Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het plenair debat over de buitengewone Europese top van 20 februari 2020
Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een plenair debat met minister-president Rutte
Kamerstuknr. 21501 - 20
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Welke Europese Unie willen wij? De ChristenUnie wil een Europese Unie waarin onze waarden centraal staan en waarin we inzetten op de grote uitdagingen waar we in deze tijd voor staan: migratie, klimaat, energie, veiligheid, innovatie. Dat zijn de thema's waarop we de Europese samenwerking superhard nodig hebben. Dit vraagt om keuzes. De begroting is hét middel om te sturen op wat je belangrijk vindt. Het vaststellen van de meerjarenbegroting van de Europese Unie is dus ook hét middel om de komende jaren in te zetten op de uitdagingen waar we in de Unie voor staan, op wat we echt belangrijk vinden en op wat we samen moeten aanpakken.
Om dat echt goed te kunnen doen, was ook hervorming van de Europese begroting noodzakelijk. We hebben hier vaak over gesproken in de Kamer. Dat was de bedoeling, maar toch zien we dat dit momenteel maar matig uit de verf komt, als ik eerlijk ben. Daar komt ook nog bij dat de Europese begroting niet omlaag gaat, wat voor de hand ligt nu de Britten de Unie verlaten, maar juist groeit, en ook nog fors. In het laatste voorstel van Raadsvoorzitter Charles Michel zien we 134 miljard meer aan uitgaven dan waar we nu voor staan. De ChristenUnie maakt zich zorgen over de onderhandelingen. Komen die hervormingen nu wel echt goed van de grond?
De waarden van de Unie, zoals menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, maar ook de rechtsstaat en de eerbiediging van mensenrechten zijn de waarden die ons in eerste instantie met elkaar zouden moeten verbinden. De ChristenUnie is er een groot voorstander van dat er een mechanisme komt dat als landen achteruitgaan, als de rechtsstaat in een Europees land achteruitgaat, dat dat consequenties heeft voor de bijdrage die die lidstaat van de Unie zal ontvangen. Bij de laatste voorstellen van Charles Michel wordt het juist moeilijker gemaakt om dit in te zetten. Het instrument wordt verzwakt. De ChristenUnie vraagt de onverminderde inzet van het kabinet om zich sterk te maken voor dit instrument, zodat het ook echt effectief kan worden ingezet.
Ik kom op de hervorming van de landbouw. De landbouwfondsen zouden er toch toe moeten leiden dat juist duurzame landbouw gestimuleerd wordt? Komt het nu wel ten goede aan de vergroening en de omslag naar de kringlooplandbouw, waar we in Nederland zo'n werk van maken? Dragen die landbouwfondsen straks bij aan het behalen van de doelstellingen in de Green Deal?
Dan de cohesiefondsen, een hele grote hap uit die Europese begroting. De Europese Rekenkamer concludeerde vorig jaar dat 280 miljard vanuit deze fondsen op de plank blijft liggen. Lidstaten krijgen het gewoon niet uitgegeven. Ze krijgen de cofinanciering niet rond. Tot dit jaar was pas ruim 27% uitgegeven van het totale budget dat daarvoor beschikbaar was in de huidige begroting. Bij de vorige begroting op hetzelfde moment zo'n 33%. Waarom moet dat dan zo'n grote hap zijn uit de begroting? Dat budget kan toch wel omlaag? Ik vraag daarop de reactie van de minister-president.
Geld zoekt project is nu het leidende principe. Maar soms wordt er helemaal geen project gevonden of wordt het geld uitgegeven aan projecten waarvan het nut kan worden betwist. Zou bij de hervorming geen rekening moeten worden gehouden met het geld dat nog op de plank ligt en het budget niet moeten worden verlaagd? Zou het kabinet niet moeten hervormen en inzetten op andere mechanismen, zoals meer competitie tussen de landen, zoals ook de Europese Rekenkamer bepleit? Graag een reactie van de minister-president.
De ChristenUnie steunt de inzet van het kabinet om te pleiten voor een kleinere Europese begroting en ook een substantiële korting voor de hele termijn. De ChristenUnie roept het kabinet ook op deze inzet altijd te koppelen aan inhoudelijke doelstellingen en zich de vraag te stellen welke Europese Unie we willen, en met dat verhaal op pad te gaan, ook naar de komende top. Ik vraag de premier als laatste of hij het mogelijk acht dat er op deze top een akkoord zal worden bereikt of dat er meer tijd nodig is om dat op een goede manier te doen.
De voorzitter:
De heer Tony van Dijck, vijfde vraag.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ja, een klein vraagje aan mevrouw Van der Graaf. Ik was in het verleden altijd bondgenoot van mevrouw Schouten. Zij had ook een kritische houding richting de Europese Unie. Sinds de ChristenUnie in het coalitieverband zit, zie ik daar niet zoveel meer van terug. Als deze minister-president terugkomt met een begroting en een afdracht die hoger zijn dan we tot nu toe hebben, vindt u dan dat hij zijn veto moet inzetten? Of legt u zich daarbij neer?
Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):
Op dit moment zie ik dat er nog medestanders zijn om in te zetten op een kleinere Europese begroting. Ik denk dat dat een hele goede zaak is. Daar pleiten wij ook voor. Het is lastig om nu al te zeggen dat je je veto zou moeten inzetten, omdat het nog volop in onderhandeling is. Ik hoop daar straks ook een toelichting op te krijgen van de minister-president. Ik heb hier gezegd dat de ChristenUnie wil dat de Europese begroting kleiner wordt en dat het voorstel van de huidige Raadsvoorzitter niet de uitkomst kan zijn van de onderhandelingen, want dan gaat er iets niet goed. Ik heb gezegd waar wij willen dat het geld wordt ingezet. Het moet echt op een andere manier worden ingezet. Die begroting zal moeten worden hervormd. Daarom heb ik de premier net ook opgeroepen om bij de komende Europese top niet alleen te pleiten voor een verlaging van het budget, maar dit ook altijd te koppelen aan inhoudelijke doelstellingen als onderbouwing van het verhaal.