Bijdrage Carola Schouten aan het WGO Wijziging Wet verlaging max.opbouw- en premieperc. pensioen
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een wetgevingsoverleg met staatssecretaris Wiebes van Financiën en staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderwerp: Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (novelle Witteveenkader)
Kamerstuk: 33 847
Datum: 3 maart 2014
Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Welkom aan beide Staatssecretarissen, maar in het bijzonder aan de nieuwe Staatssecretaris van Financiën. Hij valt met zijn neus in de boter bij dit mooie onderwerp, waarover al veel gediscussieerd is. Tijdens de voorbereiding van de novelle ben ik zelf nog eens teruggegaan naar de voorgaande discussies over de wetsvoorstellen. Ik heb gelezen welke onderwerpen in het WGO van 24 juni 2013 allemaal besproken zijn. Eigenlijk lag toen al duidelijk op tafel wat de problemen waren met beide wetsvoorstellen. De excedentregeling viel iedereen zwaar. Het was een dure regeling om uit te voeren en leverde nauwelijks resultaat voor de deelnemers, behalve als zij heel veel geld verdienden. Ook de premiewaarborging was een probleem. Er kon niet veel méér gezegd worden dan dat we het zouden gaan proberen. Dat was het. Tot slot was de hoogte van het opbouwpercentage een punt waarover iedereen zijn hoofd brak en waarover men zich afvroeg of het voldoende was voor de jongeren en voor de waarborging van de solidariteit van het stelsel.
We weten allemaal hoe het daarna is verlopen. De behandeling van de wetsvoorstellen is in de Eerste Kamer opgeschort en het kabinet heeft aangegeven dat het met een novelle zou komen. In de periode daarna heeft mijn fractie meeonderhandeld om ervoor te zorgen dat er een plan kwam dat wel breed draagvlak zou krijgen in de Eerste Kamer. Een aantal punten was voor mijn fractie van belang. We wilden ervoor zorgen dat jongeren kunnen rekenen op een goed pensioen, we wilden een eerlijke verdeling van de premie over de generaties, maar we wilden ook bijvoorbeeld dat zzp’ers meer mogelijkheden zouden krijgen voor het opbouwen van pensioen.
Ik concludeer dat het ons gelukt is. Dat wil niet zeggen dat ik geen vragen meer heb bij de zaken die nu geregeld zijn.
Mijn eerste vraag gaat over het opbouwpercentage. We gaan allemaal langer doorwerken. Ik heb eerder al gezegd dat dit voor mijn fractie rechtvaardigt dat het opbouwpercentage iets verlaagd wordt. Men kan immers met een lagere opbouw dezelfde pensioenambitie realiseren. De vraag was steeds hoe hoog het opbouwpercentage moest zijn om daadwerkelijk hetzelfde pensioen te realiseren. Met de aanpassing van het opbouwpercentage naar 1,875 zorgen we ervoor dat in 40 jaar tijd 75% van het gemiddelde inkomen aan pensioen gespaard kan worden. Diverse leden gaven aan dat we niet allemaal 40 jaar aan een stuk werken. Dat klopt, maar dat probleem is er nu ook al. We hebben de pensioenricht-leeftijd verhoogd naar 42 jaar, dus er zit al enige marge in. Ook is 75% hoger is dan de ambitie waarover we in het verleden hebben gesproken. Al met al blijft het natuurlijk een individuele uitkomst, die afhankelijk is van de keuzes die mensen in hun leven hebben gemaakt. Daarom heeft mijn fractie erop gehamerd om in het debat breder te kijken naar de pensioenen. We moeten niet alleen naar het opbouwpercentage kijken, maar naar de vraag of het pensioenstelsel de maatschappelijke ontwikke-
lingen volgt. Ik ben blij dat daar nu een SER-advies voor aangevraagd is. Dat is namelijk de echte discussie die we moeten gaan voeren. Ik hoor graag hoe het hiermee staat. Is de adviesaanvraag verstuurd en hoe heeft de SER erop gereageerd?
Wordt ook de discussie over de doorsneepremie, waar ook de heer Van Weyenberg over sprak, daarbij betrokken? Van het Centraal Planbureau hebben wij daarover een doorwrochte studie ontvangen. Het lijkt mij goed dat die in het SER-adviestraject wordt meegenomen. Voor de aftoppingsgrens is vastgehouden aan € 100.000. Het is geen geheim dat dit bedrag voor mijn fractie wat lager had gemogen. In ons verkiezingsprogramma stond een grens van € 80.000 à € 90.000. Wij snappen dat er in een akkoord soms compromissen moeten worden gesloten en dat het voor andere fracties lastiger was om de grens van € 100.000 los te laten. Omdat er een aanzienlijk hoger opbouwpercentage tegenover stond dan in het sociaal akkoord en in de wetsvoorstellen het geval was, hebben wij die aftoppingsgrens geaccepteerd. Daarmee is wat ons betreft een goede balans gevonden tussen die twee zaken. Voor de hogere inkomens is er een nettolijfrenteregeling vormgegeven. Ik sluit mij aan bij de vragen die daarover door vorige sprekers gesteld zijn, maar ik vraag mij ook af waarom het kabinet eraan vasthoudt dat de nettolijfrente alleen maar in de derde pijler kan worden opgebouwd. Waarom kan die niet ook in de tweede pijler worden opgebouwd? Mevrouw Vermeij merkte op dat in de tweede pijler al een aantal aanvullende regelingen worden uitgevoerd. In de antwoorden van het kabinet las ik dat het kabinet bang is voor een soort kruisbestuiving, waarbij regelingen en de premies door elkaar gaan lopen, maar als er momenteel al sprake is van aanvullende regelingen in de tweede pijler, dan hebben wij dit toch al goed kunnen regelen? Waarom kan dat straks opeens niet meer? Ik zie graag dat wordt bekeken of wij dit kunnen regelen, omdat het voor de deelnemers overzichtelijk is als zij dit bij hun fonds kunnen regelen. De keuzevrijheid blijft, want zij kunnen altijd nog naar een verzekeraar, bank of andere beleggingsinstelling. Graag ontvang ik op dit punt een reactie.
Over het niet hebben van een afkoopverbod – de mogelijkheid om de nettolijfrente te kunnen afkopen – heb ik dezelfde vragen als de heer Van Weyenberg. Als ik redenatie van de heer Ulenbelt over het Knabbel-en-Babbelpotje voor boven € 100.000 volg, zou het potje aangewend moeten worden voor het pensioen en niet bijvoorbeeld voor de caravan. Graag hoor ik wat de overwegingen van het kabinet zijn om de mogelijkheid te geven de nettolijfrente te kunnen afkopen. Kan bekeken worden of het misschien andersom moet?
Wij hebben gezocht naar premiewaarborgen om aan de ene kant de vrijheid voor de sociale partners te behouden en aan de andere kant meer waarborgen in te bouwen dat de ene generatie niet meer voor de andere generatie gaat betalen dan nodig is. Wij zijn blij dat de Nederlandsche Bank de generatietoets zal uitvoeren en daarbij zelfs enkele sanctiemogelijkheden heeft. Wel ga ik ervan uit dat dit vooral een stok achter de deur is en niet een instrument dat meteen ingezet zal worden, omdat ik hoop en verwacht dat de pensioenfondsen daar heel redelijk mee zullen omgaan. De vraag is nu wel of het voor de fondsen voldoende duidelijk is wat de generatie-effectentoets precies zal inhouden. Straks worden de premies vastgesteld en gaat DNB toetsen. Het kabinet zegt dat er nog een aanpassing kan plaatsvinden als de toets niet voldoet, maar volgens mij moeten wij voorkomen dat daarover discussie ontstaat. Volgens mij moet het kabinet, of in elk geval DNB, daarom heel duidelijk aangeven op welke wijze de fondsen getoetst zullen worden. Kan de Staatssecretaris van Financiën zeggen of op dit punt meer transparantie gegeven zal worden, opdat pensioenfondsen straks niet voor vervelende situaties gesteld worden?
Graag hoor ik wanneer de zzp-plannen naar de Kamer komen. Wij zijn blij dat wij op dit punt iets hebben kunnen regelen. Ik verwacht dat wij daarover snel kunnen spreken, omdat er grote behoefte aan is. Graag ontvang ik daar meer toelichting op. Ten slotte wil ik niet onvermeld laten dat wij blij zijn dat er serieus gekeken wordt hoe de mensen met een eigenwoningschuld ook hun premie- en werknemersdeel kunnen inzetten voor de aflossing van deze schuld. Dat stukje flexibiliteit is nodig en wat ons betreft past dit in de komende bredere discussie over de combinatie van pensioen, zorg en wonen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief
december 2019
juni
september 2018
juni 2017
- 14-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO inzake de Eurogroep / Econfinraad
- 01-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat over belastingafspraken met multinationals
mei
april
- 18-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake wijziging Wet arbeid vreemdelingen en Vreemdelingenwet 2000 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider
- 12-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van de Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten
februari
- 09-02-2017 - Schriftelijke vragen Carola Schouten en Eppo Bruins over de mogelijkheden om grenswerkers als expats te behandelen
- 08-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
- 02-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO Investeringsagenda Belastingdienst
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat genaamd Wijziging van de Kieswet in verband met het afschaffen van de mogelijkheid voor politieke groeperingen om lijstencombinaties te vormen
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over Burgerinitiatief "Peuro"
januari
december 2016
- 21-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van Najaarsnota 2016
- 15-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon
- 08-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de uitwerking van de Wet DBA
- 06-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid