Bijdrage Joël Voordewind aan het Verzamel algemeen overleg Koninkrijksrelaties

donderdag 21 september 2017

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kamerstuknr.  34 773

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. De ChristenUnie sluit zich uiteraard ook aan bij de warme woorden van medeleven van de collega's als het gaat om de bewoners daar die getroffen zijn door die vreselijke orkaan Irma. De woorden van waardering richting het kabinet onderstreept mijn partij ook. Niet alleen richting het kabinet en deze minister, maar natuurlijk ook richting de militairen die vanaf dag één zo intensief meteen bereidwillig hebben meegeholpen om daar het leed te verlichten. Het komt er nu op aan om onze solidariteit binnen het Koninkrijk te laten zien.

Voorzitter. De ramp heeft wel de verhouding tussen Nederland en Sint-Maarten volop in de aandacht gebracht. Het is duidelijk dat Sint-Maarten deze kosten niet alleen kan dragen. Ik wil de minister vragen of hij na zijn bezoek al een eerste inschatting kan maken van de hoogte van de kosten waar het gaat om de eerste noodhulp die verleend moet worden. Na de orkaan Louis in 1995 bedroegen de totale kosten 1,3 miljard, heb ik begrepen. Dat was inclusief de wederopbouw. Ik begrijp dat de minister dat nu niet allemaal kan inschatten, maar kan hij in elk geval een eerste schatting geven van die kosten? Hij heeft er uiteraard geen rekening mee kunnen houden in zijn begroting die eergisteren gepresenteerd is, maar ik neem aan dat daar wel dekking voor komt.

Ik vraag ook aan de minister wat Defensie concreet zelf zou kunnen doen waar het gaat om noodhulp en wederopbouw. Denk aan bruggen en infrastructuur. Gaat na de beveiliging, de eerste noodhulp, Defensie, ons leger, ook worden ingezet om de infrastructuur daar in elk geval weer bruikbaar te maken?

Dan de discussie over de EU-inbreng en de mogelijkheden van de EU om bij te dragen. Ik heb begrepen dat de Europese Commissie daarnaar kijkt en dat wordt geprobeerd om een gelijk speelveld te krijgen voor Saint Martin, het Franse deel, en het Nederlandse deel. Kan de minister daar al iets over zeggen en, zo nee, kan hij er alsnog bij de Europese Commissie op aandringen om die gelijkelijk te behandelen? Ik ken uiteraard de verschillen.

Zoals ik al zei, heeft de orkaan de aandacht gericht op de verhouding tussen Sint-Maarten en Nederland. Er komt ook kritiek los op de regering van Sint-Maarten. Die zou onvoldoende voorbereid zijn geweest op de orkaan en na de orkaan te weinig van zich hebben laten horen. Hoe denkt de minister hierover? Kan hij zeggen welke voorbereidingen al door de regering van Sint-Maarten waren getroffen vooraf? Wat heeft Nederland gedaan? Zijn deze voorbereidingen achteraf adequaat gebleken? Wanneer heeft de regering van Sint-Maarten Nederland om bijstand gevraagd en hoe specifiek is dat hulpverzoek geweest? Waren er schuilplaatsen voor de orkaan open? Waren die voldoende bemand en bevoorraad? Kan de minister ons daar nu wat specifiekere informatie over geven, aanvullend op de brief die wij van hem hebben ontvangen? Is de distributie van water snel genoeg op gang gekomen?

We hebben de commentaren van de mensen op de eilanden hier ook gelezen. Met name waar het ging om de communicatie, zagen we verschillen met Frankrijk en het Franse deel van Sint-Maarten. Bij ons is dat contact een tijdje weggeweest. Kunnen we ons daar beter op voorbereiden, zodat de communicatielijnen openblijven, mocht het eiland getroffen worden door een volgende orkaan?

Het interview met premier Marlin in NRC heeft ook wel stof doen opwaaien. Achteraf benadrukt hij dat het hem spijt en dat hij de Nederlandse mariniers prijst om hun inzet, maar hoe zit het nou precies? De Commandant Zeestrijdkrachten heeft op Twitter gezegd dat zijn mensen binnen de grenzen van hun mogelijkheden hun uiterste best hebben gedaan. Zijn er situaties geweest waarin de mariniers begrensd waren in hun mogelijkheden? Want dat zegt de Commandant Zeestrijdkrachten: binnen de grenzen van hun mogelijkheden. Waar lagen dan die grenzen?

Net als de collega's heb ik ook nog vragen over de wederopbouw en de financiering van die wederopbouw, gezien het financieel toezicht en het financieel beheer van het eiland. Het College financieel toezicht heeft gemeld dat de jaarrekening van Sint-Maarten over 2012 tot en met 2014 nog niet is vastgesteld. Wat is de reden daarvoor? Was de begroting voor 2017 inderdaad te laat opgesteld? Wat zijn de achtergronden van dergelijke problemen? Kan de minister daarop ingaan? Kan hij bevestigen en garanderen dat, op het moment dat wij geld doorsluizen naar de regering op Sint-Maarten, dat geld goed en transparant wordt besteed?

Er is besloten tot de instelling van een ministeriële commissie wederopbouw Bovenwindse Eilanden. Op welke termijn verwacht de minister dat in deze commissie bepaald gaat worden wat de aard en prioritering van de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw moeten zijn? Hoe gaan we ervoor zorgen dat Sint-Maarten een hurricaneproof wederopbouw krijgt? Datzelfde geldt voor Saba en Sint-Eustatius. Kan de minister daar ook iets over zeggen, als het gaat om die twee andere eilanden?

Zeer veel mensen zijn dakloos geraakt. Velen van hen zijn mogelijk niet verzekerd en moeten de herstelkosten zelf betalen. Is er ergens een fonds voor deze mensen, zodat ze in staat zijn sneller hun huizen op te bouwen? Daarbij gaat het dus vooral om de mensen die geen verzekering voor deze kosten hebben.

We horen dat mensen geen salaris meer krijgen omdat de bedrijven waar ze hebben gewerkt, stilliggen. In Het Financieele Dagblad lezen we dat het bouwbedrijf Janssen de Jong Bouw werknemers uit Nederland gaat werven voor de bouwwerkzaamheden daar. Wordt er ook rekening gehouden met arbeidskrachten die juist op de eilanden wonen? Ik neem aan dat die mensen ook heel graag een bijdrage willen leveren. Is een match mogelijk?

Ten slotte heb ik nog een punt over de communicatie naar de Sint-Maartenaren hier in Nederland. Het Sint Maartenhuis is in Nederland beschikbaar, maar is dat voldoende toegerust om de rol als informatiepunt voor familieleden in Nederland te kunnen vervullen? Zou de minister daar iets over kunnen zeggen?

Tot zover, voorzitter. Dank u wel.

Informatie

        

« Terug