Schriftelijke vragen Cynthia Ortega en Carola Schouten inzake positie woningcorporatie Bonaire.

woensdag 14 september 2011

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerleden Cynthia Ortega-Martijn en Carola Schouten aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën.

Onderwerp:    De positie van de woningcorporatie op Bonaire (Fundashion Cas Bonairiano)

Kamerstuk:    2011Z17637

Datum:             14 september 2011

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de brief (gericht aan de staatssecretaris van Financiën) van 31 augustus jl. namens de Fundashon Cas Bonairiano? 1) 2)

Vraag 2

Kloppen de statistieken die aangeven dat 52% van de huurders van sociale woningen de huur niet kunnen betalen daar hun inkomen ontoereikend is? Zo nee, bent u bereid actuele cijfers hierover te verstrekken?

Vraag 3

Ziet u, gezien de zorgen die de woningcorporatie in de brief heeft geuit, namelijk dat het uitgangspunt van «een sociaal rechtvaardig verhuur- en toewijzingsbeleid» in gevaar komt, alsmede het feit dat u, in antwoord op vraag 2, aangeeft geen inzicht te hebben in de invloed van de APB op de kostprijs van de te realiseren nieuwbouwwoningen, inmiddels wel voldoende reden om hier onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat ook de invoering van de dollar een negatieve invloed heeft op de prijs van wonen?

Vraag 5

Is de staatssecretaris bereid, conform artikel 6.11 lid 2 Belastingwet BES, bij ministeriële regeling vrijstelling van de ABB aan de woningcorporatie op Bonaire te verlenen? Zo nee, is de staatssecretaris bereid om andere mogelijkheden te onderzoeken om de negatieve tendens, namelijk dat de sociale huurmarkt onbetaalbaar wordt voor de bestemde doelgroep, te doorbreken? Zo nee, waarom niet? In hoeverre is de Woningwet van toepassing op corporaties op de BES-eilanden, bijvoorbeeld zoals genoemd in uw antwoord op vraag 6 over projectsteun? Kunt u dit verduidelijken gezien het feit dat er voor de BES-eilanden aparte wetgeving is opgesteld ten aanzien van huisvesting als onderdeel van de VROM-wet BES? Kunt u aangeven waarom u desondanks in het antwoord op genoemde vraag verwijst naar de Nederlandse Woningwet?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Lucassen (PVV), ingezonden 14 september 2011 (vraagnummer 2011Z17635).

1)     Naar aanleiding van de beantwoording van schriftelijke vragen aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2843.

2)     Woningcorporatie op Bonaire.

Voor meer informatie zie ook www.tweedekamer.nl.


« Terug