Inbreng Carola Schouten bij uitvoering motie Omtzigt inzake navordering vrijwilligersvergoedingen.

donderdag 29 september 2011 00:00

Inbreng van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten bij het voortgezet schriftelijk overleg vrijwilligersvergoedingen met staatssecretaris Weekers van Financiën.

Onderwerp:    Uitvoering motie Omtzigt inzake navordering van als gift afgetrokken vrijwilligersvergoedingen

Kamerstuk:    31 066

Datum:             29 september 2011

De ChristenUnie-fractie dankt de staatssecretaris voor zijn brief over de uitvoering van de motie Omtzigt c.s. die vraagt om  navordering van afgetrokken vrijwilligersvergoedingen te staken.

Ook na deze brief blijven er echter nog wat vragen open over het handelen van de belastingdienst ten aanzien van de vrijwilligersvergoeding en de gewenste duidelijkheid hierover richting vrijwilligers.

In de brief lijkt de staatssecretaris te suggereren dat de motie de toezichthoudende taak en de geloofwaardigheid van de Belastingdienst in het geding brengt. Maar is de staatssecretaris het niet met de ChristenUnie eens dat de geloofwaardigheid van de Belastingdienst ook in het geding is als mensen het handelen van de belastingdienst niet kunnen volgen, als er willekeur in behandeling lijkt te bestaan en als rechten geen rechten meer blijken? Handelen en duidelijkheid verschaffen is dus niet alleen in het belang van de vrijwilligers, maar ook van belang voor de positie van de belastingdienst.

In de brief over de uitvoer van de motie wordt de suggestie gewekt dat er alleen ongelijkheid zou bestaan tussen diegenen die wel gecontroleerd zijn, en dus met een naheffing te maken krijgen, en die niet gecontroleerd zijn. Dit in tegenstelling tot wat er in de motie wordt aangegeven, nl dat verschillende belastinginspecteurs een totaal verschillende uitleg gegeven hebben aan vrijwilligersverklaringen en de toepasbaarheid daarvan.

De ChristenUnie hecht eraan  te benadrukken dat zij wel degelijk ongelijke behandeling tegenkwam, zijnde verschil in behandeling tussen vrijwilligers die allen gecontroleerd werden. Niet voor niets werd de staatssecretaris, uiteindelijk via genoemde motie, gevraagd actie te ondernemen. En zelfs nu bij de uitvoer van de motie blijkt er weer verschil in behandeling, vanuit hetzelfde belastingkantoor, van vrijwilligers bij dezelfde organisatie. In het ene geval wordt het dossier gesloten nav de motie, in het andere geval blijft de inspecteur vasthouden aan de naheffing, terwijl er geen sprake is van zwaar vermoeden van misbruik. In beide gevallen ging men er vanuit dat de vrijwilligersverklaring afdoende was. Kan de ChristenUnie-fractie er vanuit gaan dat de Belastingdienst in zijn geheel zal handelen volgens het gevraagde in de motie en daarmee dus ongelijke behandeling zal voorkomen? En kan de staatssecretaris ook aangeven hoe door de belastingdienst om wordt gegaan met geheven rente over openstaande vorderingen, die nu geen vorderingen meer blijken te zijn?

 De ChristenUnie wil ook nog graag wat meer duidelijkheid over de relevantie van de kosten gemaakt door de vrijwilliger. Aan de ene kant wordt door de staatssecretaris opgemerkt dat de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag geen correctie op de giftenaftrek zal toepassen en reeds aangebrachte correcties zal terugnemen, voor zover aannemelijk is dat de vrijwilliger kosten heeft gemaakt en voor zover de gemaakte kosten in alle redelijkheid aannemelijk zijn. Gemaakte kosten zijn in dat geval dus van belang. Aan de andere kant wordt opgemerkt dat de motie vraagt om af te zien van het leveren van bewijs, zodat dus ook de belastingdienst af zal zien van het verlangen van schriftelijke bewijsstukken van daadwerkelijk gemaakte kosten. Hoe zit het nu echt? Kunnen vrijwilligers er vanuit gaan dat het in bezit hebben van een vrijwilligersverklaring voldoende is? Graag meer duidelijkheid hier over.

De staatssecretaris geeft daarnaast aan dat ‘op verzoek van de belanghebbende’ eventuele navorderingen vernietigd kunnen worden of ‘op hun verzoek’ correcties teruggenomen kunnen worden van onherroepelijk vaststaande aanslagen. Het initiatief ligt dus heel duidelijk bij de vrijwilliger zelf. De ChristenUnie kan hier wel mee leven, op voorwaarde dat de mogelijkheid tot correctie of vernietiging van de naheffing duidelijk wordt gecommuniceerd. Kan de staatssecretaris aangeven of en hoe hij dit regelt?

De ChristenUnie-fractie heeft ook nog wat vragen over het plan van de staatssecretaris om het toetsingskader voor giftenaftrek in de geefwet vast te leggen. Zij zullen in later stadium, bij de behandeling van de Geefwet zelf, hier nader op in gaan.

Ten slotte. De staatssecretaris geeft aan in gesprek te zullen gaan met de Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk. Graag ontvangt de ChristenUnie t.z.t. een terugkoppeling van het gesprek en de gemaakte afspraken.  

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

december 2019

juni

september 2018

juni 2017

mei

april

februari

januari

december 2016

november