Bijdrage Gert-Jan Segers en Joël Voordewind aan de Begroting Veiligheid en Justitie, incl. I & A

woensdag 28 november 2012

Bijdragen van ChristenUnie Tweede Kamerleden Gert-Jan Segers en Joël Voordewind aan de Begroting Veiligheid en Justitie, inclusief Immigratie en Asiel

Onderwerp:               Begroting Veiligheid en Justitie (33400-VI) (inclusief Immigratie en Asiel)

Kamerstuk:                33 400 - VI

Datum:                        28 november 2012

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Vrijheid is de mogelijkheid om het goede te doen en de ruimte om tot bloei te komen. Om die vrijheid te beschermen is er het recht en is er de wet. Het is cruciaal dat die worden gehandhaafd. Maar waar de grenzen van de wet verkeerd worden getrokken, daar kan vrijheid omslaan in haar tegendeel. Dan is het bederf van het beste het slechtste.

Deze week kreeg ik per e-mail een reactie op een artikel dat ik heb geschreven over prostitutie en mensenhandel. Deze vrouw schreef mij hoe zij ooit in haar studententijd was gaan bijverdienen in de prostitutie, maar zich steeds sterker was gaan afvragen hoe vrijwillig haar keus eigenlijk was geweest. Ze schrijft dan: "Nu, twintig jaar later heb ik nog steeds last van mijn werkverleden. Ik heb mijn studie afgemaakt en heb een gezin en een goede baan. Maar het verleden spookt nog vaak door mijn hoofd. Er is niemand die dat weet. Ook de eenzaamheid is een bittere erfenis, naast alle afschuwelijke herinneringen." Ze eindigt haar e-mail als volgt: "Zeggen dat hoeren andere vrouwen beschermen tegen verkrachting, zoals veel mensen denken, mag nooit een reden zijn om dit in stand te houden. Waarom mag de ene vrouw wel en de andere niet verkracht worden? Ik hoop dat u deze kwestie onder de aandacht blijft brengen." Ik zal dat doen.

De legalisering van prostitutie is twaalf jaar geleden gevierd als een toonbeeld van vrijheid, maar we zien dat deze vrijheid in veel gevallen gepaard gaat met onvrijheid. Vrouwen die vanuit het buitenland hierheen worden aangevoerd om seksueel geëxploiteerd te worden, Nederlandse vrouwen die vanwege schulden aan thuisprostitutie gaan doen, jonge meiden die via een loverboy achter de ramen terechtkomen; het heeft niets met vrijheid te maken, maar alles met onrecht dat bestreden moet worden.

Ik hoop dat de komende periode zich een breed front in de Kamer aftekent in de strijd tegen deze misstanden. Ik hoop op bewindslieden die niet zozeer zeggen dat zaken hun aandacht hebben, maar op bewindslieden die voorop gaan in de strijd tegen dit onrecht. Daarbij zijn drie zaken nodig: een bovenlokale aanpak, een hogere drempel tegen mensenhandel en betere bescherming van slachtoffers.

Ik ga allereerst in op de noodzaak van de bovenlokale aanpak. De aanpak is nog veel te versnipperd en veel te afhankelijk van lokale prioriteiten. Op welke manier verankeren we bijvoorbeeld de preventie, zodat op alle scholen voorlichting over loverboypraktijken plaatsvindt? Is de minister bereid om, in overleg met zijn collega van VWS, te werken aan de komst van regionale zorgcoördinatoren, waar hulpverleners om vragen? Hoe is de inbedding van de teams Mensenhandel in de nationale politie? De nationale rapporteur heeft haar zorg op dit punt uitgesproken. Hoe kunnen we alsnog komen tot registratie en een betere informatie-uitwisseling nu het wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche is aangehouden in de Eerste Kamer? Ik hoor graag van de minister hoe hij hier werk van gaat maken.

Ik kom op mijn tweede punt: hogere drempels tegen mensenhandel. De Kamer van Koophandel schrijft altijd in, zelfs bij het vermoeden van mensenhandel. Dat vermoeden wordt weliswaar gemeld, maar de inschrijving vindt wel plaats, terwijl weigering van inschrijving in zo'n geval wel zou kunnen. Ik vraag de minister om daarover in overleg te treden met de Kamer van Koophandel. Ook zouden de Kamers van Koophandel buitenlandse vrouwen die zich hier inschrijven, informatie kunnen geven over de risico's en schaduwzijden van prostitutie. Een ander punt betreft de beperkte mogelijkheden van mobiele grenscontrole. De heer Van Hijum heeft dat in een andere context ook al naar voren gebracht. Omgerekend is slechts vier dagen per maand mobiele grenscontrole mogelijk. De andere 26 dagen kan een van een Bulgaars kenteken voorzien busje met Bulgaarse vrouwen gewoon doorrijden. Dat is een onbevredigende situatie. Is de minister bereid om met zijn Schengencollega's te overleggen over mogelijkheden om de mobiele grenscontrole uit te breiden?

Ik kom op mijn derde punt: betere bescherming van slachtoffers. Het is tragisch dat er nog altijd sprake is van wachtlijsten voor de opvang van slachtoffers. De PvdA-fractie heeft dit punt ook al naar voren gebracht. Vorig jaar is melding gemaakt van wachtlijsten en ook dit jaar kunnen we dat doen, maar wat gaat de minister er nu echt aan doen, zodat kwetsbare vrouwen de hulp krijgen die ze nodig hebben?

De B9-regeling, die slachtoffers drie maanden de tijd geeft om aangifte te doen, is deze zomer op onderdelen ingeperkt. Volgens hulpverleners is dit niet goed voor de slachtoffers en niet goed voor de vervolging van daders. Er wordt nu in sommige gevallen al binnen tien dagen geseponeerd, zonder dat er tijd en rust is om een goede aangifte te doen. Deze inperking is geen verbetering. De ChristenUnie-fractie vraagt het kabinet om deze maatregel terug te draaien.

Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat ons land de slavernij afschafte. Laat komend jaar het jaar zijn waarin we met inzet en veel inspanning de strijd aangaan tegen moderne slavernij. Ieder mens telt, is geschapen naar Gods beeld en heeft recht op vrijheid om tot bloei te komen. Laten we ons daarvoor inzetten.

Ook verslaving heeft niets met vrijheid te maken, integendeel. De ChristenUnie is blij dat de leeftijd voor alcoholverkoop naar 18 jaar gaat. Ik ben echter minder blij met de voorstellen over de coffeeshops. De minister is nog steeds niet helder over wat hij precies bedoelt met lokaal maatwerk met betrekking tot het ingezetenencriterium. De ChristenUnie vindt het ronduit een verkeerde stap dat de minister het criterium van de afstand tot scholen wil loslaten. Dit verlaagt de drempel voor jongeren en kan het begin van een verslaving zijn. En hoe is het mogelijk dat er proefprocessen nodig zijn om een plaatselijk blowverbod te regelen, omdat het landelijk wel verboden is maar tegelijk wordt gedoogd? De staatssecretaris wil het gokbeleid reguleren -- we hebben het daar vanochtend al kort over gehad -- maar ondertussen neemt het aantal gokverslaafden snel toe. Wat doet de regering daaraan?

De vrijheid van een samenleving moet worden beschermd tegen wetsovertreders. Dat betekent echter ook weer niet dat mensen die zich ooit hebben misdragen, voor de rest van hun leven tot onvrijheid moeten worden veroordeeld. Aan steeds meer jongeren wordt voor werk of stage om een verklaring omtrent het gedrag, een vog, gevraagd. Dit geeft problemen voor jongeren met een justitieel verleden. Er is een streng beleid. Dat leidt ertoe dat iemand die zich op zijn 13de heeft misdragen, op zijn 24ste niet aan de slag kan als taxichauffeur, terwijl het voor jongeren met zo'n verleden juist zo belangrijk is om aan het werk te gaan en werk te hebben.

Het invoeren van een ondergrens voor jongeren is noodzakelijk. Straffen voor lichte vergrijpen onder de 23 jaar zouden dan niet leiden tot weigering van een vog. Graag een reactie.

Met betrekking tot die vog wil ik de staatssecretaris ook vragen hoe het staat met het gratis verstrekken van vog's voor vrijwilligersorganisaties. Hoe staat het met de evaluatie en kan die regeling ook worden uitgebreid voor bijvoorbeeld kerken en groene organisaties die eveneens veel met vrijwilligers werken?

Vrijheid verdedigen tegen criminelen betekent ook opnieuw vrijheid geven aan mensen die hun straf hebben uitgezeten. Maar met alleen straffen krijgen we nog geen betere samenleving. Gerechtigheid betekent ook inzetten op gedragsverandering en perspectief bieden en kansen geven, zodat een nieuw bestaan kan worden opgebouwd. Waarom erkent de regering resocialisatie niet als een aparte taak maar wordt die ondergebracht bij forensische zorg, wat toch echt heel iets anders is? Door deze wijziging dreigen financiële problemen voor de 24 uursnazorgorganisaties zoals Exodus, omdat de bekostigingsstructuur niet aansluit bij de inhoud van het werk van deze organisaties. Is het niet slimmer hierin meer te investeren om dure gevangeniskosten te besparen en recidive te voorkomen? Ik heb een amendement ingediend voor het ondersteunen van vrijwilligerswerk bij sanctietoepassing en integratie. Vrijwilligers leveren een waardevolle bijdrage en zijn goedkoop maar zeker niet gratis. Mijn vragen over Exodus stel ik mede namens de CDA-fractie die net niet in de gelegenheid was om die vragen te stellen. Net als onder andere de PVV-fractie maak ik mij zorgen over de bezuiniging op de rechtspraak en sluit ik mij aan bij de vragen die daarover al zijn gesteld.

Het navolgen van de letter van de wet kan in de praktijk soms strijdig zijn met het rechtsgevoel. Dat is het geval in de tragische situatie waarin een echtpaar uit Vollenhoven is vermoord en een van de zonen verdachte is. De zaak heeft ook in de media de nodige aandacht gekregen. Terwijl de rechtszaak nog loopt, is ondertussen de erfenis verdeeld en heeft ook de van moord verdachte zoon zijn deel ontvangen. Voor andere familieleden is dit moeilijk te verteren. Mijn fractie vraagt de minister of het ook mogelijk zou zijn dat in zo'n zaak de erfenis gedurende de rechtszaak in een depot blijft en niet wordt uitgekeerd. Graag een reactie.

Het is ook strijdig met het rechtsgevoel als daders hun straf ontlopen. Toch is de pakkans in Nederland relatief laag doordat er minder rechercheurs zijn dan in de omliggende landen. Gaat de minister hier meer op investeren en op welke manier kan de hulp van burgers, bijvoorbeeld via het nu al zeer succesvolle Burgernet, nog meer worden gebruikt?

Dit kabinet wil investeren in de operationele sterkte van de politie, maar waarom wordt dan de evenementenheffing, zoals wel afgesproken, niet ingevoerd, maar krijgt de politie in plaats daarvan een extra efficiencytaakstelling van maar liefst 60 miljoen? Ik zou de minister willen vragen dit te repareren en de evenementenheffing wettelijk te regelen zodat we af zijn van die taakstelling van 60 miljoen.

Ook de bezuinigingen op de gevangenissen komen hard aan, zeker in de regio's met een toch al hoge werkloosheid. Ik zou de staatssecretaris dringend willen verzoeken om bij de keuze van de te sluiten gevangenissen in ieder geval krimpregio's en economisch zwakkere regio's te ontzien.

De politie moet prioriteiten stellen en kan niet overal achteraan, maar is de minister het met mij eens dat het niet zo kan zijn dat een ondernemer wordt afgewimpeld met het argument dat er geen tijd is als hij een compleet dossier overhandigt, inclusief al het bewijsmateriaal? Prima dat de minister wil dat op elke aangifte binnen twee weken wordt gereageerd maar als je alleen maar hoort dat er niets met de aangiften gedaan wordt, gaat dat ten koste van het vertrouwen in de politie en daalt de bereidheid om aangifte te doen. Dan kan de capaciteit beter worden ingezet voor het onderzoeken van panklaar aangeleverde misdrijven. Kan de minister een indicatie geven van het aantal plankzaken met een 100% opsporingsindicatie?

Ik heb nog een amendement ingediend voor het terugdraaien van de bezuiniging op het College bescherming persoonsgegevens. De woordvoerder van de D66-fractie heeft er al het een en ander over gezegd. Ook heb ik een amendement ingediend over de beveiliging van joodse instellingen. De minister heeft zich daarover uitgebreid laten informeren, maar is van mening, zo schrijft hij een brief, dat hiervoor op dit moment geen bekostiging vanuit de rijksbegroting nodig is vanwege lokale subsidies.

Er is echter nog steeds geen geld voor het inschakelen van beveiligers. Deze hoge kosten kunnen wij niet neerleggen bij deze kleine gemeenschap. Het bewaken van de veiligheid is een kerntaak van de overheid. Dat zou juist als het gaat om deze groep een erezaak moeten zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Gezien het feit dat de asielbegroting is ingeschoven, is mijn spreektijd maar beperkt. Ik ga dus snel van start. Als ik naar het asielgedeelte in het regeerakkoord kijk, wordt mijn hart blij. Er staat immers iets in over de kinderasielwet. Er wordt een regeling getroffen voor de kinderen die al heel lang in Nederland zijn en die hier inmiddels zijn ingeburgerd. Die krijgen hoop en perspectief op een verblijf in Nederland.

Als ik doorlees, zie ik echter veel terug van de teksten uit het vorige regeerakkoord. Daar mag de VVD dan blij mee zijn, maar ik had meer verwacht van de PvdA.

Wij hadden het al even met de heer Recourt over de kinderasielwet. Ik wil de staatssecretaris, die verantwoordelijk is voor het maken van een overgangsregeling, een aantal vragen meegeven. Is het mogelijk om de leeftijdsgrens van 21 jaar los te laten voor de zogenaamde oude gevallen? Is het mogelijk om het kinderpardon op iedereen van toepassing te verklaren die voor zijn 18de jaar naar Nederland is gereisd, vijf jaar in Nederland is verbleven en minimaal vijf jaar naar na zijn asielaanvraag nog steeds in Nederland is? Dan zouden wij de situaties van de mensen ondervangen die inmiddels ouder zijn geworden dan 21 jaar, maar die verder wel onder de regeling zouden vallen.

Dan de kinderen van 1F'ers. Is het toch mogelijk om naar deze kinderen te kijken? Deze kinderen hebben immers geen schuld aan wat de ouders hebben gedaan. Het is natuurlijk aan de ouders om te beslissen wat er gebeurt: of zij met de kinderen teruggaan naar het land van herkomst of dat men toch kiest voor een gescheiden verblijf in Nederland, al is het voorlopig.

Dan de meerderjarige broertjes en zusjes, die feitelijk nog deel uitmaken van het gezin. Vallen die ook onder deze regeling? Kunnen wij er ook van uitgaan dat de kinderpardonregeling geldig blijft totdat de kinderasielwet in werking is getreden? Het kan zo zijn dat met de overgangsregeling een datum wordt afgesproken, maar dat er waarschijnlijk nog wel een jaar tussen zit voordat wij de definitieve kinderasielwet hebben gemaakt. Wij moeten voorkomen dat in de tussenliggende periode kinderen alsnog teruggestuurd worden, terwijl zij mogelijk wel onder de kinderasielwet kunnen vallen.

Worden de Dublin-claimanten meegenomen in de overgangsregeling als zijnde asielzoekers die mogelijk tijdelijk buiten Nederland verbleven, maar die uiteindelijk weer terug zijn gekomen naar Nederland en die hier de situatie hebben afgewacht?

Ik ga nu snel door naar de gezinshereniging, de reguliere. Kan de staatssecretaris een uitzondering maken voor de partner die kinderen heeft bij de aanvraag? Het gaat mij om de verhoging van de leeftijd van 21 jaar naar 24 jaar. Wij pleiten er zeer voor om een uitzondering te maken voor partners die kinderen hebben, bijvoorbeeld hier in Nederland, en die moeten wachten op de ouder die nog in het buitenland zit. Ik hoor graag van de staatssecretaris dat hij meerderjarige kinderen die nog deel uitmaken van het gezin, ook onder de gezinshereniging laat vallen.

Ik kom nu op de gezinslocaties. De PvdA, de ChristenUnie en andere partijen zijn de afgelopen jaren gezamenlijk opgetrokken waar het ging om de vrijheidsbeperkende locaties (VBL) en de vrijheidsbeperkende maatregelen die nog van kracht zijn in de gezinslocaties. Ik hoop dat de PvdA er samen met mij voor zal blijven strijden om deze maatregelen bij de gezinslocaties te schrappen. Het gaat ook hier weer om kinderen. Zij worden beperkt in hun bewegingsvrijheid doordat hun ouders elke dag een meldingsplicht hebben, zelfs in het weekend. Ik hoor daar graag een reactie op van de staatssecretaris.

Mijn volgende punt betreft de vreemdelingendetentie en de alternatieven daarvoor. Ik heb begrepen dat dergelijke alternatieven in verschillende omliggende landen al worden ingezet. Wij hebben pilots lopen. Is de staatssecretaris bereid om die pilots te versnellen en ze ook in omvang uit te breiden? Is hij ook bereid om de vreemdelingendetentie slechts in uiterste gevallen te gebruiken en af te zien van de grensdetentie?

Ten slotte kom ik op het tentenkamp en de uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik was blij met de opening die de PvdA daar maakte wat betreft de Somaliërs. Ik vraag de staatssecretaris of hij een uitzondering wil maken en Somaliërs een langere opvangmogelijkheid wil bieden, ook omdat de Raad van State heeft aangegeven dat de Somaliërs die naar de hoofdstad Mogadishu zouden moeten, op dit moment niet terug kunnen. Ik hoor ook nog graag een reactie van de staatssecretaris over Irak. Kan hij aangeven hoeveel van de 300 mensen die vrijwillig zijn teruggekeerd, naar Irak, naar Noord-Irak, dus naar Koerdistan, zijn gegaan? Ik heb namelijk sterk de indruk dat de meeste Irakezen die vrijwillig terugkeren, naar Koerdistan gaan en niet naar Bagdad, Ninevé, Kirkuk et cetera. Daar krijg ik graag een feitelijk antwoord op.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


« Terug