Verlangen naar een doorbraak
Bijdrage aan het formatiedebat – 7 september 2021
Dit weekend stond een collega Kamerlid van ons op een demonstratie in Amsterdam. Hij verkondigde daar dat hij de overheid niet erkende. Ik vind dat een vorm van politiek extremisme waar ik van schrik. Maar gek genoeg is dat soort gevaarlijke extremisme niet de grootste bedreiging van het politieke midden.
En het politieke midden beschouw ik als het geheel van partijen die ondank grote inhoudelijke verschillen, wel bereid zijn om samen te werken.
Dat politieke midden wordt nu bedreigd door zichzelf. Door zijn eigen onmacht. Als we zo doorgaan, zullen we getuige zijn van de implosie van dat midden. Met dramatische gevolgen voor de bestuurbaarheid van ons land en het vertrouwen in de politiek. En dat raakt ons allemaal.
Ik dank de informateur voor haar werk, maar vooral voor haar geduld en de goede gesprekken die we hebben gehad. Ik heb twee vragen voor haar.
Heeft ze de gedachte gehad dat het inhoudelijke traject van deze zomer partijen bij elkaar zou kunnen brengen? Dat dit inderdaad een hoopgevend en vruchtbaar traject was. Had zij de indruk dat de twee schrijvende partijen dit proces serieus namen als opmaat voor inhoudelijke besprekingen? Op grond waarvan baseert ze die indruk.
De informateur heeft twee laatste meerderheidsopties geëlimineerd. Dat biedt helderheid.
Nu moet een minderheidskabinet worden onderzocht. Ondertussen zien we dat het iedere dag moeilijker wordt. Dat het moeilijker wordt om zelfs tot zo’n minderheidskabinet te komen. En toch moet een nieuwe informateur daarmee aan de slag. Collega Rutte heeft daartoe een motie ingediend. Die motie steunen wij. Wij zullen deze poging steunen.
Iedereen zegt zelf redelijk te zijn, maar de ander moet bewegen. En het resultaat is een dramatisch onvermogen. Een dramatisch onvermogen om tot samenwerking te komen. Toen informateur Hamer aantrad, hebben wij ons als fractie voorgenomen: aan ons mag het niet liggen. Wij willen niet de laatste blokkade zijn.
Hoe zeer we ook de inhoudelijke verschillen zien. Ik zal daar straks nog iets meer over zeggen.
Dat blijft de positie van onze fractie. Ook in het geval een minderheidskabinet aantreedt.
Ondertussen zijn de inhoudelijke verschillen met liberale partijen groot. Soms heel groot. Juist het inhoudelijke stuk laat dat zien.
Er is fundamenteel onrecht en ongelijkheid in dit land. Maar ik heb nog geen idee hoe de twee liberale partijen de strijd ertegen willen gaan voeren.
Er is nog geen plan om de financiële problemen van huurders te verhelpen. Om de helpende hand te bieden aan mensen met een laag inkomen, met onzeker werk met een slechte gezondheid. Maar er wel het voornemen om de onderwijsvrijheid in te perken.
Jongeren hebben steeds meer schulden en steeds minder kans op een vaste baan en een betaalbaar huis. Ik heb nog geen begin gezien van een plan om hen te helpen, maar ik lees wel vrij gedetailleerd hoe een schooldag in elkaar steekt.
We hebben hoognodig een belastinghervorming nodig zodat we van de toeslagen afkomen en komen tot een rechtvaardige verdeling van onze welvaart, inkomen, banen, van huizen. Maar dat plan is er niet. Wel plannen om de embryowet aan te passen.
Wat zijn dit voor prioriteiten? Ik kan het oprecht niet volgen.
Dit proces snakt naar een doorbraak.Wij snakken naar een doorbraak. Ons land snakt naar een doorbraak. Hoe groter de partijen hoe groter de verantwoordelijkheid.
Ik zei het al. Wij steunen de conclusie en het en het advies. We zullen ons met hart en ziel inzetten voor onze inhoudelijke agenda. Voor dat wat wij geloven wat er moet gebeuren. En daarbij het debat over fundamentele verschillen niet schuwen. En tegelijk zullen we die samenwerking altijd blijven zoeken.