Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de agenda van de Europese Top van 23 en 24 oktober
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Algemene Zaken aan een plenair debat met minister-president Rutte
Onderwerp: Debat over de agenda van de Europese Top van 23 en 24 oktober
Kamerstuk: 21 501 – 20
Datum: 15 oktober 2014
De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. Recent riep de PvdA met enig kabaal op tot CO2-reductie een bindende doelen op het gebied van duurzame energie. De Kamer nam — er is al vaker aan gerefereerd vanochtend — met steun van de PvdA een motie van GroenLinks en de ChristenUnie hierover aan. De brief over de uitvoering van de motie spreekt over indicatieve doelen en niet over bindende doelen. Daarmee legt het kabinet bij voorbaat al zijn hoofd in de schoot. Ook uit een intern document waar NRC Handelsblad gisteren melding van maakte, blijkt dat Nederland zich niet gaat inspannen voor bindende doelen voor hernieuwbare energie. Als dat klopt, waarom voert het kabinet een aangenomen Kamermotie niet uit? Met welke inzet gaat het kabinet nu precies naar de Raad?
Ik kom te spreken over Frankrijk. Je zou denken dat we binnen de eurozone onze les hebben geleerd. Tegen een enorme prijs zijn landen als Portugal, Ierland en Griekenland geholpen, en ook in die landen zelf zijn grote offers gebracht. Het is alleen tot ons aller schade als we opnieuw de hand lichten met de spelregels van de eurozone. In dat licht is het onverdraaglijk om te zien dat Frankrijk opnieuw aanstuurt op uitstel van maatregelen die het tekort moeten terugbrengen van de verwachte 4,3% nu naar de afgesproken 3%. In alle landen zijn stevige hervormingen doorgevoerd, maar in Frankrijk lijkt dat maar niet te lukken. Duldt de Nederlandse regering het meten met twee maten? Of mag ik ervan uitgaan dat het kabinet bij de bespreking van de begroting de poot stijf houdt en eist dat Frankrijk volgend jaar wel aan de begrotingsnorm voldoet?
Wat betreft Griekenland wil de minister van Financiën niet op de zaken vooruitlopen, en dat terwijl het programma over twee maanden afloopt en het IMF de Grieken dan nog niet wil loslaten. Griekenland zelf denkt weer op eigen benen te kunnen staan, maar gisteren bleek dat de financiële markten daar totaal geen vertrouwen in hebben. Mijn fractie wil eind december niet verrast worden. Graag hoor ik hoe het kabinet de situatie in Griekenland beoordeelt en wanneer er dan wel een beslissing zal worden genomen over de toekomst van dat land.
Dan kom ik op Turkije. Ook de hemeltergende situatie aan de grens van Turkije en Syrië zal door de regeringsleiders besproken worden. Het is voor de ChristenUnie-fractie onverteerbaar om te zien dat Turkije lang Koerdische vluchtelingen heeft tegengehouden, terwijl jihadisten vanuit Turkije door konden reizen naar Syrië. Het is onverteerbaar dat er door Turkije niets wordt gedaan om Kobani te redden en dat er zelfs nog geen vliegbasis beschikbaar wordt gesteld voor de Verenigde Staten, terwijl ondertussen wel Koerden van de PKK worden bestookt door Turkije. Onverteerbaar. Wat is de inzet van Nederland als het gaat op Turkije en welke druk gaat er op Turkije uitgeoefend worden? Is het kabinet bereid om zich sterk te maken voor een Syrië-top met landen als Rusland, de Golfstaten, de Europese Unie en de Verenigde Staten? We kunnen toch niet blijven toekijken hoe deze oorlog Syrië kapotmaakt en de regio met haat en geweld infecteert? Een Syrië-top zou het begin van een gesprek over het einde van de oorlog kunnen zijn. Graag hoor ik een reactie op dit punt.
Mijn laatste punt. De minister-president heeft herhaaldelijk gesproken over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Europese Unie in relatie tot de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de nationale lidstaten. Hij heeft al eerder vijf terreinen aangewezen waar de Unie zich vooral op moet richten. Is de minister-president bereid om dat debat voort te zetten? Dat is mijn vraag, maar het is ook de hoop die ik uitspreek. Dat debat moet gaan over de kerntaken van de Unie en over datgene waar de lidstaten zelf over gaan. Dan moeten we echter wel dieper gaan dan het niveau van schoolfruit en olijfolieflesjes.
Ik wil de minister-president vragen om te reageren op een idee van de Duitse oud-minister Joschka Fischer. Hij stelde voor om een Kompetenzkatalog op te stellen, een overzicht waarin in algemene termen bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd van de verschillende Europese instellingen en van de nationale parlementen in de verschillende lidstaten. Ik wil het kabinet uitdagen om serieus te gaan kijken naar de optie van zo'n Kompetenzkatalog. Dat zou prima gekoppeld kunnen worden aan de vijf kerntaken die de premier al eerder heeft genoemd. In het Verdrag van Lissabon is er een voorzichtig begin mee gemaakt, die verantwoordelijkheden en beleidsterreinen enigszins te onderscheiden, maar dat is nog lang niet helder genoeg afgebakend en met subsidiariteit kunnen we vaak in de praktijk alle kanten op. Ziet de minister-president hier een uitdaging in voor zichzelf en voor de nieuwe Commissie, voor de Unie en de lidstaten, en is hij bereid om nut en noodzaak van zo'n Kompetenzkatalog te onderzoeken?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.