Bijdrage Gert-Jan Segers aan plenair debat Voorstel wet lid Schouw overweging verandering Grondwet

donderdag 04 juli 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken aan een plenair debat met de minister van Binnenlandse Zaken

Onderwerp:   Voorstel van wet van het lid Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester

Kamerstuk:    33 239

Datum:            4 juli 2013

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Ook ik complimenteer de heer Schouw voor het indienen van dit wetsvoorstel en voor de volhardendheid waarmee hij dit voor D66 aangelegen punt aan de orde stelt en in het debat inbrengt. Dat betekent niet dat wij het eens zijn met de inhoud van het voorstel.

Je kunt dit wetsvoorstel als droge procedure zien: de benoeming van de burgemeester en van de commissaris van de Koning wordt op dit moment in de Grondwet geregeld en wel zo dat die benoeming bij Koninklijk Besluit dient plaats te vinden. Het voorstel van de heer Schouw haalt de benoemingswijze uit de Grondwet: hij wil dit voortaan door regels bij wet regelen. Daarmee is dit niet zomaar een wijziging. Het is uiteindelijk dus geen procedurele kwestie, maar een zaak van waardering van zowel de Grondwet als van de taken van de burgemeester en de commissaris. Eigenlijk benoem ik daarmee ook mijn hoofdvraag in dit debat: wat is volgens de indiener het belangrijkste doel van de wijziging van deze wet?

In het vervolg zal, na aanneming van dit voorstel, de benoemingswijze bij eenvoudige meerderheid te wijzigen zijn. Dat kan de ChristenUnie om meerdere redenen niet steunen, allereerst vanwege de taken van de burgemeester en de commissaris van de Koning. Zij hebben een eigen onafhankelijke functie in ons staatsbestel. Zij zijn ook een rijksorgaan. De burgemeester kan bijvoorbeeld besluiten van de gemeente die in strijd zijn met de wet, voordragen voor schorsing of vernietiging. Die eigenstandige positie verdient in lijn met andere ambten een eigen plek in de Grondwet. Naast de staatsrechtelijke betekenis van het ambt vindt de ChristenUnie dat het niet past om juist bij deze ambten een situatie te creëren waardoor de wijze van aanstelling met enige regelmaat wisselt. Deze wijziging heeft dit tot gevolg, maar die consequenties zijn verder geen onderwerp van de beraadslaging en dat wringt.

Ik heb bovendien vragen over de onderbouwing door de indiener om juist dit punt uit de Grondwet te kiezen. Hij wijst naar het sobere karakter van de Grondwet, maar geeft vervolgens niet echt thuis als hem door fracties naar andere artikelen in de Grondwet wordt gevraagd die eveneens in aanmerking zouden kunnen komen om uit de Grondwet gehaald te worden. Kersenplukken uit grondwetartikelen is niet de gewenste manier om de gewenste versobering dichterbij te brengen.

Bovendien is het huidige wetsartikel eigenlijk uiterst sober. Wijziging ligt alleen voor de hand als je het ermee oneens bent. In het verkiezingsprogramma van D66 is klip-en-klaar te lezen dat de partij van de heer Schouw voor gekozen bestuurders is. Dan kan ik niets anders concluderen dan dat op het verlanglijstje van de heer Schouw ook steeds de gekozen burgemeester en commissaris staat en dat deconstitutionalisering van deze benoemingen daartoe de eerste stap is. Of neemt hij afstand van zijn partijprogramma? In alle stukken bij dit wetsvoorstel wil hij de procedure en de voorkeur voor de wijze van benoeming los zien van elkaar, maar ik denk dat wij geen verstoppertje moeten spelen. Het uiteindelijke doel van deze exercitie lijkt mij ook helder. De politieke agenda van de indiener is duidelijk; daar heeft hij het volle recht op, maar het is wel zo transparant om daar in dit stadium helder over te zijn.

Ik zie uit naar de beantwoording, maar de inzet van onze fractie mag helder zijn.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug