Inbreng Gert-Jan Segers tbv Wijz. Wetboek Strafvordering ivm terugdringen geweld oiv middelen

donderdag 19 december 2013

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een wijziging van het Wetboek van Strafvordering

Onderwerp:   Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het terugdringen van geweld onder invloed van middelen

Kamerstuk:    33 799

Datum:            19 december 2013

De leden van de ChristenUnie fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat beoogt geweld onder invloed van middelen terug te dringen door het introduceren van een bevoegdheid hierop te testen. Genoemde leden onderschrijven dat middelengebruik mee moet kunnen wegen als strafverzwarende factor en dat het meten daarvan hierbij van toegevoegde waarde kan zijn. Zij hebben echter nog enkele vragen bij het automatische karakter daarvan.

Het openbaar ministerie zal worden verzocht het middelen-gebruik als factor in de Bos Polaris-richtlijnen op te nemen. Het Openbaar Ministerie is hier echter geen voorstander van, omdat – aldus, kort samengevat, het Openbaar Ministerie – middelengebruik niet bij iedereen dezelfde uitwerking heeft en daarom niet tot een automatische verhoging van de strafeis zou moeten leiden. In reactie daarop is in het wetsvoorstel een drempelwaarde opgenomen zodat lichte aanwezigheid van middelen niet wordt meegenomen maar alleen wanneer het percentage dusdanig hoog is dat aannemelijk is dat het van invloed is geweest op het gewelddadige gedrag van de verdachte. Genoemde leden vragen of het toevoegen van deze drempelwaarde voldoende is voor het Openbaar Ministerie om middelengebruik op te nemen in genoemde richtlijnen en zo nee, wie uiteindelijk de Bos Polaris richtlijnen vaststelt.

Er wordt weliswaar een drempelwaarde gehanteerd zodat minimaal middelengebruik niet automatisch tot een eis met een strafverzwarende factor leidt, maar is boven deze drempelwaarde dan niet nog steeds sprake van een automatisme? Genoemde leden vragen om dit te onderbouwen omdat de correlatie tussen middelengebruik en agressie complex is.

Genoemde leden vragen in het licht van het advies van de Raad van State nader in te gaan op de meerwaarde van het wetsvoorstel te opzichte van de bestaande praktijk. In het Nader Rapport wordt nu alleen gesteld dat in de huidige praktijk slechts in een beperkt aantal gevallen de factor drank- of drugsgebruik door de geweldpleger in het publieke domein in het proces-verbaal wordt gerelateerd. Is hier onderzoek naar gedaan zo vragen deze leden? Hoe vaak gebeurt het en zijn er cijfers over het aandeel van het totaal aantal zaken waarbij er vermoedelijk sprake is van beïnvloeding door middelengebruik? Is er, zo vragen deze leden, relevant empirisch onderzoek waaruit zou blijken dat bij de straftoemeting op dit moment onvoldoende rekening wordt gehouden met de rol die het middelengebruik bij de totstandkoming van het delict heeft gespeeld.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug