Uitbreiding EU transatlantisch cement?
Amerika's Trojaanse paarden. Zo worden de kandidaatlidstaten van de Europese Unie (EU) uit Midden- en Oost-Europa wel prikkelend genoemd. En dat aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Geeft de (voornamelijk) oostelijke uitbreiding van de EU de transatlantische betrekkingen inderdaad een forse injectie?
De eurofractie ChristenUnie-SGP zou dat zonder meer toejuichen. Juist nu wederzijds onbegrip en ongeduld de VS en Europa van elkaar dreigen te vervreemden, komt een Europese transatlantische impuls op een zeer gelegen moment.
Intussen staat buiten kijf dat in veel toetredingslanden duidelijk pro-Amerikaanse tendensen waarneembaar zijn. Dat geldt zowel voor de politieke elites als de publieke opinie.
Voor dit "Atlanticisme" zijn veel redenen aan te voeren. Denk onder andere aan grote groepen Amerikaanse burgers waarvan de persoonlijke wortels in Oost-Europa liggen. Dat schept nauwe banden tussen de States, deze specifieke gemeenschappen binnen de VS en hun Europese landen van herkomst.
Verder symboliseert Amerika voor massa´s Oosteuropeanen de idealen die zij decennia lang hardnekkig nastreefden: vrijheid, democratie en welvaart. Daarbij komt dat de VS vanuit hun optiek een historische bonus genieten. De Amerikanen triomfeerden uiteindelijk in de Koude Oorlog. Westerse standvastigheid loonde. Vergelijk dat eens met de lafhartige West-Europese appeasementpolitiek tegenover Hitler in de jaren dertig!
Deze algemene positieve instelling van de staten in Midden- en Oost-Europa tegenover de VS verklaart tegelijk hun drang naar het NAVO-lidmaatschap. Ook zij willen graag onder Amerika´s veiligheidsgarantie voor Europa vallen. Voor Polen, Hongarije en Tsjechië ging die wens al in 1999 in vervulling. Vorige week zette de NAVO haar deur wijd open voor de resterende oostelijke aspiranten van de EU, te weten Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovenië en Slowakije. Die semi-parallellie van EU- en NAVO-uitbreiding vormt natuurlijk een welkome aanzet tot versterking van de transatlantische relatie.
Toch krijgt de EU-15 er de komende jaren geen kritiekloze volgelingen van Amerika bij. Daarvoor verschillen de kandidaatlidstaten onderling te veel. Uitgesproken pro-Amerikaanse landen zijn de Baltische staten en Polen. Andere toetredingslanden zijn weer meer op Europese partners zoals Frankrijk of Duitsland georiënteerd. Bovendien zetten zich in de regio substantiële segmenten van de maatschappij en het politieke leven zelfs openlijk tegen Amerika en het beleid van de VS af.
Ook de huidige warme verstandhouding tussen president Bush en president Poetin roept Oosteuropese twijfels op. Sommige kandidaatlidstaten voelen zich daar iwat ongemakkelijk bij. Stel je voor dat Amerikanen en Russen over Europese hoofden heen verreikende besluiten treffen...
Een andere ontdekking van de toekomstige EU-leden is dat ze bij transatlantische controverses lelijk in de klem kunnen raken. Dat bleek wel bij de controverse over het Internationaal Strafhof. Dit geschil plaatste de kandidaatlidstaten eensklaps voor de onverkwikkelijke keuze: voor Washington en dus tegen het Strafhof en Brussel of andersom. "Het Internationaal Strafhof was in Letland gewoon geen discussiepunt, totdat de VS en de EU het erover aan de stok kregen", commentarieert een Letse Europa-expert openhartig.
Welke lijn zullen de kandidaat-lidstaten kiezen als zij eenmaal volwaardig lid zijn van de EU? Logisch genoeg moet de buitenlandse politiek van de nieuwkomers in de EU zich nog verder uitkristalliseren. Hamvraag zal daarbij zijn hoe de Atlantische en Europese opties met elkaar in balans te brengen.
Met de snel naderende uitbreiding van de EU (voorjaar 2004 voorzien) valt het koor van bezorgde stemmen over de transatlantische betrekkingen uit het oostelijke toetrederskamp op. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Estse premier Siimm Kallas. Een goed bondgenootschap met de VS in combinatie met goede samenwerking met de EU dient het nationale belang van zijn land. "Dat zou ideaal zijn", voegt Kallas daar veelzeggend aan toe. "Want het zou een grote fout zijn het belang van de relatie met de VS te onderschatten."
Onverbloemder taal hanteert de Hongaarse bewindsman van buitenlandse zaken, Laszlo Kovacs: "Hongarije is er vast van overtuigd dat de VS en de EU veel meer met elkaar gemeen hebben dan wat hen scheidt. Wij moeten niet toestaan dat transatlantische geschillen een langdurige schaduw gaan werpen op de fundamenteel positieve en stabiele transatlantische relatie."
De voormalige Poolse minister van buitenlandse zaken, Wladyslaw Bartoszewski, neemt alvast een voorschot op deze ferme Hongaarse woorden. Op grond van de eeuwenoude voortreffelijke betrekkingen tussen Polen en de VS ziet hij voor Warschau "de bijzondere positie van bemiddelaar" weggelegd tussen Amerika en Europa. Momenteel kan dat al binnen de NAVO en over luttele jaren evenzeer als EU-lid.
Dit transatlantische model staat de Poolse parlementariër Jan Maria Rokita voor ogen. Met een bonmot definieert hij de toekomstige rol van zijn vaderland, en die van andere nieuwe EU-leden, als het "meest pro-Amerikaanse lid van de EU en de meest pro-Europese bondgenoot van de VS".
Daarmee lijkt de rol, die de meeste kandidaat-lidstaten voor zichzelf zien, helder weergegeven. Op grond van het onweerlegbare feit dat de kandidaatlidstaten nu eenmaal geografisch deel uitmaken van Europa, ligt een pragmatische houding van hun kant voor de hand. Men zal zich niet principieel tegen Europese initiatieven keren, maar een nauwe aansluiting daarvan met de Verenigde Staten bepleiten.
Het streven naar een EU als autonome, onafhankelijke politieke actor op het wereldtoneel echter, zal waarschijnlijk op grote tegenstand vanuit Midden- en Oosteuropa stuiten.
En zo verdwijnt achter het beeld van de geëngageerde bemiddelaar het beeld van het arglistige Amerikaanse Trojaanse paard. Dat komt in elk geval veel beter overeen met de wederzijdse twijfels over de hechtheid van het transatlantisch bondgenootschap. Deze betrokken, realistische Atlantische inbreng vanuit de toetredingslanden is naar de mening van onze fractie een noodzakelijk antidotum tegen al te hoge en dus gevaarlijke machtsaspiraties van enkele EU-lidstaten. Pro-atlantische EU-lidstaten als Nederland dienen hier één front te vormen met de nieuwkomers. Binnen een vernieuwende NAVO kunnen zij dan gepaste militaire daden paren aan transatlantische trouwbetuigingen. Op die wijze werkt het uitbreidingsproces in dubbele zin als transatlantisch cement.
Bas Belder
Reacties op 'Uitbreiding EU transatlantisch cement?'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.