Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Luchtvaart
Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister van Nieuwenhuizen Wijbenga van Infrastructuur en Waterstaat
Kamerstuknr. 31936
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. In onze drukke maatschappij wordt stilte steeds schaarser. Met de ChristenUniefractie hebben we afgelopen zomerreces onder begeleiding van een boswachter het Speulder- en Sprielderbos bezocht. Zelfs daar, midden op de Veluwe, wordt de stilte regelmatig verstoord door vliegverkeer. Ik besef, het is op geen enkele manier te vergelijken met wat mensen in Uithoorn of Aalsmeer meemaken, of in Geverik of Overschie, Kudelstaart of Amstelveen. Maar als het zelfs op zo'n stil plekje al niet meer stil is, dan is dat een duidelijke waarschuwing om in de toekomst niet te lichtvaardig om te gaan met het schaarse goed stilte.
Voorzitter. De PAS-problematiek heeft dit land met de neus op de feiten gedrukt. We leven met veel en produceren en consumeren veel op een heel klein stukje aarde. Wat kan de minister op dit moment wel zeggen over de PAS-problematiek in de context van luchtvaart? Even los van specifieke projecten — want dat komt allemaal nog naar de Kamer, dat wordt geïnventariseerd — als algemene vraag: geldt de PAS-problematiek alleen voor de bouw en uitbreiding van luchthavens, of telt bijvoorbeeld ook de uitstoot tijdens het vliegen op grotere hoogte mee in de PAS-problematiek? Wat is hierover bekend? Kan de minister ons hierover bijpraten?
Voorzitter. Gister spraken we met vertegenwoordigers van de ORS-bewonersraad over de voorgenomen groei op Schiphol. De bewoners zien weer mogelijkheden om aan tafel te gaan om tot een gezamenlijke visie te komen. Daar waren ze echt toe bereid. Ziet de minister dat ook? Los van de groei vraag ik mij af hoe het eigenlijk zit met de huidige situatie tot 500.000 vliegbewegingen. De minister heeft aangekondigd te gaan handhaven. Spreekt zij dan over het handhaven van aantallen of ook over het handhaven van de stikstofuitstoot? Is bekend of de huidige situatie van 500.000 wel voldoet aan de uitspraak van de Raad van State of is er ook onzekerheid over de reeds bestaande situatie?
Voorzitter. Ik kom op de aangehouden motie-Bruins/Paternotte over de verwachte overlast bij Wezep, Zwolle-Stadshagen en het Vechtdal na een luchtruimherziening. In de appreciatie van de minister van juni, die zeer kort voor het in stemming brengen van de motie naar de Kamer werd gestuurd, leek het alsof de minister zei: aan de motie is voldaan, klaar is Kees. Ik heb de motie om die reden op het laatste moment opnieuw aangehouden. Want het is belangrijk om de interpretatie van die motie helder te hebben. Daarom heeft de commissie hier een schriftelijk overleg over gevoerd. Na de beantwoording door de minister concludeer ik nu dat er wel degelijk een extra boodschap in de motie zit om mee te geven aan de luchtverkeersleiders. Het zijn juist de in de motie genoemde locaties waar de huidige aanvliegroutes een knelpunt opleveren. Het zijn dan ook die locaties die met extra zorg en aandacht moeten worden bekeken voor de situatie die nu nog geheel open ligt, namelijk de situatie na de luchtruimherziening. Dus los van wanneer Lelystad opengaat en, en nu spreek ik tot de oppositiepartijen, of Lelystad opengaat, vraag ik de minister deze plaatsen met extra zorgvuldigheid in het oog te houden. Ik hoop dat na de beantwoording van de minister alhier de motie een meerderheid van stemmen tegemoet kan zien om de mensen in deze gebieden te laten zien dat we de situatie in Wezep, Zwolle en het Vechtdal zien én serieus nemen. Kan de minister in deze context toelichten wat de situatie is in het overleg met de betrokken gemeenten over de route nabij Hattemerbroek tot 2023?
Voorzitter. Er zijn nog een paar vragen over na de reeks schriftelijke vragen die ik heb gesteld over de manier waarop wij in Nederland vliegtuiggeluid modelleren en berekenen. Inmiddels is voor mij wel duidelijk geworden dat het rekenmodel NRM lacunes vertoont maar dat er geen andere optie is dan dit model te gebruiken, omdat dat nu eenmaal wettelijk is voorgeschreven. Dat is voor mij een onbevredigende situatie, maar politiek kom ik daar dus niet verder mee. Maar het betekent wel dat het nieuwe model, Doc.29, nu zo snel mogelijk moet worden ingevoerd voor alle luchthavens. Is de minister dat met mij eens?
Er zijn een paar punten die ik hier en niet bij schriftelijke vervolgvragen wil noemen, omdat ze bij mij vraagtekens blijven oproepen; met excuses voor het vakjargon, zeg ik tegen het publiek. Het eerste punt. De afschermingsfactor wordt toegepast omdat dat zo in de appendices staat. Maar dat enkele feit maakt het nog niet correct. Kan de minister melden door welke onafhankelijke partij de appendices zijn getoetst en in welk rapport en op welke bladzijde ik daarover kan lezen?
Het tweede punt. We weten dat het gebruikte NRM-model het geluidsniveau systematisch onderschat. Ook weten we dat het nieuwe model, Doc.29, zal moeten worden gebruikt bij de handhaving. Ik snap nog steeds niet hoe de minister die twee aan elkaar gaat knopen. Het berekenen en handhaven met verschillende methodes leidt tot verwarring. Hoe ziet de minister dit? Kan de minister bijvoorbeeld garanderen dat Dronten-West, waar de 48 dB-contour nu net niet wordt overschreden in het oude model, ook bij toepassing van het nieuwe voorgeschreven model bij handhaving buiten de 48 dB-contour blijft? Of is de houding: wie dan leeft, wie dan zorgt? Dat hoop ik toch niet.
Voorzitter. Ik heb een vraag over de onafhankelijke MKBA voor Lelystad, die recent is opgesteld in opdracht van omwonenden. Ik was verbaasd over het verschil in conclusies. Hoe verklaart de minister dat verschil en waar zit 'm dat in? Is een MKBA in Nederland dan zo willekeurig dat je eigenlijk alles eruit kan krijgen wat je wilt? In mijn oude vakgebied, de natuurkunde, noemden we dat "garbage in, garbage out". Ik hoop het toch niet. Er is toch geen sprake van schijnobjectiviteit? Zijn er in het opstellen van MKBA's regels die aanscherping of meer eenduidigheid nodig hebben om MKBA's objectief te krijgen? Ik was ook verbaasd toen ik las dat door het ministerie destijds niet een tweede onafhankelijke MKBA is opgesteld. En is het niet zo dat bij grote projecten sowieso een tweede MKBA moet worden opgesteld, bij voorkeur door een planbureau?
Voorzitter, ik sluit af. De collega's Graus en Van Brenk hadden het al over ultrafijnstof en het Longfonds, dat gisteren bij ons op bezoek was. Hoe ziet de minister in het licht van het Preventieakkoord en het door mevrouw Van Brenk ook al genoemde Schone Lucht Akkoord de ambitie van dit kabinet om gezondheidswinst te realiseren en hoe verhoudt dat zich tot de ontwikkeling van de luchtvaart? Gaat de minister naast verder onderzoek, dat hij heeft aangekondigd, ook al direct actie ondernemen op dit punt? Want de tussenrapportage naar de effecten van ultrafijnstof rond Schiphol geeft geen hoopvol beeld. Welke conclusies trekt de minister hieruit?
Voorzitter, dank u wel.
Archief > 2019 > september
- 27-09-2019 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins over het bericht «Schiphol is niet de enige: ook 5 andere Nederlandse vliegvelden missen natuurvergunning»
- 26-09-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Luchtvaart (AO d.d. 11/09)
- 25-09-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Middelbaar beroepsonderwijs
- 24-09-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Effecten van het ECB-beleid
- 19-09-2019 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins e.a. over het gestaakte overleg tussen het ministerie en Noord-Veluwse gemeenten over vliegroutevarianten
- 12-09-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan een plenair debat inzake de Wet meer ruimte voor nieuwe scholen
- 11-09-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Luchtvaart