Bijdrage Eppo Bruins inzake een wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU)
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een plenair debat met minister Kamp van Economische Zaken
Onderwerp: Wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU)
Kamerstuk: 34 329
Datum: 9 maart 2016
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Jaarlijks is er 60 miljard euro gemoeid met de overheidsinkoop van producten en diensten. Dat biedt enorme kansen. De overheid kan launching customer zijn; voor het publiek en de voorzitter zeg ik: een launching customer is een eerste klant die het aantrekkelijk maakt om te investeren in innovatie en die vertrouwen kweekt in een nieuw product van het bedrijfsleven. De overheid kan het innovatief vermogen van het bedrijfsleven inzetten bij maatschappelijke vraagstukken. De overheid kan sociale en duurzame veranderingen in gang zetten. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft de overheid veel te bieden, zoals slimme producten en belangrijke diensten. Het is daarbij belangrijk dat ieder bedrijf eerlijk toegang heeft tot aanbestedingen. Daar heeft de overheid ook baat bij. Immers, hoe groter de markt, hoe meer concurrentie op innovatieve ideeën en op prijs. Het is ook belangrijk dat de administratieve lasten laag zijn en dat het proces transparant is. Ook is het van belang dat ondernemers een sterke rechtspositie hebben als zij zich benadeeld voelen.
Vorig jaar is de Aanbestedingswet geëvalueerd. De onderzoeken geven een gemengd beeld. We horen heel positieve geluiden over de Gids proportionaliteit. De lasten lijken te zijn gedaald. We zien echter ook grote tekortkomingen. De inschrijfkosten zijn gestegen, het aandeel van het mkb in de gunning van overheidsopdrachten is niet gegroeid en de toepassing van de EMVI-criteria — EMVI staat voor economisch meest voordelige inschrijving — schiet vaak haar doel voorbij. Waarom laat de minister de kans liggen om deze zaken nu te verbeteren, te beginnen bij de overheid zelf? Zoals iedere ondernemer weet, hoor je je immers aan de wet te houden. Waarom doen overheden dat dan niet?
Het verbod op het onnodig samenvoegen van opdrachten, het clusterverbod, wordt massaal overtreden. Volgens MKB INFRA is het onnodig clusteren vorig jaar toegenomen van 18% naar 27%. Ik noem ook het voorbeeld van het meerjarig onderhoud van het areaal van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. Mijn collega Carola Schouten heeft hierover vorig jaar in het vragenuur vragen gesteld. Door clustering was er sprake van één groot contract waardoor het mkb bij voorbaat werd uitgesloten. Hoe wil de minister de naleving van de regels verbeteren, zowel bij het Rijk als bij andere overheden? Wat vindt de minister van het idee van een toezichthouder die deze oneerlijke aanbestedingspraktijken tegengaat? Ik denk bijvoorbeeld aan een aannemingskamer en aan een jaarlijkse rapportage. Dit zou ook onder PIANOo kunnen vallen. Graag krijg ik op dit idee een reactie van de minister.
De heer Verhoeven (D66):
Ik hoorde net mevrouw Mulder er gelukkig al over spreken, de heer Bruins doet dat nu ook en ik zal straks ook nog iets zeggen over het onnodig clusteren. Dit is het onnodig samenvoegen, het onnodig op één hoop gooien van allerlei feitelijk meer in natuurlijke zin losse opdrachten, waardoor kleine ondernemers geen kans meer hebben. We hebben daar ooit een amendement over ingediend en aangenomen en daar stond onnodig clusteren in. Dat lijkt te zacht te zijn, getuige het verhaal van de heer Bruins. Zou de heer Bruins voorstander zijn van de indiening van een amendement dat gewoon het clusteren gaat verbieden?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Met het zomaar ongebreideld verbieden van clusteren geef je het bedrijfsleven misschien ook wel moeilijkheden, denk ik. Ik denk dat je daarbij toch het woord onnodig nodig hebt. Wat je wel nodig hebt, is een onafhankelijk lichaam dat beoordeelt of iets onnodig is of niet. Het tegengaan van clusteren mag niet leiden tot een versplintering van superkleine opdrachten als dat niet nodig is.
De heer Verhoeven (D66):
Daar heeft de heer Bruins helemaal gelijk in. Het opknippen van opdrachten mag ook niet. Daar hebben we het de vorige keren bij de behandeling van deze wet uitgebreid over gehad. Dat mag niet en dat willen we ook niet. We willen alleen niet dat het bijeenvoegen gebeurt. Volgens mij leeft de wens breed in de Kamer om dat op te lossen. Het woord onnodig heeft het te ruim gemaakt. Is de ChristenUnie het met D66 eens dat we naar een oplossing moeten zoeken om een eind te maken aan het clusteren van die opdrachten en aan het "massa is kassa"-gedrag van gemeenten en provincies?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik ben bereid om te zoeken naar een verstandige tekst, waarbij we deze intentie zichtbaar zouden kunnen maken.
De voorzitter:
Als u dan toch zoekt naar een tekst, neem dan mijn suggestie mee om het woord "samenvoegen" te gebruiken in plaats van "clusteren".
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter, daar ben ik heel blij mee. Ik zal kijken of ik dat ook online in de tekst kan toepassen. En dan is online weer een Engels woord natuurlijk.
Hoe kijkt de minister aan tegen de opkomst van inkoop- en aankoopcentrales? In de praktijk leidt dit vooral tot het onnodig samenvoegen van opdrachten, bijvoorbeeld door gemeenten. Hoe rijmt hij dat met het wettelijk vastleggen van de aankoopcentrale?
Dan de administratieve lasten. De Nederlandse uniforme eigen verklaring zal gaan sneuvelen en er komt een uniform Europees aanbestedingsdocument voor terug. Ook de minister erkent dat deze Europese standaard ongunstig uitpakt voor de lasten van de ondernemer. Dat is dus geen verbetering maar een verslechtering van de wet. Waarom kunnen we de Nederlandse eigen verklaring niet blijven toepassen binnen de Europese regels?
Ik wil de minister uitdagen om de administratieve lasten nog verder te verlagen. Kan hij toezeggen dat de nieuwe wet tot lagere administratieve lasten zal leiden voor ondernemers en overheden? Hoe kijkt de minister in dit verband terug op het veelvuldig en onnodig toepassen van EMVI-criteria? Heeft dat niet tot veel meer overbodige bureaucratie geleid terwijl uiteindelijk gewoon op de laagste prijs werd gegund? Kijk naar de toegenomen offertekosten met 63% door het gebruik van EMVI. De minister concludeert zelf in zijn brief dat door sluw toepassen van de gewichten ook het gunningscriterium beste prijs-kwaliteitsverhouding in de praktijk neerkomt op de laagste prijs. De ChristenUnie is het met de minister eens dat dat geen goede uitvoering van de wet is. We zijn het ook met hem eens dat aanpassing van de wet op dit punt niet nodig is, maar de uitvoering moet wel sterk verbeterd worden. Nu wint in de praktijk veelal de inschrijver met de laagste prijs, maar de administratieve last voor ondernemers is sterk toegenomen, omdat er veel papierwerk nodig is om de kwaliteit te onderbouwen die in de gewichten nauwelijks meetelt. De Commissie van Aanbestedingsexperts heeft betoogd dat de waardering van de kwalitatieve aspecten van inschrijvingen een significante invloed moet hebben op de rangorde ervan. Ik zou erg graag zien dat de minister dat handhaaft, op zijn minst bij aanbestedingen van overheden.
De ChristenUnie roept de minister op om op dit punt meer te doen dan voorlichting. Aanbestedende diensten moeten serieus werk maken van het gunningscriterium beste prijs-kwaliteitsverhouding, en ze moeten ook niet bang zijn om een ander gunningscriterium te kiezen en te motiveren. De ChristenUnie is voorstander van het principe "beste prijs-kwaliteitsverhouding, tenzij", ook nu de gunningscriteria worden uitgebreid met het criterium kosteneffectiviteit. Mijn naam staat daarom onder het amendement van collega Gesthuizen.
De ChristenUnie heeft ook sterk aangedrongen op de instelling van de Commissie van Aanbestedingsexperts en op voldoende financiële middelen om ondernemers snel duidelijkheid te geven. Ondernemers stappen niet snel naar de rechter, dus een onafhankelijke ombudsfunctie is heel belangrijk. De evaluatie laat positieve resultaten zien, maar heeft de commissie wel voldoende financiële armslag om snel uitspraak te kunnen doen? De signalen hierover zijn zorgelijk. Ook hoor ik signalen dat sommige overheden de uitspraken van deze commissie zomaar naast zich neerleggen. Wat vindt de minister daarvan? Graag hoor ik van de minister hoe hij deze commissie wil versterken.
Door het gebruik van allerlei nieuwe aanbestedingsprocedures, contractvormen en EMVI-criteria lopen de kosten voor ondernemers op, zo krijgen wij te horen. In de Gids Proportionaliteit en in het Aanbestedingsreglement Werken staat dat er bij aanzienlijke kosten een tendervergoeding voor de ondernemer aan de orde moet zijn. Wil de minister een proportionele vergoeding nadrukkelijker agenderen bij aanbesteders? En zou dit niet veel uniformer vastgesteld moeten worden, bijvoorbeeld door een scherpere tekst in de Gids Proportionaliteit? Graag een reactie.
In 2012 is die gids in de wet verankerd door een amendement van ChristenUnie en VVD, het amendement-Schouten/Ziengs. Verplichte toepassing van de gids zorgt voor meer transparantie en eerlijke aanbestedingsprocessen. Bedrijven zijn er positief over. Het gaat hoge uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen tegen. Als de omzeteisen hoog zijn of de eisen aan referentieprojecten doorschieten, kan een groot deel van de markt bij voorbaat niet meedingen. Vooral het mkb is hiervan de dupe. In 2012 is de wettelijke borging gaan gelden voor aanbestedende diensten. De ChristenUnie en de VVD willen dat nu ook laten gelden voor bedrijven uit speciale sectoren zoals ProRail, TenneT, NS, Schiphol, de NAM en Havenbedrijven. Dit zorgt voor meer duidelijkheid en een gelijk speelveld. Op dit moment maakt bijna de helft van de specialesectorbedrijven gebruik van de gids. Daar is de minister positief over, maar ik zeg: de andere helft gebruikt de gids dus nog niet. Ik hoop daarom op steun van de minister en de Kamer voor dit amendement. Ik word op dit moment bestookt door specialesectorbedrijven om dit amendement niet in te dienen. Dat bevestigt voor mij dat het dus nodig is om het in te dienen. Als men de gids al zou gebruiken, zou men geen probleem hebben met dit amendement.
De nieuwe wet moet ook meer mogelijkheden geven voor innovatief en duurzaam inkopen. Mij valt op dat vooral de bestaande praktijk wettelijk wordt vastgelegd. Daar zitten zeker positieve elementen in. Zo mogen keurmerken explicieter opgenomen worden in de aanbestedingsprocedure en ook kunnen meer eisen worden gesteld aan de milieubelasting van de productiemethoden en de mate van recycling. Gaat dit wel ver genoeg? De ChristenUnie vindt dat overheidsopdrachten juist dé kansen bieden om te innoveren en te verduurzamen. Hoe gaat de rijksoverheid meer werk maken van duurzaam inkopen? Innovatiegericht inkopen zou eigenlijk de standaard moeten zijn. Het bedrijfsleven is hier al veel verder in dan de overheid. De mogelijkheid van marktconsultatie moet vaker worden toegepast. Niet van bovenaf de aanbesteding dichttimmeren, maar bedrijven de ruimte geven om met nieuwe oplossingen te komen. Wil de minister doelstellingen formuleren op het gebied van innovatief aanbesteden?
Het nieuwe innovatiepartnerschap maakt mij helemaal enthousiast. Een product kan vanaf de ontwikkelfase exclusief worden ontwikkeld en daarna door de overheid worden ingekocht. Dit kan ook kansen bieden voor lokale pilots, voor startprojecten met mkb-bedrijven. Partnerschappen hoeven niet alleen publiek-privaat te zijn, maar kunnen ook tussen bedrijven onderling ontstaan. Waterschappen zijn hier al mee bezig. Ziet de minister het innovatiepartnerschap ook op deze manier? Wil hij aan de slag met pilots waarin mkb-bedrijven samenwerken bij aanbestedingen om tot innovatieve oplossingen te komen?
Laten we dit debat vandaag gebruiken om de administratieve last voor het bedrijfsleven te verlagen en tegelijkertijd de overheid te gebruiken als aanjager voor innovatie in het Nederlandse bedrijfsleven. Alleen dan levert aanbesteden meer op dan het kost.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2016 > maart
- 31-03-2016 - Bijdrage Joël Voordewind aan het VAO Onderwijs op andere locatie dan school
- 23-03-2016 - Bijdrage Eppo Bruins aan het VSO Spoor
- 11-03-2016 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins over de uitbreiding van het treinaanbod Leiden-Utrecht en Alphen aan den Rijn-Gouda
- 09-03-2016 - Bijdrage Eppo Bruins inzake een wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU)
- 09-03-2016 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair hoofdlijnendebat over het advies van het Platform Onderwijs 2032
- 09-03-2016 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins over de intercity Dordrecht-Breda