Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Eurogroep / Ecofinraad
Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister Hoekstra van Financiën en staatssecretaris Snel van Financiën
Kamerstuknr. 21501 – 07
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De eurotop van 21 juni en de eurogroep van 13 juni staan in het teken van het eurozone-instrument, afgekort tot BICC. Zoals alles in deze wat technocratische Europese Unie is dit afgekort tot een zelfs voor volgers ondoorzichtige afkorting. Enfin, dat eurozone-instrument had voor mijn fractie niet zo nodig gehoeven, maar laat ik me vandaag niet langs de lijn van de voorspelbare dichotomie van voor of tegen opstellen. Ik zal me zoekend opstellen, en pleitend voor een weg waarlangs de eurozone sterker wordt zonder dat het noorden meer gaat betalen voor het zuiden.
Er zijn afgelopen december duidelijke richtinggevende afspraken gemaakt tijdens de eurotop. Vooral zijn er duidelijke randvoorwaarden gesteld. Zonder daar nu precies op in te gaan, wil ik zeggen dat de ChristenUniefractie de Minister van harte steunt in zijn inzet, in zijn aanpak en in de door hem gehanteerde volgordelijkheid. Bij het hanteren van het Stabiliteits- en Groeipact, het SGP, om toegang te krijgen tot het BICC, kon ik een glimlach zelfs niet onderdrukken. Salvini, die het SGP het liefst als toiletpapier gebruikt, moet er straks wél aan gaan voldoen om toegang te krijgen tot het eurozonebudget, om alsnog hervormingen te realiseren waar hij tegen is. Dat is niet alleen genoegzaam ironisch, maar doet natuurlijk gelijk vragen rijzen over het nut van dit nieuwe instrument in de praktijk. We gaan het meemaken. Voor mijn fractie geldt in ieder geval dat dit niet de neus mag zijn van de grote kameel, met bulten gevuld door de noordelijke belastingbetaler en leeggezogen door zuidelijke luidruchtige politici zoals Salvini.
Voorzitter. Natuurlijk heb ik kennisgenomen van de CPB-studie over het schokfonds. Nou wordt het BICC überhaupt geen schokfonds, maar, hoe het ook zij, het CPB argumenteert dat zo’n fonds welvaartsverhogend kan werken. Het onderkent terecht ook het risico van moral hazard, maar zegt ook dat het dichtschroeien van dit morele gevaar leidt tot een fonds dat niet uitkeert. Het moge duidelijk zijn dat ik onze belastingbetaler niet ten prooi wil laten vallen aan dit morele gevaar van faciliteiten die op de pof leven en begroten belonen. Daar komt nog eens bij dat wij in Noord-Europa hechten aan goede afspraken en daar betekenis aan hechten, terwijl daar in het zuiden anders mee wordt omgegaan. Dat is geen nieuw inzicht, maar wel een inzicht dat altijd in het voorhoofd moet zitten bij onderhandelingen zoals die plaatsvinden in de aanloop naar en op de eurotop later deze maand. Dat geef ik graag nog mee aan de Minister. Ik ben ook benieuwd naar de reactie van de Minister op de studie van het CPB over het schokfonds, over het morele gevaar van het BICC en over het verschil in waarde dat er aan afspraken wordt gehecht in noord en zuid, met het oog op wat er nu op tafel ligt. Hoe kan worden voorkomen dat hopelijk stevige afspraken in combinatie met een softe Europese Commissie als heelmeester gaan leiden tot stinkende wonden? Deze vragen klemmen des te meer nu de lenteraming van de Europese Commissie voor vele lidstaten, en zeker voor Italië, dramatisch lagere economische groeicijfers in petto heeft, terwijl het woord «expansief» nog te gering is om het begrotingsbeleid van de Italianen te kenschetsen. De vraag of er voor landen als Italië inmiddels exitstrategieën klaarliggen, zal ik deze keer niet stellen.
Terug naar het eurozone-instrument, voorzitter. De Minister heeft de Kamer de afgelopen maanden regelmatig geïnformeerd over de gover-nance en de criteria van dit nieuw te vormen onderdeel onder het MFK, en daarbij werd duidelijk dat er een verschil in inzicht zit tussen noord en zuid, tussen Nederland en het zuidelijk gelegen deel van de eurozone. Ik begrijp dat de Minister niet exact kan aangeven hoe het slagveld zich richting de 21ste juni gaat ontwikkelen, maar ik roep hem wel op om ervoor te zorgen dat er ten eerste bij de invulling, omvang en governance van het BICC volledig binnen de kaders van de afspraken van 14 december wordt gebleven. Ook klinken de zinnen over de IGA, de Intergovernmental Agreement, en de additionele financiering nog niet helemaal geruststellend. Het moet voor de ChristenUnie klip-en-klaar zijn in de te maken afspraken dat het niet om aanvullende middelen gaat en dat het instrument keurig wordt ingepast binnen het nieuwe MFK. En dan kom ik bij het tweede: als er toch buiten de lijntjes van 14/12 wordt gekleurd en er bijvoorbeeld toch weer een stabilisatiedoel het budget wordt binnengesmokkeld, moet niet geaarzeld worden om de opt-out op tafel te leggen. Dan wensen wij de Grieken en de Italianen veel succes, maar dan doen wij niet mee.
Voorzitter. Alle te maken afspraken moeten uitmonden in een nieuwe verordening. Het is een verordening, dus de niet-eurolidstaten zullen ook moeten instemmen. Gaan ze dat ongeclausuleerd doen of willen ze daarvoor een vorm van toegang terug of een duidelijke begrenzing in het budget? Hoe kijkt de Minister daartegen aan?
Tot slot. Wat kan de Minister zeggen over de voortgang van de vervolmaking van de bankenunie, van EDIS, en dan met name met betrekking tot de invulling van de risicoreductie?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Er is nog een vraag van mevrouw Leijten voor u.
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, voorzitter. Als ik hier als enige oppositiepartij met allemaal coalitiepar-tijen zit, moet er toch iemand wat vragen stellen! Wat vindt de heer Bruins er nou van dat de Europese Commissie gewacht heeft met de beoordeling van België, Cyprus, Frankrijk en Italië tot na de Europese verkiezingen?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Mevrouw Leijten weet dat de ChristenUnie er altijd op heeft gehamerd dat afspraken moeten worden nagekomen. Die moeten worden nageleefd en daarop moet ook gehandhaafd worden. Dat geldt in alle gevallen, dus ook in deze gevallen.
Mevrouw Leijten (SP):
Laat ik het zo zeggen: de SP-fractie vindt het nogal opmerkelijk dat de Europese Commissie voor de verkiezingen haar kaarten niet blootgeeft en Italië toch wat ruimte geeft, en na de verkiezingen opeens zegt: nee, we gaan toch de zweep erover gooien. En dat doet zij niet alleen hierop, maar ook op het uitbreidingsdossier. Wat vindt de ChristenUnie ervan dat de Europese Commissie zich zo opstelt?
De heer Bruins (ChristenUnie):
De timing is mij ook opgevallen en ik vroeg mij hetzelfde af. Hoe komt dat nou toch en heeft het inderdaad iets te maken met die verkiezingsdatum? Ik constateer wel dat vandaag duidelijk werd uit de media dat de zweep uit de kast is gehaald, en dat bevalt mij in ieder geval wel.
Archief > 2019 > juni
- 27-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Fiscale beleidsagenda 2019
- 19-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat over het pensioenakkoord
- 19-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat inzake Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd
- 13-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het VSO Experiment flexibele onderwijstijden basisonderwijs
- 11-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Innovatie
- 06-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het verantwoordingsdebat over het jaar 2018
- 05-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het VAO Wetenschapsbeleid (AO d.d. 14/05)
- 05-06-2019 - Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Eurogroep / Ecofinraad