Bijdrage Gert-Jan Segers aan de Begroting Algemene Zaken (35300-III) en Begroting Koning (35300-I)
Bijdrage Gert-Jan Segers aan een plenaire begrotingsbehandeling met minister-president Rutte
Kamerstuknr. 35300 - I en 35300 - III
De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. 75 jaar vrijheid is voor mij ook het moment om mee te beginnen, om bij stil te staan. We gaan dat komend jaar uitgebreid doen, 75 jaar vrijheid. Vrijheid is een duur bezit. Het is iets wat nooit vanzelfsprekend is. Dat gaan we vieren. Het moment om dat te vieren, is 5 mei. Collega's zeggen: "Nou, laten we in ieder geval de oproep doen aan de werkgevers om daar eens naar te kijken als de cao's worden afgesloten, om in goed overleg tussen werkgevers en werknemers van 5 mei een vrije dag te maken. Laten we dat aanmoedigen. Laten we die oproep doen." Die oproep steun ik.
Mijn eigen voorstel, mijn eigen gedachte die ik hier wil delen, heeft betrekking op Prinsjesdag. Dat is ook zo'n moment waarop we de democratie vieren. Het is het hoogtepunt van het democratische jaar, van het parlementaire jaar. Dat wordt anders vormgegeven als wij hier weggaan. Tijdens de verbouwing zijn wij vijf, zes jaar weg van het Binnenhof. Mijn vraag is de volgende, en ik vraag de minister-president om daarop te reflecteren. In al die andere jaren vragen wij het land om hierheen te komen of bieden we mensen in ieder geval de gelegenheid om hierheen te komen, om de opening van het parlementaire jaar hier met ons mee te vieren. In deze bijzondere periode van vijf, zes jaar kunnen wij hier niet terecht. Zou het niet mooi zijn om dan eens een omgekeerde beweging te maken? Zou het niet een hele mooi optie zijn om Prinsjesdag in het land te vieren?
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik vind het een creatieve gedachte, en daar heb ik altijd waardering voor. Het sluit ook nog eens aan op de gedachte van het land ingaan, weg uit de Haagse kaasstolp. Dan zou het zo zijn zoals het ook op Koningsdag gebeurt: op allerlei verschillende plaatsen. Dat wordt ook erg gewaardeerd. Dus op zich voel ik hiervoor wel sympathie, maar bij nader inzien schuurt het bij mij toch ook wat. Want morrelen we op deze manier niet aan een traditie die bij een grondwettelijk uitgangspunt past, namelijk dat de Koning de troonrede, het regeringsbeleid, uitspreekt in de stad waar ook de regering zetelt? Is het niet jammer om die traditie los te laten?
De heer Segers (ChristenUnie):
Er is niets in de Grondwet wat dat verhindert. We hebben bijvoorbeeld ook een Verenigde Vergadering in Amsterdam bij de kroning. Dan hebben we dus ook een Verenigde Vergadering buiten Den Haag. Dat is een heel bijzonder moment, dat maar een paar keer plaatsvindt, namelijk bij de wisseling van de macht. Hoe dan ook wordt dit een bijzondere periode. Hoe dan ook wordt dit een uitzondering. We zitten namelijk niet in de Ridderzaal. De Koning zal de troonrede niet in de Ridderzaal uitspreken. Dus of het nou in de Grote Kerk is of in een theater of waar dan ook in Den Haag: het wordt een andere plek. Dus het zal hoe dan ook anders dan anders worden. En om dan van de nood een deugd te maken, vind ik dit in ieder geval een te interessante optie om niet te onderzoeken. Ik zeg niet: het moet en het zal. Maar laten we eens kijken of het mogelijk is. Ik denk dat het grote betekenis kan hebben voor regio's die het gevoel hebben dat Den Haag er niet altijd voor hen is of die het gevoel hebben dat Den Haag wel heel ver weg is. Soms is dat fysiek ook echt zo, maar ook mentaal. Men denkt soms: politici hebben niet altijd onze belangen goed op het oog. Ik denk dat het weleens een hele positieve impact zou kunnen hebben om Prinsjesdag in de regio te doen, waarbij hele andere schoolklassen de gelegenheid hebben om langs de route te staan en hele andere mensen er getuige van kunnen zijn. Mijn heel voorzichtige pleidooi is dus: laten we het minimaal onderzoeken.
De heer Van der Staaij (SGP):
Erover nadenken is altijd goed, en dat begint al met het debatteren erover. Maar stel dat er gezegd zou worden: het bevalt ons eigenlijk wel goed zo in verschillende plaatsen, dus laten we ermee doorgaan. Wat zou de heer Segers dan zeggen na een paar jaar?
De heer Segers (ChristenUnie):
Dat is een soort angstvisioen. Ik denk dat dat niet verstandig is. Dus mijn voorstel is echt als volgt. We zitten hoe dan ook elders. Doe een onderzoek om te kijken of dat "elders", in de uitzonderlijke periode dat wij niet op het Binnenhof zijn, nog ietsje verder weg van Den Haag zou kunnen zijn. Ik denk dat als wij weer terugkeren naar het Binnenhof en de Ridderzaal weer openstaat, we dan echt moeten terugkeren naar die goede traditie van de troonrede die in de Ridderzaal wordt uitgesproken. Dat zou mijn persoonlijke opvatting zijn.
De heer Van der Staaij (SGP):
Dat brengt mij op een idee, maar dat kan ik straks in mijn eigen termijn ook nog even aan de minister-president vragen: is het nou echt nodig om uit die Ridderzaal weg te gaan? Want kijk nou wat je ervan krijgt: gelijk krijg je weer gedoe van "moet het niet dit of dat?" en daardoor kan zo'n traditie weer ter discussie komen te staan.
Maar dan nog even een praktische vraag. De heer Segers heeft gelijk dat er constitutioneel niets in de weg staat, naar de letter van de Grondwet. Je kunt je wel afvragen of het nou zo logisch is dat er heel precies is geregeld dat de inhuldiging in Amsterdam moet plaatsvinden en de troonrede niet. Misschien had Den Haag daar ook beter bij genoemd kunnen worden, maar dat terzijde. Hij heeft dus gelijk: het staat er niet. Betekent dat dan ook dat de aansluitende vergadering van de Tweede Kamer op dezelfde plek moet plaatsvinden? Want we hebben ook altijd nog de aanbieding van de Miljoenennota, met de overhandiging van het koffertje. Gebeurt dat dan ook op de Grote Markt van Groningen?
De heer Segers (ChristenUnie):
Dat is een goede vraag.
De voorzitter:
Ja, daar moet ik ook even over nadenken, meneer Van der Staaij.
De heer Segers (ChristenUnie):
Kijk wat ervan komt. Het lijkt een schrikbeeld, maar kijk wat er van zou kunnen komen. De mensen van Leeuwarden, Groningen, Den Bosch, Maastricht, Middelburg zouden een heel bijzonder, uniek moment beleven, namelijk dat de Gouden Koets daar komt en dat het uitspreken van de Troonrede bij hen in de beurt plaatsvindt. Voor mij is dat geen schrikbeeld, maar iets heel moois om te overwegen. Daarna komen er allerlei praktische vragen zoals de heer Van der Staaij die terecht stelt: hoe zit het dan met de aanbieding van het koffertje? Dat zou ook de volgende dag kunnen. We zullen de Grondwet er nog eens even op nalezen of dat nog ergens op grondwettelijke bezwaren stuit. Ik denk dat het een mooie optie is. Nogmaals, ik zeg niet "het moet en het zal", maar het is een optie die we op z'n minst moeten onderzoeken, helemaal nu de staatssecretaris heeft geschreven dat het weleens een jaar extra zou kunnen duren voor wij hier weggaan. We hebben dus extra tijd om heel rustig die optie te onderzoeken en hier volgend jaar nog eens over door te spreken.
De heer Sneller (D66):
Complimenten voor de creativiteit in ieder geval. Het is goed om te blijven nadenken over dit soort dingen. Mijn vraag is niet praktisch, maar heel principieel: vindt de heer Segers dat het parlement erover gaat waar het vergadert?
De heer Segers (ChristenUnie):
Het is een Verenigde Vergadering, dus het is primair aan de Voorzitter van de Verenigde Vergadering en dat is de Voorzitter van de Eerste Kamer. Mocht een meerderheid hier zeggen "laten we het in ieder geval onderzoeken" — dat zou ik heel mooi en sympathiek vinden — dan zou de route volgens mij zijn dat er een verzoek aan het Presidium wordt gericht om het verzoek over te brengen aan de Voorzitter van de Verenigde Vergadering. Dan zal die optie daar moeten worden gewogen. Vroeger of later krijgen wij dan post terug met het bericht dat het wel of niet zou kunnen. Maar uiteindelijk is het aan de Verenigde Vergadering en primair aan de Voorzitter daarvan.
De heer Sneller (D66):
Dus we gaan met veel belangstelling luisteren naar de reflectie van de premier, maar dat is dan meer als adviseur van de Kamer, begrijp ik.
De heer Segers (ChristenUnie):
Ja, het gaat ons meer aan dan de minister-president, maar het geval wil dat hij daar aanwezig is en een belangrijke rol heeft. Ik ben wel zeer benieuwd naar zijn reflectie op deze suggestie. Punt.
Archief > 2019 > oktober
- 17-10-2019 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Maatschappelijke diensttijd
- 16-10-2019 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan de Begroting Algemene Zaken (35300-III) en Begroting Koning (35300-I)
- 16-10-2019 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan een plenair debat over de wijze waarop de coalitie met het ontvallen van de meerderheid denkt om te gaan