Vandaag debatteert de Tweede Kamer hierover. Centraal staat hierbij de norm van duizend nieuwe passagiers die nodig zijn voor Rijkssubsidie voor de bouw van nieuwe stations. Ernst Cramer: ,,Deze norm maakt het tijdig realiseren van stations op nieuwbouwlocaties en het verplaatsen van stations naar een meer gunstige locatie lastig.” Minister Eurlings heeft inmiddels toegezegd deze norm te gaan evalueren.

Woordvoerder Ed Anker zal in reactie op de initiatiefnota van zijn fractiegenoot enkele suggesties doen bij het onderzoek naar de instapnorm en daarbij aandacht vragen voor de spoordorpen: dorpen waar een spoor doorheen loopt maar waar geen station aanwezig is. Anker: ,,Het is opvallend dat er de laatste jaren vrijwel alleen maar stedelijke haltes worden geopend. Grote dorpen direct aan het spoor vragen al jaren om een station, maar krijgen het niet. En dat terwijl mensen die daar instappen vaak grotere afstanden per trein rijden. Voorstadhaltes worden consequent te hoog ingeschat en dorpen te laag.

In veel regio’s bestaat behoefte aan nieuwe stations. Realisatie van deze stations is vaak een moeizaam proces omdat de capaciteit op het spoor beperkt is en omdat er veel partijen betrokken zijn bij de besluitvorming en financiering. Daardoor worden stations vaak later dan gewenst geopend. In een eigen inventarisatie van de ChristenUnie komen zo’n honderd locaties in beeld waar een nieuw station zou kunnen worden gebouwd. Cramer beseft bij voorbaat dat die er niet allemaal zullen komen: ,,Het gaat ons erom dat de mogelijkheden in kaart worden gebracht, en daarnaast dat er snel begonnen wordt met de bouw van een aantal stations.”