Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de staat van het hoger onderwijs.
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Onderwerp: Debat over de staat van het hoger onderwijs
Kamerstuk:
Datum: 21 maart 2012
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Meten is weten. Dat lijkt de nieuwe slogan van de staatssecretaris. Om de kwaliteit te verhogen, moeten hogeronderwijsinstellingen aan allerlei prestatieafspraken gaan voldoen. Aan deze afspraken wordt ook nog eens bekostiging verbonden. De lat moet omhoog. Dat willen wij ook. Het is prima om daar achteraf afspraken over te maken. De lijn die nu wordt ingezet, stuit echter op grote bezwaren bij mijn fractie. De staatssecretaris gaat op een bedrijfsmatige wijze kijken naar een sector die wat ons betreft niet economisch gedreven is. In het onderwijs is naar mijn stelligste overtuiging niet alles meetbaar. Een belangrijke taak van het onderwijs is bijdragen aan de vorming en ontwikkeling van de student. Dat duw je niet allemaal in prestatieafspraken. Bovendien is het risico aanwezig dat de professional zich vooral gaat richten op het behalen van prestaties. Maatstaffixatie, noemt de Onderwijsraad dat. Net als de commissie-Dijsselbloem zeg ik dat in het onderwijs autonomie centraal moet staan, samen met verantwoording achteraf. De prestatieafspraken die nu zijn opgesteld, gaan veel verder dan alleen het verantwoorden op prestaties. Zo wordt er straks ook gekeken naar inspanningsindicatoren, zoals overhead. Hiernaast komt er een gedetailleerde toetsing aan de hand van criteria op soorten prestaties met verschillende wegingsfactoren.
Daarbij kom ik op mijn tweede kritiekpunt op de plannen. Het leidt tot een enorme bureaucratisering in het hoger onderwijs. Er moeten straks gedetailleerde voorstellen voor de instellingen worden opgesteld voor het beoordelingskader. Dit kost veel geld en menskracht, vooral voor kleine en middelgrote instellingen. Daar zal het dan ook een groot beslag doen op hun middelen terwijl je juist wilt dat deze middelen ingezet worden in het onderwijs.
Het is ook erg dubbel om enerzijds prestatieafspraken te maken op overhead, terwijl die anderzijds toeneemt door toenemende regeldruk van bovenaf. Hogeronderwijsinstellingen zijn straks vooral bezig met het opstellen van rapportages op detailniveau voor de raad van toezicht, de medezeggenschapsraad, de Inspectie, de VNO-NCW en straks ook de reviewcommissie. Via de voorzitter spreek ik als liberaal de staatssecretaris aan. Moet hij tegen toenemende bureaucratie en administratieve lasten zijn? Heeft de staatssecretaris berekend wat de kosten zijn van de toenemende beoordelings- en verantwoordingseisen? Is hij bereid dit alsnog te doen?
Mijn fractie zet grote vraagtekens bij de reviewcommissie, die een prominente positie krijgt. Het wordt een instantie die straks een deel van de middelen gaat uitdelen. Daarmee gaat zij ook een gedetailleerd oordeel vellen over de inhoud van de opleiding en de profilering van de instelling. Hoever gaat dat oordeel en hoe verhoudt deze rol zich tot artikel 23 van de Grondwet? Hoe verruimt de reviewcommissie straks de specifieke eigenheid van het hoger onderwijs? Mijn fractie maakt zich hier zorgen over en vraagt de staatssecretaris om een uitgebreide reactie.
Een ander kritiekpunt is de bekostigingssystematiek. Een deel van de bekostiging wordt straks gekoppeld aan de prestatieafspraken. Dat is een principiële wissel die omgaat. De vraag is of het bij de 7% van de bekostiging blijft. Is dit nog maar het begin, of komt er nog meer? Wat is het ambitieniveau van de staatssecretaris? Ik wil daarin graag meer inzicht krijgen. Het vereist namelijk een fundamenteel debat over onze visie op het hoger onderwijs en over de consequenties van de prestatiebekostiging.
De consequenties van de bekostigingssystematiek zijn er overigens straks ook al, met name voor de kleine en middelgrote instellingen. Voor het profileringsbudget moeten straks uitgebreide en goed onderbouwde plannen worden ingediend. Dat kost veel geld en inspanning en juist de kleine en middelgrote instellingen hebben hiervoor minder mogelijkheden. Dit zijn echter juist de instellingen die overwegend als beste presteren. De incidenten in het hoger onderwijs vonden doorgaans niet plaats bij de kleine instellingen, maar bij de grotere. Nu worden de goede instellingen straks mogelijk gestraft met maximaal 2% korting op hun budget. Dat noem ik pervers. Ik wil dat bij het toekennen van het profileringsbudget meer rekening wordt gehouden met past performance. Dit is al een wegingscriterium, maar slechts een gedeeltelijk wegingscriterium. Een hogeschool die de afgelopen vijf jaar hoog heeft gescoord in de keuzegids, mag niet het risico lopen om straks maximaal 2% van het budget kwijt te raken. Is de staatssecretaris bereid dit te waarborgen?
Het kabinet zet ook in op zwaartepuntvorming. Met name de studies die zijn gericht op de topsectoren hebben hier voordeel bij. Het is prima als er meer focus komt, maar de consequenties voor onderwijsinstellingen die zich richten op studies die hieraan niet gelieerd zijn, zoals de pabo's en de kunstopleidingen, gaan hiervan veel nadeel ondervinden. Ook hier worden echter waardevolle en maatschappelijk relevante kunde en kennis overgedragen. Met name voor de kleine instellingen kan dit weer een flinke aderlating betekenen. Zo stapelen de onzekerheden zich op, vooral als er op termijn meer prestatiebekostiging komt. Hoe garandeert de staatssecretaris straks dat deze instellingen niet fors in de problemen komen, terwijl zij een goede kwaliteit leveren? Dit staat juist centraal in het beleid.
Ik rond af. Er zijn ontbindende voorwaarden opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord. De plannen van de staatssecretaris voor deeltijdonderwijs zijn nog niet bekend. Het lijkt erop dat ze een forse impact krijgen op de onderwijsinstellingen. Dit zou kunnen betekenen dat de ontbindende voorwaarden in werking treden. Kan de staatssecretaris garanderen dat er straks nog wel sprake is van een Hoofdlijnenakkoord, of moeten wij straks weer helemaal opnieuw beginnen?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief
december 2019
juni
september 2018
juni 2017
- 14-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO inzake de Eurogroep / Econfinraad
- 01-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat over belastingafspraken met multinationals
mei
april
- 18-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake wijziging Wet arbeid vreemdelingen en Vreemdelingenwet 2000 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider
- 12-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van de Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten
februari
- 09-02-2017 - Schriftelijke vragen Carola Schouten en Eppo Bruins over de mogelijkheden om grenswerkers als expats te behandelen
- 08-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
- 02-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO Investeringsagenda Belastingdienst
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat genaamd Wijziging van de Kieswet in verband met het afschaffen van de mogelijkheid voor politieke groeperingen om lijstencombinaties te vormen
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over Burgerinitiatief "Peuro"
januari
december 2016
- 21-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van Najaarsnota 2016
- 15-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon
- 08-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de uitwerking van de Wet DBA
- 06-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid