Begroting Binnenlandse Zaken 2022
Bijdrage Don Ceder aan een plenair debat met de minister en staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
27 oktober 2021
Kamerstuknr. 35925-VII
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik voel de druk, voorzitter. Ik zal mijn best doen.
Voorzitter. Onze Grondwet vormt het fundament van onze samenleving en is een weerspiegeling van de waarden die ons landen hebben gevormd. Waarden zoals menselijke waardigheid, vrijheid, verantwoordelijkheid, naastenliefde en ruimte voor verschil; waarden waarvan ik durf te stellen dat deze in de vorming van het Nederlandse staatsrecht ook hun wortels aan het christelijke gedachtegoed ontlenen, maar die verder ook zo veel breder worden beleefd en uitgedragen. Waarden die we vooral ook terugzien in de grondrechten: de vrijheid van vereniging, de vrijheid van meningsuiting, maar ook de vrijheid van godsdienst. Ook noem ik als voorbeeld het verbod op discriminatie. Het zijn allemaal rechten die ons dragen en van wezenlijk belang zijn in onze democratische rechtsstaat.
Die rechten verdienen een goede toetsing. Hoewel verwacht wordt dat de Kamers bij het aannemen van wetgeving die rol volledig, zuiver, objectief en deskundig op zich zouden kunnen nemen, moet ik helaas erkennen dat ons een hoop leed bespaard had kunnen worden als de toetsing van wetten aan de Grondwet in het verleden — ook in het recente verleden — hier en daar scherper was gebeurd. Vandaar onze wens voor constitutionele toetsing. Dat is niet alleen iets wat de ChristenUnie wil, maar wat andere partijen ook willen. Zoals de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak recent zei: grondrechten worden meer dan alleen teksten op papier; mensen hebben er dan echt wat aan. Ook de Venetië-Commissie adviseert om over te gaan tot constitutionele toetsing. Dit is wat de ChristenUnie betreft de juiste stap. Er is recentelijk een motie aangenomen. Het kabinet geeft aan wat de mogelijke uitwerkingen zouden kunnen zijn en laat het aan het volgende kabinet over om de mogelijkheden technisch voor te bereiden. Ik zou graag willen weten aan welke varianten wordt gedacht, maar ook: waar zou de voorkeur van deze minister liggen? Ik zou de minister, die mogelijk aan haar laatste BZK-begroting bezig is, willen uitdagen om haar reflecties over de afgelopen vier jaar op het waarborgen van de Grondwet en op de constitutionele toetsing met de Kamer te delen.
De Europese Commissie voor Democratie door Recht, ook wel bekend als de Venetië-Commissie, heeft nog veel meer gezegd in haar rapport en aanbevelingen. Ik vraag mij af hoe het kabinet hiermee om zal gaan en hoe het dit beoordeelt. Hoe krijgt dit opvolging?
Voorzitter. Deze commissie heeft het ook gehad over een punt dat de ChristenUnie belangrijk vindt, namelijk maatwerk om uitzonderingen te maken op wetgeving. Met precedentwerking als angstbeeld zien we dat er vaak angst is om onderscheid te maken, hardheidsclausules toe te passen of gebruik te maken van discretionaire bevoegdheden. Het gelijkheidsbeginsel is er om burgers te beschermen tegen willekeur, niet om de overheid te beschermen tegen willekeur. Dat is ook de reden waarom de ChristenUnie met een aantal partijen het initiatief genomen heeft om meer maatwerk mogelijk te maken in de sociale zekerheid. Maar kan de minister zich voorstellen dat er naast het gelijkheidsbeginsel in de Grondwet ook een genadebeginsel, of recht van genade zoals het in België wordt genoemd, in de Grondwet komt? Een ingekaderde ruimte voor politieke bestuurders om een uitzondering te maken zonder dat dit vervolgens per definitie rechtsgevolgen heeft of precedentwerking voor anderen op grond van het gelijkheidsbeginsel. Daarbij kan uiteraard de democratische controle op oneigenlijk gebruik plaatsvinden.
Voorzitter, een ander punt, namelijk de gemeentefinanciën. Er is daarnet al wat over gezegd, en ook wij maken ons zorgen. Rond Prinsjesdag kwam de circulaire en twee dagen later werd deze al weer ingetrokken. Dit heeft bij een aantal gemeenten die wij benaderd hebben, geleid tot moeilijkheden en fouten in de begroting. Deze konden later wel hersteld worden, maar ik vroeg mij af hoe we dit voortaan kunnen voorkomen. Hoe kunnen gemeenten erop vertrouwen dat de circulaire klopt? Kunnen gemeentelijke financials misschien voortaan meekijken om ervoor te zorgen dat de gemeenten met duidelijke en zorgvuldige cijfers en informatie aan de slag kunnen?
Voorzitter. Er is al wat gezegd over begrijpelijke taal. Dat is een punt dat de ChristenUnie belangrijk vindt. Voor mij en voor u is het begrijpen van een wollige brief misschien al lastig, maar voor 2,5 miljoen mensen in ons land is dat een enorm probleem. Zij begrijpen de overheid gewoon niet. Dat is een groep die vaak te maken heeft met armoede en schulden en voor wie het lastig is de weg naar de overheid te vinden. De staatssecretaris doet veel om de communicatie van de overheid makkelijker te maken, dat weet ik. Maar hoe voorkomen we dat communicatie daardoor afhankelijk wordt van één of meerdere enthousiaste ambtenaren die daarmee aan de slag willen? Welke stappen gaat de staatssecretaris zetten om juist de instanties die hier minder enthousiast over zijn in beweging te zetten?
Voorzitter. Gisteren waren we bij een knelpuntenrondetafelgesprek ...
De voorzitter:
Een ogenblik, meneer Ceder. De akoestiek in deze zaal is ontzettend goed en dat verhindert dat u, ook al doet u het heel rustig, onderling met elkaar spreekt. Als u dat wilt, moet u dat in de wandelgang doen. Gaat u verder, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik was al verbaasd dat mijn pleidooi voor goede en begrijpelijke taal voor onrust zorgde, maar volgens mij zijn we het daarover eens.
Voorzitter. Gisteren hebben wij van cliëntenraden begrepen dat het op lokaal en gemeentelijk niveau echt nog verschil uitmaakt in welke gemeente je woont of je onafhankelijke cliëntondersteuning krijgt. Niet elke gemeente pakt dat even voortvarend op. Ziet de staatssecretaris ruimte om gemeenten aan te sporen om waar dat kan onafhankelijke cliëntondersteuning meer mogelijk te maken en beter te faciliteren, zodat mensen die moeite hebben om de weg naar de overheid te vinden, lokaal en landelijk, steun voor krijgen? Wij hebben daar de in afgelopen jaren op ingezet.
Voorzitter. Het is net al gememoreerd, maar het rapport van Amnesty over algoritmes in de toeslagenaffaire gaf mij buikpijn. De conclusie van het onderzoek dat de algoritmes die de Belastingdienst gebruikte voor controle op foutieve aanvragen met kinderopvangtoeslag en fraude tot etnisch profileren heeft geleid, vind ik moeilijk te verteren. Maar er daalde ook een bepaalde ironie in. Ik heb in het rapport gelezen dat bijvoorbeeld mensen met ook een Ghanese nationaliteit gecontroleerd werden en dat er combinaties met postcodes mogelijk waren. Dat gebeurde in een periode waarin ik met mijn rechtenstudie bezig was en in Amsterdam-Zuidoost geconfronteerd werd met mensen van die nationaliteit. Zij gaven aan dat zij er niet meer doorheen kwamen. Dat heeft misschien bewust of onbewust mijn beeld over de onmacht van burgers ten opzichte van de overheid gevormd, en misschien daardoor ook mijn politieke aspiraties. Ik keek ernaar en tot een paar jaar geleden stond ik ouders bij in de toeslagenaffaire. Daar viel mij iets op wat ik nog niet kan plaatsen en wat uit het rapport van Amnesty ook niet duidelijk werd: we weten dat mensen geprofileerd werden op hun tweede nationaliteit, maar hoe zit het met mensen die de Nederlandse nationaliteit hadden, maar wel familiebanden met niet-westerse nationaliteiten hebben? Want dat zou betekenen dat ook mensen met de Nederlandse nationaliteit binnen het risicoprofiel vielen. Amnesty kon daar geen antwoord op geven, omdat de data niet overlegd zijn. Ze hebben onderzoek van de AP kunnen gebruiken. Ik stel de vraag toch maar aan de minister, omdat zij daar ook over gaat. Ik vraag me af: zijn mensen met de Nederlandse nationaliteit, maar met familiebanden met een niet-westerse achtergrond, in dat risicoprofiel meegenomen? Zou ze die data openbaar willen maken?
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, ik gaf het al aan toen u naar de microfoon liep: uw interrupties zitten erop. Het spijt me. U heeft een tweede termijn. Gaat u verder, meneer Ceder.
Mevrouw Leijten (SP):
…
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, ik ga die discussie niet met u voeren. We hebben van tevoren afspraken gemaakt en die gelden ook voor u. Gaat u nou zitten, dan kan de heer Ceder verder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik denk dat ik heb gehoord waar mevrouw Leijten op ingaat. Uiteraard erken ik dat er ook Nederlandse slachtoffers zijn gevallen. Ik heb niets anders willen suggereren. Het gaat om een subgroep, waar ik een subvraag over heb. Ik hoop hiermee recht te hebben gedaan aan uw vraag.
Voorzitter. Dan wil ik nog aandacht vragen voor kwetsbare wijken. Verschillende burgemeesters roepen de landelijke politiek op om tot een gezamenlijk deltaplan van twintig jaar te komen en vragen om regie en coördinatie van het Rijk. Een voorbeeld daarvan is het masterplan Rotterdam-Zuid en Amsterdam-Zuidoost. Ook hier zijn regie, steun en hulp van het Rijk nodig. U bent waarschijnlijk ook bekend met het pleidooi Dicht de Kloof! Hoe ziet de minister de rol van het Rijk voor zich ten aanzien van de kwetsbare wijken, die verspreid zijn over het land? Deelt ze de ambities van het manifest Dicht de Kloof! en hoe ziet ze de rol en regie voor zich?
Voorzitter. Ik ben begonnen met de Grondwet en ik zal er ook mee eindigen. De Grondwet beschermt en verbindt en is een document met woorden die een grote invloed hebben op ons dagelijks leven. Die zouden we ook terug moeten zien in ons dagelijks leven. Ik denk dat het goed zou zijn als we dit dan ook onder de mensen brengen. De Grondwet is het anker voor onze rechtsstaat en weerspiegelt de waarden die we in Nederland belangrijk vinden. Hoe mooi zou het zijn als eenieder die een rechtbank binnenstapt, of je nou een rechter bent, een officier van justitie, een advocaat, een cliënt, een verdachte of in welke hoedanigheid dan ook, elke keer weer geconfronteerd wordt met de Grondwet, die ons allen en met name de democratische rechtsstaat beschermt? Daarom zal ik met de heer Omtzigt een motie indienen om de Grondwet zichtbaar en beschikbaar te maken bij rechtbanken, gerechtshoven, de Hoge Raad en de Raad van State. Ik hoor graag alvast of de minister het met mij eens is dat dit een voorbeeld kan zijn om de Grondwet die ons allen beschermt en begrenst, zichtbaarder te maken in het dagelijks leven.
Tot zover, voorzitter.