Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over de Europese top van 13 en 14 december 2018
Bijdrage Eppo Bruins aan een plenair debat met minister-president Rutte en minister Hoekstra van Financiën
Kamerstuknr. 21 501 - 20
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. "Brexit means brexit". Met deze uitspraak in haar kandidaatstellingsspeech stelde remainer May bijna tweeënhalf jaar geleden haar verkiezing tot partijleider van de Conservatives en premier veilig. Maar what brexit really means weten we nog steeds niet. Duidelijk is wel dat we zo langzamerhand zijn aanbeland in een bloedstollend eindspel, waarbij de uitkomst nog altijd ongewis is. Mijn fractie zou er niet om treuren als het uit zou draaien op een tweede referendum over de deal van de immer strijdbare May versus een no brexit, in de hoop dat onze bondgenoten aan de overzijde van de Noordzee te elfder ure alsnog besluiten lid van onze Unie te blijven.
Het Verenigd Koninkrijk is immers een bondgenoot die we niet kunnen missen in de continue strijd met het Zuiden van Europa, beginnend in de buurt van Brussel, om gezond financieel-economisch beleid op eigen kosten te voeren. Want dat is keer op keer wat er op het spel staat. En het is razend knap wat minister Hoekstra en zijn Hanzecoalitie de afgelopen tijd voor elkaar hebben gebokst, daarbij rake klappen uitdelend, zonder zelf veel te hoeven incasseren. Maar we weten dat we uiteindelijk een gevecht voeren in een eurozone die door het Zuiden wordt gedomineerd. Ik kom daar zo op terug.
Maar eerst even aandacht voor de gezamenlijke glimlach en zorg die we gisteren niet konden onderdrukken. Onder aanvoering van Macron werd het Italië van Salvini door de Europese Commissie op zijn nummer gezet, vanwege een dreigend EMU-tekort van 2,4%, in combinatie met een dreigende onhoudbare staatsschuld. Zeker, over Italië maken we ons best zorgen, maar het is ongelooflijk dat demonstranten Franse auto's en straatmeubilair in elkaar timmeren en dat dit pardoes leidt tot 10 miljard euro aan extra overheidsuitgaven, waardoor het EMU-tekort van Frankrijk in 2019 op 3,5% dreigt uit te komen. Want uitgaven verminderen, ook al zijn ze torenhoog, daar doen de Fransen niet aan. Als Italië met een tekort van 2,4% al op het strafbankje van Juncker zit, waar komt Frankrijk dan te hangen? Ik ben zeer benieuwd welke sancties de Europese Commissie in petto heeft voor Frankrijk. Of gelden voor dit land van zonnebloemen en zonnekoningen andere regels, omdat het Frankrijk is? Ik ben zeer benieuwd naar de kijk en de inzet van het kabinet met betrekking tot deze hoogst opmerkelijke kwestie, zeker nu de Europese Commissie bij Italië akkoord lijkt te gaan met een tekort van net onder de 2%. Gaat dit percentage dan ook voor Frankrijk gelden?
Overigens maakt deze episode één punt nog eens heel duidelijk: in een eurozone met dit soort kostgangers moet je, zoals de coalitiepartijen ook zijn overeengekomen in het regeerakkoord, nooit een voorstander van een eurozonebegroting zijn. Hoezeer het ook een loodzware bokspartij is, nog grotere transfers in onze Unie toestaan is enkel en alleen het belonen van uitermate slecht gedrag.
In dit kader een drietal vragen van mijn fractie. Eén. Ook al is "eurozonebegroting" nu nog slechts een woord met materieel nauwelijks betekenis en mogelijk maar een relatief beperkt bedrag onder het nieuwe MFK van de Europese Unie, in hoeverre is dit toch niet de welbekende zachte neus van die verschrikkelijk grote kameel die straks een veel te groot deel van de Europese tent vult?
Twee. Als er ál extra geld komt om de concurrentiekracht van de Europese economieën te vergroten en deze eindelijk eens te laten convergeren, heeft het kabinet dan ook de inzet dat er geen nieuwe faciliteiten onder het MFK worden gecreëerd? Als er geld naar competitie en convergentie gaat, kan dat het beste via de bestaande structuurfondsen, zoals voor onderzoek en innovatie. Mijn fractie vindt het prima als er in de toekomst minder naar cohesiefondsen gaat en meer naar onderzoek en innovatie. Deelt het kabinet deze kijk op vormgeving en bestedingsdoelen?
Drie. Zorg dus dat eventueel geld voor competitie en convergentie binnen de bestaande structuren wordt uitgegeven en niet pas als er ergens crisis dreigt of is. Het mag geen stabilisatiegeld worden. Als eventueel extra geld als stabilisatiegeld wordt benut, zitten we uiteindelijk toch in die transferunie — met een veel te dikke vinger in de pap van het Europees Parlement. Dat dat Parlement vaak domme uitspraken doet, is gisteren nog maar eens bewezen met de uitspraak over de WW.
Voorzitter, afsluitend nog twee punten. Wat me opviel, is dat de minister erg positief was over de afspraken die hij had kunnen maken om de positie en procedures met betrekking tot het permanente noodfonds ESM te versterken. Dat geldt ook voor de zogenaamde backstop die bij het ESM ondergebracht zal worden. Kan de minister nog eens haarfijn toelichten waarom hij versterking van het ESM in het belang van Nederland acht en waarom afspraken dus goed zouden zijn?
Als laatste. Bij de snelle uitbreiding van de EU in het vorige decennium stond de aandacht voor de rechtsstaat duidelijk niet hoog op de prioriteitenlijst. Is de premier het met de ChristenUniefractie eens dat dit nu wel prioriteit moet hebben? Nu is het voorstel om rechtsstatelijkheidsbeginselen te koppelen aan de goede bestedingen en financieel management van EU-geld. Dat is een van de voorstellen voor het nieuwe MFK. Is het kabinet het met mijn fractie eens dat een dergelijk middel van groot belang is, naast de bekende artikel 7-procedure? Hoe sterk gaat de premier zich hiervoor maken? Hoe schat hij de steun voor dit voorstel in?
Voorzitter, dank u wel.