Leven in een gebroken wereld
ChristenUnie-Kamerlid Slob brengt, samen met ZOA-Vluchtelingenzorg, een werkbezoek aan Ethiopië. Vandaag de tweede aflevering van een dagboek.
Ik neem altijd enkele boeken mee op reis. Deze keer in mijn koffer, naast de Bijbel, het nieuwe boek 'Mijn land' van Roel Kuiper, lijsttrekker Eerste Kamer voor de ChristenUnie. Kuiper schrijft over zijn verlangen naar een wereld waarin we het lot van anderen aantrekken en hulp bieden waar dat maar kan. Ik deel dat verlangen, maar hoe geef je dat handen en voeten in het oosten van Ethiopië? In dit deel van Ethiopië zijn op dit moment vier vluchtelingenkampen. Tot 2009 konden internationale hulporganisaties op de nood in deze kampen inspringen. Maar de Ethiopische regering heeft in een wet geregeld dat de buitenlandse NGO's niet meer zelfstandig met vluchtelingen mogen werken. Dat mag alleen nog maar als ze samenwerken met lokale organisaties. Echter, het probleem is dat die er niet zijn in dit deel van Ethiopië. Veel van de hulp is hierdoor volkomen stilgevallen.
Wij bezoeken dinsdag Hartisheik. Net buiten dit dorp leven meer dan 8000 Ethiopiërs (zogenoemde IDP's) die zijn gevlucht voor de droogte, honger en conflicten in hun eigen regio's. De ontheemden zijn hier bij elkaar geplaatst in een kamp en leven daar al meer dan tien jaar. Al met al zijn de leefomstandigheden van de dorpelingen en de vluchtelingen verontrustend, veroorzaakt door een groot tekort aan eten en drinken. Omdat dit geen buitenlandse vluchtelingen zijn, mogen NGO's wel met hen werken. Echter, alleen ZOA is over gebleven. In gesprek met lokale bevolking en dorpsleiders wordt duidelijk hoe de hulp van NGO's wordt gemist en hoe serieus de problemen zijn.
In vergelijking met mijn reis in 2008 is de situatie in Hartisheik en het kamp sterk verslechterd. Er is een trend in de afgelopen jaren van steeds minder regen in het regenseizoen. Een gevolg van de klimaatverandering, zegt het hoofd regionale humanitaire hulp. Hij twijfelt sterk of de regen dit jaar wel komt. Door de waterschaarste zijn de prijzen explosief gestegen, tot wel tien keer zoveel als in het begin. Ik zie met mijn eigen ogen dat de door ZOA geïnstalleerde waterzuiveringsinstallaties en geleverde waterfilters goed functioneren. Een moeder vertelt dat haar acht kinderen minder ziek zijn vanwege het gezuiverde water. Geld dat is opgehaald met acties als Walk4Water wordt goed besteed. Het grote probleem is nu echter dat het water voor de meeste mensen veel te duur is geworden. Dat is een situatie waar zelfs ZOA geen directe invloed op heeft. We praten met stamoudsten en enkele families. 'Help ons nu aan voedsel en water', smeken deze mensen. Ik kijk in hun ogen, zie hun kinderen, en realiseer me opnieuw dat we in een gebroken wereld leven.
Arie Slob