Bijdrage Carola Schouten aan plenair debat over het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag

woensdag 27 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Het niet indexeren van het basiskinderbijslagbedrag in de Algemene Kinderbijslagwet per 1 juli 2013

Kamerstuk:    33 525

Datum:            27 maart 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Fijn dat de minister weer in ons midden is. Ik hoop dat hij zich niet zo heel erg ziek meer voelt.

De crisis gaat aan niemand voorbij, maar zeker niet aan gezinnen, en zeker niet als het aan dit kabinet ligt. Ik noem een paar maatregelen uit het regeerakkoord. Het verlagen van de kinderbijslag voor kinderen van 6 tot en met 17 jaar. Het verdwijnen van de gratis schoolboeken. Het invoeren van het leenstelsel in het hoger onderwijs. Forse bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag. Het afschaffen van de aftrek levensonderhoud kinderen en de ouderschapsverlofkorting. Het invoeren van een huishoudinkomenstoets. Het afschaffen van de alleenstaandeouderkorting en de aanvullende alleenstaandeouderkorting. Dit is nog maar een greep uit de maatregelen die gezinnen zullen raken. Dit zijn alleen nog de maatregelen die gezinnen rechtstreeks raken, omdat ze betrekking hebben op de kinderen.

Je krijgt bijna de indruk dat het kabinet denkt dat er bij gezinnen veel te halen valt. De realiteit is echter dat intussen steeds meer gezinnen in de problemen raken. Daarbij gaat het allang niet meer alleen om gezinnen met lage inkomens. Steeds vaker zijn het gezinnen in de middenklasse die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Dat moet deze minister toch aan het hart gaan. Dit voorstel om de kinderbijslag niet te indexeren lijkt misschien op het eerste gezicht vrij onbetekenend in het licht van de rij aan bezuinigingen die op mensen afkomt. Dit lijkt echter een trend, en de praktijk laat ook een heel ander beeld zien. Juist door de stapeling van maatregelen komt steeds meer gezinnen het water tot aan de lippen te staan. In een interruptiedebatje noemde ik zojuist het Nibud, dat concludeert dat kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen bijvoorbeeld niet meer kunnen sporten en niet meer mee kunnen met schooluitstapjes. Er groeien nu al meer dan 350.000 kinderen in armoede op. Met de aanhoudende crisis zullen dat er alleen maar meer worden.

Ook de gezinnen die gebruikmaken van de kinderopvang zullen op dit moment merken wat het betekent dat de kinderopvangtoeslag naar beneden is gegaan.

Mijn conclusie is dat de pijn van de crisis niet eerlijk verdeeld wordt en dat met name gezinnen hierdoor geraakt worden. Ik sluit me aan bij de collega's die al hebben opgemerkt dat het vreemd is dat we dit wetsvoorstel nu los van alle andere stapeling van maatregelen gaan behandelen. We moeten juist een integraal beeld hebben van de consequenties van alle maatregelen voor de gezinnen. Nu behandelen we alles stuk voor stuk. Dan lijkt het allemaal klein, maar uiteindelijk wordt het één grote berg en zijn de gezinnen de dupe.

Ik vraag de minister twee dingen. Ten eerste: wat is zijn visie op de toekomst van de kindregelingen en de draagkracht van gezinnen? Ik ga ervan uit dat hij die visie heeft. Ik mag toch hopen dat hij niet denkt: ach, laten we maar bezuinigen op de gezinnen. Ten tweede: wat zijn de maatschappelijke gevolgen van de kabinetsmaatregelen die de gezinnen treffen? Er is een motie van de leden Heerma en Van Weyenberg over het in kaart brengen van de stapeling van maatregelen. De afgelopen weken verschenen er berichten dat de maatschappelijke effecten voor gezinnen groot zullen zijn, niet alleen voor gezinnen met lage inkomens, maar ook voor gezinnen met middeninkomens. Is de minister bereid het Sociaal en Cultureel Planbureau hier onderzoek naar te laten doen?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug