Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake de toetsing van zzp-contracten door de Belastingdienst
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met staatssecretaris Wiebes van Financiën
Onderwerp: Debat over de toetsing van zzp-contracten door de Belastingdienst
Kamerstuk: 34 036
Datum: 29 september 2016
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Wanneer is iemand een goedwillende ondernemer? En wanneer ben je een echte zelfstandige? Dat zijn twee ogenschijnlijk simpele vragen waar nu de meest bizarre discussies over worden gevoerd. Als een opdrachtgever je vertelt hoe laat je bij een opdracht moet zijn, ben je dan een zelfstandige of niet? Als er een toezichthouder rondloopt op de werkplaats die een opmerking maakt over je werk, ben je dan een zelfstandige of niet?
Met de Wet DBA wilden we zekerheid bieden, maar er is veel onzekerheid ontstaan. Laat het duidelijk zijn: mijn fractie steunde deze wet in de Tweede Kamer. Het doel ervan deel ik nog steeds: het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Maar in de uitvoering gaat het niet goed. Zzp'ers die graag willen ondernemen, worden nu niet meer ingehuurd omdat de opdrachtgevers het niet meer durven. In vaste dienst is ook geen optie, omdat veel werk op projectbasis plaatsvindt.
Bij de invoering van de Wet DBA was de indruk dat er een aantal modelovereenkomsten zou worden opgesteld die duidelijkheid zouden verschaffen. Naar ik heb begrepen zijn er nu 10 algemene en circa 50 sectorale modelovereenkomsten gesloten. Maar hoe helder zijn die modelovereenkomsten? De staatssecretaris stelt dat sommige opdrachtgevers behoefte hebben aan meer gedetailleerde of bedrijfsspecifieke modelovereenkomsten. Hij heeft het over "sommige opdrachtgevers", maar als je naar de cijfers kijkt, is dat wel een eufemistische formulering. Er zijn 4.700 modelovereenkomsten bij de Belastingdienst ingediend, waarvan er maar 450 zijn goedgekeurd. Er zijn 1.200 overeenkomsten ingetrokken, er zijn 1.100 overeenkomsten afgekeurd en er moeten nog zo'n 2.000 worden beoordeeld. Kortom, er is een bureaucratisch monster ontstaan.
Hoe kan dit? De staatssecretaris legt de bal bij de opdrachtgevers: zij willen meer duidelijkheid. Maar kan het ook zo zijn dat zij reden hebben om onzeker te zijn, omdat een gepubliceerde modelovereenkomst onvoldoende duidelijkheid biedt? Hoe vaak zegt de Belastingdienst op een verzoek van een opdrachtgever: maar hier voldoet ook een modelovereenkomst? Waarom duurt het zo lang voordat een modelovereenkomst wordt vastgesteld en voordat die uiteindelijk wordt gepubliceerd?
De staatssecretaris geeft aan dat er tot 1 mei geen boetes opgelegd zullen worden. Dat lijkt mij wel het minste in een dergelijke implementatieperiode. De crux voor veel opdrachtgevers zal echter zitten bij het risico op naheffingen. Als er nog discussies plaatsvinden tussen bedrijven en de Belastingdienst, dan kunnen naheffingen tot 1 mei toch ook niet aan de orde zijn?
De staatssecretaris wil met de Wet DBA juist zelfstandigen aan de onderkant van de markt beschermen. De vraag is of dat nu ook gebeurt. Mijn collega Vos had het er net al over. Ook mij bereiken signalen dat door het vervangbaarheidscriterium in de modelcontracten juist een slechtere situatie is ontstaan voor werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De modelovereenkomst is dan opeens een goedkeuringsstempel geworden voor een onwenselijke situatie. Onderkent de staatssecretaris deze situatie en vindt hij die ook onwenselijk?
Wat moet er nu gebeuren? Is de staatssecretaris bereid begin volgend jaar een tussenevaluatie te geven van de wet, met de stand van zaken bij de beoordeling van de modelovereenkomsten en van de klachten die zijn binnengekomen bij de Belastingdienst? Is hij bereid om een weging te maken of de wet doet wat hij moet doen, met een kabinetsappreciatie of aan de wet kan worden vastgehouden? In sommige sectoren wordt al heel lang heen en weer gepingpongd over een modelcontract. Gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat er nu snel duidelijkheid komt; liever morgen dan over drie maanden? Is de staatssecretaris bereid geen naheffingen op te leggen als er nog discussie plaatsvindt tussen opdrachtgevers en de Belastingdienst over de vermeende arbeidsrelatie? Wil de staatssecretaris nader bezien of sommige modelovereenkomsten werknemers aan de onderkant, bijvoorbeeld bij de pakketbezorging, juist niet verder in de afhankelijkheid brengen?
Meer informatie: www.tweedekamer.nl