Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het notaoverleg Europese top d.d. 6 mei 2020
Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een notaoverleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken
Kamerstuknr. 21501 – 20
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Vooropgesteld, de ChristenUnie vindt het van belang dat de landen in de Europese Unie elkaar in deze tijd steun verlenen om het coronavirus en de verspreiding daarvan aan te pakken, en dat we daarbij ook buiten de grenzen van de huidige Europese Unie kijken en daarbij de samenwerking zoeken met de landen op de Westelijke Balkan. De ChristenUnie leest dat daarvoor de preaccessiegelden worden ingezet. Ook ik vraag wat dit betekent en voor welke doeleinden deze gelden nu níét worden ingezet, ook omdat we weten dat deze middelen bedoeld zijn om bijvoorbeeld de rechtsstaat en de democratie daar te versterken. Graag een reactie daarop van het kabinet. En wat betekent dit mogelijk voor het toekomstige preaccessiebudget dat er is?
Voorzitter. Juist op deze dag realiseren wij ons dat we in een democratische rechtsstaat leven die rechten en vrijheden beschermt. We herdenken vandaag de gevolgen die het heeft als die rechten en vrijheden niet meer worden beschermd. Het is niet voor niets dat die rechten en vrijheden zijn opgenomen in onze Grondwet en in internationale verdragen en dat ze een plek hebben gekregen in het Europese verdrag en zelfs tot waarden van de Europese Unie zijn benoemd. Dat is ook de reden waarom de ChristenUnie hiervoor keer op keer aandacht vraagt. De ChristenUnie denkt dat dit ook op deze top met de Westelijke Balkan een belangrijk onderwerp is waarover je het met elkaar moet hebben.
Voorzitter. Er is met die landen van de Westelijke Balkan niet alleen een agenda op het gebied van economie, connectiviteit, klimaat en veiligheid, maar er zijn ook grote zorgen over democratie, over mensenrechten en over rechtsstatelijkheid. Daarom vraag ik de minister hier ook naar de status van de nieuwe methodologie die is bedacht voor die toetredingsgesprekken, waarbij er juist meer aandacht zou zijn voor rechtsstatelijkheid en democratie en de voortgang op die punten. In de antwoorden op de schriftelijke inbreng die wij hebben geleverd, waarbij wij vroegen of deze ook voor Servië en Montenegro van toepassing zouden zijn, vind ik het antwoord van het kabinet cryptisch. Graag zou ik daarover opheldering krijgen. Ik vraag hierbij ook of de voorstellen zoals die er lagen, intact zijn gebleven en of dit nu in werking wordt gesteld.
Ten aanzien van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië constateert de ChristenUnie dat er met name voor Albanië nog aanvullende voorwaarden zijn gesteld. Ik denk dat dat een goede zaak is, gelet op de zorgen die daar zijn over corruptie, de aanpak van georganiseerde criminaliteit en een onafhankelijke rechtspraak. Ik zou graag willen weten wat de duiding van het kabinet is bij de afspraken die tijdens de vorige Raad zijn gemaakt. Is daar een tijdpad aan gekoppeld? In de Raadsconclusies staat dat er zo spoedig mogelijk zo'n Intergouvernementele Conferentie moet worden gehouden om daadwerkelijk te starten met spreken, maar hoe moeten we dit zien in het licht van die voorwaarden? Graag een toelichting van het kabinet daarop.
Voorzitter. Ten aanzien van de zes Westelijke Balkanlanden is de aandacht breder, zoals ik net al zei. Er zijn zorgen over democratie, mensenrechten en de rechtsstaat. Ik zou de minister de boodschap willen meegeven dat het van groot belang is dat de hervormingsagenda's in deze landen onverminderd doorgang vinden, met name op deze punten: mensenrechten, de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van democratische en justitiële instituties. Die landen moeten zich daar serieus aan committeren. Ze moeten meer en efficiënter onderling gaan samenwerken, ook intern met de media, de oppositie en de onafhankelijke democratische instituties. De Europese Unie moet dat in deze tijd blijvend ondersteunen en stimuleren, en ze moet het goede voorbeeld geven. Ik vraag de minister concreet of de pre-accessiegelden voor die zes Westelijke Balkanlanden ter beschikking worden gesteld aan het maatschappelijk middenveld. Ik vraag de minister ook om het maatschappelijk middenveld te betrekken bij die hervormingsagenda en bij het blijvend ondersteunen van de justitiële instituties. Ik zou ook graag een helder voortgangstraject zien van de Europese Unie, waarin heel open wordt gecommuniceerd en waarin we progressie zien als er voortgang is, maar ook stagnatie als dat er is. Dat moet benoemd worden.
Ik sluit af met een vraag over het goede voorbeeld dat de Europese Unie ook zelf moet stellen. Eerder hebben wij onze zorgen geuit en Kamervragen gesteld over de situatie in Hongarije en over de noodwet die daar is aangenomen. We zien zorgelijke ontwikkelingen in Polen. Ik vraag de minister om aan te geven op welke manier die voortgang, juist ook in deze coronapandemie, wordt gemonitord en gevolgd in deze landen. Op welke manier worden landen aangesproken? Trekt het kabinet daarbij ook op met gelijkgestemde lidstaten?
Dank u wel.