Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Passend onderwijs

woensdag 17 februari 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins als lid van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan een voortgezet algemeen overleg met staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderwerp:   VAO Passend onderwijs (AO d.d. 10/02)

Kamerstuk:    31 497          

Datum:           17 februari 2016

De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden en toezeggingen tijdens het algemeen overleg. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de invoering van passend onderwijs heeft geleid tot het afschaffen van de "dubbele rugzak", onder meer voor kinderen met het syndroom van Down en kinderen met een chronische ziekte;

verzoekt de regering, te zorgen voor onafhankelijke toetsing bij een toelaatbaarheidsverklaring van kinderen die vroeger een "dubbele rugzak" ontvingen;

verzoekt de regering tevens, in de volgende voortgangsrapportage op te nemen hoeveel kinderen door gebrek aan ondersteuningsmiddelen naar het speciaal onderwijs worden verwezen en welke knelpunten hierbij optreden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 190 (31497).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ECPO in haar rapport schrijft dat op het terrein van de verevening van de kosten van speciale onderwijszorg experimenten waarbij verevening in de praktijk is getoetst, ontbreken;

constaterende dat volgens het literatuuronderzoek het vereveningsmodel valt of staat met de aanname van evenredige spreiding van zorgbehoefte;

verzoekt de regering, nog dit jaar een onafhankelijk, grondig empirisch onderzoek te laten verrichten naar de effecten van verevening en krimp, inclusief de historische context en de regionale leerlingkenmerken, en daarbij rekening te houden met de integrale budgetten voor onderwijs, zorg en extra ondersteuningsmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 191 (31497).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de komende jaren vanwege de leeftijdsopbouw een grote uitstroom van personeel zal plaatsvinden in het speciaal onderwijs;

overwegende dat de instroom van personeel in het speciaal onderwijs achterblijft, terwijl de complexiteit van de problematiek toeneemt;

verzoekt de regering om te onderzoeken waar en wanneer knelpunten in de personeelsbezetting zullen ontstaan in het speciaal onderwijs en daarbij te onderzoeken of speciale actie nodig of gewenst is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 192 (31497).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een gebrek aan kennis en informatie is bij leerkrachten en ouders over de verschillende regels en financieringsstromen voor onderwijsondersteuning en zorg;

overwegende dat voor veel ouders van kinderen in het speciaal onderwijs onduidelijkheid bestaat over hun rechten bij de inzet van hun persoonsgebonden budget of zorg in natura op school;

verzoekt de regering, duidelijkheid te bieden aan ouders en onderwijspersoneel over de bekostiging uit zorgbudget en onderwijsbudget en de taakafbakening van verschillende wetten;

verzoekt de regering voorts, bij schoolbesturen en samenwerkingsverbanden aan te dringen op het standaard aanwezig zijn van een onderwijszorgconsulent bij de gesprekken tussen school en ouders over de inzet van een pgb,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 193 (31497).

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

« Terug