Schriftelijke vragen Eppo Bruins over het onderzoek van het CPB «Eenverdieners onder druk»
Schriftelijke vragen Eppo Bruins aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en aan de Minister en Staatssecretaris van Financiën
Kamerstuknr. 2018Z03215
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de Centraal Planbureau (CPB) Policy Brief 2018/03 «Eenverdieners onder druk» en van het bijbehorende CPB Achtergronddocu-ment «De belastingdruk van een- en tweeverdieners vanaf 2005. Een intertemporele en internationale analyse van de belastingdruk voor paren in Nederland»?1 Wat is uw eerste reactie op dit onderzoek?
Vraag 2
a.Hoe kijkt u aan tegen het structureel verder oplopende verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners? b.Hoe kijkt u aan tegen dit verschil vanuit doelmatigheidsperspectief rekening houdend met de volgende constatering van het CPB: «Het drukverschil tussen een †en tweeverdieners met jonge kinderen verkent inmiddels de grenzen van doelmatigheid»? c.Hoe kijkt u aan tegen dit verschil vanuit rechtvaardigheidsperspectief (draagkrachtbeginsel)? d.Welke mate van fiscale discriminatie tussen een- en tweeverdieners met/zonder kinderen acht u geoorloofd?
Vraag 3
Hoe apprecieert u het feit dat in Nederland internationaal gezien het verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners het grootst is? Welke lessen trekt u hieruit?
Vraag 4
Hoe apprecieert u dit feit (uit vraag 3) in vergelijking met Duitsland, waar de arbeidsdeelname hoger is dan in Nederland en waar men nota bene een splitsingsstelsel heeft met een in vergelijking met tweeverdieners relatief veel lagere belastingdruk voor eenverdieners dan in Nederland?