels. Die zegt: de COID is er wel, maar die kan niet zelfstandig onderzoek doen.
Je zou dan denken dat daaruit lering wordt getrokken en dat de staatssecretaris en de minister zeggen: dan moeten we dat juist wel gaan instellen. Maar wat lees ik nu in de brief van de beide bewindspersonen? Ik lees daar dat de COID die bevoegdheden nog steeds niet krijgt, maar dat de COID … Ik zie de staatssecretaris haar hoofd schudden, maar ik citeer echt uit de brief van de bewindspersonen zelf. Daarin staat: de COID doet een advies aan de commandant over een onderzoek. En de commandant moet dan besluiten of dat onderzoek inderdaad zo gaat plaatsvinden. Daar zitten nuances aan, want als de commandant daarvan wil afwijken, kan de COID alsnog escaleren naar uiteindelijk zelfs de sg. Maar de commandant doet uiteindelijk het onderzoek op advies van de COID.
Daar zitten met name de grote bezwaren van de ChristenUnie, want dan zijn we toch weer afhankelijk van de commandant, die verantwoordelijk blijft voor het onderzoek. Ik vraag me dan af in hoeverre de bereidheid om te melden bij de COID, de grootste conclusie van de commissie-Giebels, daadwerkelijk gaat toenemen. Vervolgens komt het namelijk toch weer bij de commandanten terecht. Er is dan weliswaar een escalatiemodel, maar waarschijnlijk alleen als de commandant er niet uitkomt.
Voorzitter, een concreet voorstel. Laten we kijken of we die rijksbrede commissie bevoegdheden kunnen geven om daadwerkelijk zelf onafhankelijk onderzoek te doen bij Defensie om op die manier de bereidheid en de bereidwilligheid om te melden te vergroten. Dat is mijn centrale oproep aan de bewindspersonen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel.
Archief > 2018 > december
- 21-12-2018 - Schriftelijke vragen Joël Voordewind e.a. over het rapport «Extra beschermd of extra beschadigd?»
- 21-12-2018 - Schriftelijke vragen Joël Voordewind over een promotieonderzoek naar de rechterlijke toetsing in het asielrecht
- 20-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Artikel 100 Nederlandse deelname aan anti-ISIS coalitie en situatie in Syrië (AO d.d. 22/11)
- 20-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over spionage door Rusland
- 19-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Integrale aanpak veiligheid en integriteit
- 13-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Vreemdelingenbeleid
- 05-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg inzake JBZ Raad op 6 en 7 december 2018 in Brussel (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid)
- 04-12-2018 - Bijdrage Joël Voordewind aan het plenair debat over het Marrakesh Immigratiepact