Bijdrage Gert-Jan Segers aan het notaoverleg Agenda van de Europese Top van 19 en 20 maart 2015
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Europese Zaken aan een notaoverleg met minister-president Mark Rutte
Onderwerp: Agenda van de Europese Top van 19 en 20 maart 2015
Kamerstuk: 21 501 – 20
Datum: 16 maart 2015
De voorzitter:
Dank u wel, mijnheer Beertema. Dan geef ik het woord aan de heer Segers. Terwijl hij hiernaartoe loopt, wil ik voor de Handelingen opgemerkt hebben dat ik als Voorzitter altijd opkom voor de belangen van de hele Kamer. Mijnheer Segers, gaat uw gang.
De heer Segers (ChristenUnie):
Waarvan akte.
Mevrouw de voorzitter. De toestand in de wereld doornemen in een paar minuten was vroeger de taak van G.B.J. Hiltermann. "Meester G.B.J. Hiltermann", hoor ik de premier zeggen. Vanochtend is dat mijn taak. Er passeren heel wat landen en heel wat plekken in de vijf minuten die mij zijn toegemeten.
Allereerst kom ik bij Griekenland. Uiteraard heeft de ChristenUnie-fractie grote zorgen over de situatie daar. Griekenland heeft uitstel gekregen. Het moet een enorme lening terugbetalen aan het IMF. Wat is de boodschap van onze minister-president aan zijn collega Tsipras? Commissaris Timmermans sluit een grexit niet langer uit, terwijl de Commissie een paar weken geleden nog de meest optimistische institutie was van de trojka. Deelt de minister-president het standpunt van Commissaris Timmermans?
Ik sluit mij aan bij de vragen over het dreigement van het doorlaten van vluchtelingen. Dat is volstrekt ongepast. Graag krijg ik op dat punt een reactie. Ik hoop dat in heel heldere taal de boodschap aan Griekenland wordt doorgegeven dat dat volstrekt ongepast is als je een Unie vormt, solidair met elkaar bent en hebt afgesproken om ook bij dat soort dingen voor elkaar te zorgen.
Er zijn al heel wat aspecten van TTIP langsgekomen in de gesprekken aan de interruptiemicrofoon. Mij viel op dat de tekst in de geannoteerde agenda enigszins een liberaal manifest lijkt. In ieder geval doet het geen recht aan de zorgen die in de Kamer, in de Nederlandse samenleving en bij boeren en bedrijven leven. Dan gaat het bijvoorbeeld over de arbitrageclausule ISDS. Samen met Duitsland wil minister Ploumen zich nu inzetten voor een internationaal hof voor investeringsbeslechting. Maar neemt het hof de grootste bezwaren wel weg als het gaat om de rechtszekerheid en de normen die wij hier hanteren?
Ook zijn hierover twee belangrijke motie aangenomen. De motie van collega Klaver gaat over de zeggenschap van nationale parlementen. Staat die motie, ook wat het kabinet betreft, nog fier overeind? En krijgen wij het verdrag hier integraal voorgeschoteld, zodat wij daar uitgebreid over kunnen spreken? De andere motie is die van de heer Van Dijk van de SP-fractie, waarvan de vertegenwoordigers even zijn weggelopen. Die motie betreft de Europese standaarden die niet mogen worden verlaagd. Een partijgenoot van de minister-president zei in het Europees Parlement dat dat met betrekking tot het dierenwelzijn een heel belangrijk punt voor hem is. Het mag niet leiden tot oneerlijke concurrentie — daarover zijn wij het eens — maar het mag ook niet leiden tot de verlaging van Europese normen. Ik krijg dus graag een reactie op dat punt.
Op het punt van de energie mag het helder zijn dat de ChristenUnie-fractie tegen het stimuleren van kernenergie is. Ook het zeer risicovolle boren naar schaliegas is geen optie. Verzet Nederland zich hier samen met Duitsland tegen? Duitsland heeft voor een heel duidelijke energiewende en een ander pad gekozen. Trekken wij hierin samen met Duitsland op?
Ten aanzien van de associatieakkoorden en het Oostelijk Partnerschap sluit ik mij aan bij de vraag van collega Maij. Zij vraagt zich af of dit aangrijpt om een helder signaal af te geven aan Rusland ten aanzien van onze betrokkenheid bij Oekraïne en ons groeiende partnerschap. Is dat het moment om richting Rusland duidelijk te maken dat wij Oekraïne via zo'n akkoord, zo'n partnerschap, niet loslaten?
Wij maken ons grote zorgen over Libië. We hebben afschuwelijke beelden gezien van 21 mannen van Koptische achtergrond die daar op het strand onthoofd zijn. Dat zijn Syrische, Irakese toestanden, die nu ook in Libië zichtbaar zijn, zo dicht bij Europa, zo dicht bij Italië. Is er niet een grote gezamenlijke verantwoordelijkheid weggelegd voor Europa om daar veel grotere betrokkenheid ten toon te spreiden? Een heel lastige vraag is de volgende. Wanneer breekt het moment aan dat we een nog grotere verantwoordelijkheid hebben, een verantwoordelijkheid die we inmiddels wel oppakken in Irak? Geldt dit dan niet ook voor een land als Libië, dat veel dichterbij ligt? Dat is een zeer ingewikkeld vraagstuk, maar wel een vraagstuk dat ik graag aan de minister-president wil voorleggen. Wat dat betreft is het ook vreemd dat de strijd tegen IS niet pontificaal op de agenda staat. Het is wellicht goed om daar in gezamenlijkheid over door te spreken.
Gisteren was er een afschuwelijke aanslag in Pakistan. Het is een incident in een lange reeks incidenten. De godsdienstvrijheid staat daar onder druk. Er is een aanslag gepleegd in een kerk. Is er niet ook een taak voor Europa weggelegd om gezamenlijk op te komen voor godsdienstvrijheid, ook in reactie op zo'n afschuwelijk incident als dat van gisteren?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.