Bijdrage Eppo Bruins aan de Algemene Financiële Beschouwingen
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Eppo Bruins aan de plenaire behandeling van de Algemene Financiële Beschouwingen met minister Hoekstra van Financiën en staatssecretaris Snel van Financiën, Kamerstuknr. 34 775
De heer Bruins (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Waar verdient Nederland in de eenentwintigste eeuw zijn geld mee? Niet met banken, verzekeringen of brievenbusmaatschappijen. De ChristenUnie gelooft sterk in de kracht van de reële economie, in producten met een echte meerwaarde, in mensen die een vak hebben geleerd, in mensen die met hart en ziel in bedrijven of in de publieke dienst een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving en in gezinnen die gewoon hun best doen om zorgtaken en werk te combineren, die iedere maand weer netjes het huishoudboekje op orde hebben, netjes hun belastingen betalen en misschien zelfs wat kunnen sparen aan het eind van de maand. De overheid spoort burgers aan om op een goede wijze verantwoordelijkheid te dragen voor henzelf, hun omgeving en de schepping. Als in Nederland al die werknemers — mkb'ers, zzp'ers, vaders en moeders, opa's en oma's — zo hun best doen om de samenleving te vormen tot iets goeds, dan heb je als overheid de dure plicht om datzelfde verantwoordelijke gedrag te tonen. Vertrouwen in de toekomst betekent ook kunnen vertrouwen op de overheid. En daar ligt voor dit kabinet een grote taak.
De ChristenUnie kan in grote lijnen goed leven met de manier waarop dit kabinet omgaat met de rijksfinanciën. Het kabinet investeert fors in onderwijs, onderzoek en infrastructuur. Nadat jaren is beknibbeld op primaire overheidstaken versterkt het kabinet de uitvoering van deze publieke taken met honderden miljoenen voor veiligheid en structureel 1,5 miljard extra voor defensie. Hiermee moet het roepen van "pangpang" bij een oefening definitief tot het verleden behoren en zetten we een belangrijke stap richting het NAVO-gemiddelde in deze kabinetsperiode, al zijn we er daarmee nog niet. Toezichthoudende diensten en andere voor onze samenleving essentiële onderdelen van het ambtelijk apparaat worden niet langer uitgeknepen, maar versterkt. De grote uitdaging van het aanpakken van klimaatverandering en de energietransitie heeft meer dan ooit een plaats gekregen in het regeerakkoord, al moet een deel van de maatregelen nog wel concreet worden gemaakt. Anderen hebben daar al vragen over gesteld.
De keerzijde van al dit soort uitgaven is dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën verslechtert; het is geen hoerabegroting. De houdbaarheid gaat van +0,2% naar -0,4% van het bbp. Een keerzijde is ook dat de marges ten opzichte van de middellangetermijndoelstellingen met betrekking tot de begrotingssaldi voldoende zijn, maar tegelijkertijd vrij smal, en dat het beleidspakket zeker in de eerste twee jaar een procyclisch karakter heeft. Omdat bij het opstellen van het regeerakkoord niet is uitgegaan van een behoedzaam scenario, maar van een economische modelgroei van 2%, ruim boven de potentiële groei, adviseert de Raad van State om op een alternatieve wijze wat meer zekerheid in te bouwen. Natuurlijk wil mijn fractie bij voorkeur de voorgenomen intensiveringen goed besteden. Toch vraag ik de minister hoe hij denkt over de aanbevelingen van de Raad van State, bijvoorbeeld die over het voorwaardelijk toekennen van de intensiveringen voor latere jaren. Hoe zit het met de zuinigheid die wordt bepleit door de Raad van State?
Geen misverstand: het goede van dit regeerakkoord is dat de stabiliserende werking van de begroting op de economie wordt versterkt. En natuurlijk is het niet meer dan terecht dat al die vakmensen in het onderwijs, bij de politie, in het leger er na jaren van karigheid salaris bij gaan krijgen. De ChristenUnie-fractie weet zich geïnspireerd door het oudtestamentische verhaal van Jozef. Deze onderkoning van Egypte zorgde ervoor dat de graanschuren tijdens de jaren van overvloed gevuld werden, zodat het land goed bestand was tegen de hongersnood die volgde. Ik zie de geest van Jozef zeker deels terug in het kabinetsbeleid. Ondanks de absoluut forse stijging van de overheidsuitgaven dalen de bruto collectieve uitgaven van 43,0% nu naar 42,5% van het bbp straks, blijft in de huidige ramingen het EMU-saldo positief en daalt de EMU-schuld bijna naar het precrisisniveau. Dat is een compliment waard. Maar hopelijk zijn de marges zodanig dat ook bij een plotselinge omslag — die niet ondenkbaar is; de periode onder Balkenende IV staat mijn fractie nog helder voor ogen — de automatische stabilisatoren ongehinderd hun werk kunnen doen zonder dat er pijnlijke ingrepen nodig zijn. Ik ben benieuwd naar de reflectie van onze nieuwe minister van Financiën hierop, ook in het licht van de internationale context vol onzekerheden.
Waar de uitgavenkant van het regeerakkoord de houdbaarheid van de overheidsfinanciën onder druk zet, geldt dat niet voor het lastenpakket van het kabinet. Dat zit ronduit slim in elkaar met in deze kabinetsperiode een flinke lastenverlichting voor huishoudens ten opzichte van het basispad, waardoor de collectieve lastendruk niet verder stijgt, maar gelijk blijft. Natuurlijk was een daling nog mooier geweest, maar ik tel mijn zegeningen. Op de lange termijn blijft de houdbaarheid van de overheidsfinanciën intact. Zeker, voor onze fractie geldt dat de belastinghervorming verder had mogen gaan, maar het is veelbelovend dat onder dit kabinet de steeds grotere kloven in de samenleving niet verder worden vergroot, maar worden gestabiliseerd en in sommige gevallen zelfs verkleind. Ik denk hierbij vanzelfsprekend aan de extreme kloof in belastingdruk tussen gezinnen met een inkomen en twee inkomens, aan de kloof tussen zzp'ers en mensen in loondienst, en aan de kloof tussen woningeigenaren en huurders in de vrije sector. Met maatregelen als de introductie van het tweeschijventarief in de inkomstenbelasting, de verhoging van het kindgebonden budget en de zorgtoeslag voor paren, de afbouw van alle aftrekposten van het toptarief naar het basistarief en het schrappen van de wet-Hillen worden de geslagen kloven onmiskenbaar kleiner.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Voorzitter, goede teksten tot nu toe. Dus daar heb ik eigenlijk geen vragen over.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Maar ik heb toch een vraag over de toekomstige houding van de fractie van de ChristenUnie. Complimenten voor wat ze bereikt heeft voor eenverdieners. Daar zijn we blij mee. De kloof wordt in ieder geval niet groter en de koopkracht ziet er goed uit. Tegelijkertijd is die kloof in fiscaliteit er nog steeds. De heer Bruins herkent dit volgens mij. Gaat de ChristenUnie met ons de komende tijd zoeken naar mogelijkheden om de kloof nog verder te verkleinen?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik zei al: het is een mooie start. Het is het wat onze fractie betreft nog niet helemaal. Het is een mooie stap de goede kant op, ook voor het verschil tussen een- en tweeverdieners. Het verschil in belastingdruk neemt in ieder geval niet toe, maar ik sta er absoluut voor open om samen met de SGP te kijken naar voorstellen, maatregelen, om de kloof in de samenleving verder te dichten en de verbinding te zoeken, omdat wij uiteindelijk voor het draagkrachtprincipe zijn. Je draagt de lasten naar draagkracht per huishouden. Dat is wat ons betreft de kleinste eenheid in de samenleving waar we naar kijken.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dank. Ik ben blij dat de deelname aan het kabinet niet het heldere geluid dat tot nu geklonken heeft, heeft doen verstommen. Wij gaan dus gezamenlijk verder om te zoeken naar het dichten van de kloof.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter. Daarmee zijn we er wat de ChristenUnie betreft nog niet, maar in deze kabinetsperiode breken we in ieder geval de trend die zo sterk was onder het laatste kabinet, namelijk de steeds grotere belastingverschillen bij hetzelfde bruto-inkomen. Ik zei het al in mijn antwoord aan de heer Dijkgraaf. Het gaat te ver om te stellen dat het draagkrachtprincipe ten volle in ere is hersteld, maar het eerste stapje, dat ik net noemde, is gezet.
Met het lastenpakket in het regeerakkoord maakt dit kabinet een begin met de belastinghervorming. Dat is het kabinet ook van plan bij ons pensioenstelsel en de arbeidsmarkt. Ik zie uit naar deze hervormingen. Dat geldt ook voor de omslag van een fossiele naar een duurzame economie. Ik hoop dat deze bewindslieden er alles aan zullen doen om deze hervormingen te laten slagen.
Op twee zorgpunten van mijn fractie ontvang ik graag een reactie van de minister. Allereerst betreft dit de woningmarkt. De heer Nijboer zei al dat deze heel erg belangrijk is. Kenmerk van de Nederlandse economie is dat hoogconjunctuur en oververhitting op de woningmarkt hand in hand gaan. Die verwevenheid is niet alleen een risico voor de economie en de overheidsfinanciën, maar heeft ook grote impact op de leefbaarheid van onze steden en de woonlasten van huishoudens. Gisteren kwam het CBS bijvoorbeeld met het bericht naar buiten dat steeds meer jonge kinderen de grote stad verlaten. Het vertrek van jonge gezinnen uit de stad is deels een natuurlijk fenomeen, maar de versnelling van deze trend heeft onmiskenbaar van doen met het feit dat het voor gezinnen met kinderen steeds ingewikkelder is om een betaalbare woning in onze steden te vinden. Met dat deze middenklasse steeds meer wegtrekt, staat de toekomst van de leefbaarheid van onze grote steden op het spel. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? Vormen de financiële maatregelen in het regeerakkoord een afdoende antwoord?
Voorzitter. Een tweede zorgpunt dat ik onder de aandacht van de minister wil brengen, betreft de zorgkosten, het koekoeksjong van de collectieve uitgaven. Goede zorg kost veel geld en dat heeft de ChristenUnie er graag voor over. Maar figuur 2 in de startnota van de minister is natuurlijk alleszeggend. Nadat het vorige kabinet er de afgelopen jaren in is geslaagd de uitgaven aan zorg te beheersen, lijkt het wel alsof er de komende jaren een inhaalgroei van jewelste plaatsvindt. De zorgkosten groeien grofweg twee keer zo hard als onze economie en iedereen snapt dat dit op de lange duur moeilijk houdbaar is, zowel bij de overheid als bij de burgers zelf. De minister heeft deze figuur natuurlijk niet voor niets opgenomen en lokt daarmee een reactie uit van ons. Op welke manier gaat de minister erop sturen dat de zorguitgavenlijn in de grafiek in de praktijk minder snel omhoog gaat lopen dan het zich nu laat aanzien?
De heer Nijboer (PvdA):
Ik vond dat de heer Bruins mooie woorden sprak over de woningmarkt en ik vond hem ook heel eerlijk in het vorige debat. Ik zal hem dus niet bevragen op de dividendbelasting. Het was voor de ChristenUnie een hele meloen om door te slikken. Dat beeld vergeet ik nooit meer. Zij vindt het niks, maar zij stemt ermee in omwille van het regeerakkoord. Ik wil de heer Bruins vragen hoe hij aankijkt tegen de bezuinigingen op de huurtoeslag in het regeerakkoord. Met collega Schouten — die was minstens zo fanatiek als ik — heb ik namelijk jaar in, jaar uit die huurtoeslag bij amendement en weet-ik-wat verhoogd. Nu zit er een bezuiniging in het regeerakkoord. Hoe kijkt de ChristenUnie daartegenaan?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het woord "totaalpakket" is al te vaak gevallen deze dag. We hebben natuurlijk naar het totaalpakket gekeken en daar onze handtekening onder gezet, maar er is een hoop over te zeggen. Ja, we hebben ermee ingestemd en er onze handtekening onder gezet, maar tegelijkertijd letten we er heel erg op dat de kloof tussen eigenaren van een eigen woning en mensen die in een huurwoning wonen, niet onnodig vergroot wordt. We hebben gezorgd dat we allerlei toeslagen, die nu schuin gaan aflopen, niet in één keer kwijtraken. Kortom, als je het totaalpakket bekijkt, zie je dat de belastingdruk rechtvaardiger wordt en dat op veel plekken, afhankelijk van salaris, met name de marginale druk naar beneden gaat. Van dat totaalpakket hebben we gezegd: daar durven wij echt onze handtekening onder te zetten.
De heer Nijboer (PvdA):
De afbouw van de huurtoeslag vind ik gewoon een goede maatregel.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel.
De heer Nijboer (PvdA):
Tegelijkertijd heb ik meer zorgen over het evenwicht tussen kopers en huurders dan de ChristenUnie zojuist aangaf. Je ziet de kopers er in de komende jaren twee keer zo veel op vooruitgaan als de huurders, terwijl huurders grote betaalproblemen hebben voor hun woning. Er is veel discussie over geweest, maar kopers worden een-op-een gecompenseerd voor de wet-Hillen, net als voor de hypotheekrenteaftrek, terwijl de huurders een bezuiniging voor de kiezen krijgen. Dat moet toch moeilijk te verteren zijn?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik kijk ook naar de toename van de koopkracht voor alle groepen in de samenleving, naar de verlaging van inkomstenbelasting en overigens ook naar afschaffing van de wet-Hillen, waar huurders geen last van hebben, terwijl ik begrijp dat het voor mensen met een koopwoning op de lange termijn best voelt alsof je gestraft wordt. Met die combinatie en dat evenwicht ziet de totaalplaat er ook voor huurders goed uit in de komende jaren, hoewel ik de opmerking van de heer Nijboer zeker begrijp.
De heer Nijboer (PvdA):
Huurders gaan er 0,8% op vooruit en kopers 1,4%. Dat is toch een behoorlijk groot verschil, zou ik zeggen. Ik snap best dat de bezuiniging op de huurtoeslag niet uit het totaalpakket kan. Dat is mij allang duidelijk geworden vandaag. Maar als er in de komende jaren goede voorstellen worden gedaan tegen de bezuiniging op de huurtoeslag, die ook niet direct wordt ingevoerd, mag ik de heer Bruins dan vragen of de ChristenUnie daar welwillend naar wil kijken? De PvdA heeft de afgelopen hetzelfde richting de ChristenUnie gedaan.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voor constructieve ideeën staan we altijd open. Wel waarschuw ik ervoor dat we niet meer en meer geld moeten gaan rondpompen in ons land. Als maatregelen a gedekt zijn en b kloven dichten en verbindingen leggen tussen verschillende groepen in ons land, dan kijken we daar dus naar onder de voorwaarde dat het niet slechts het rondpompen van publiek geld is. Ik ga samen met de heer Nijboer kijken naar zijn concrete plannen.
De heer Nijboer (PvdA):
Daar zie ik naar uit.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik heb al iets gewisseld met de heer Bruins over de dividendbelasting. Los van dat we in de krant hebben kunnen lezen dat de ChristenUnie het ontwikkelingssamenwerking voor multinationals vindt, heeft hij inderdaad gezegd dat het een meloen was om door te slikken. Daar moet je even van bekomen, kan ik me voorstellen.
Mijn vraag gaat over de zorgkosten, want u noemt die een koekoeksjong.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Nou had ik me zo voorbereid op de dividendbelasting, mevrouw Leijten.
De voorzitter:
Nou, dan speciaal voor de heer Bruins ... Nee, nee.
Mevrouw Leijten (SP):
Nee, de zorgkosten. De heer Bruins noemt ze een koekoeksjong. Als er in de commissie voor Financiën wordt gesproken over zorgkosten als een koekoeksjong, dan ben ik erg op mijn hoede, omdat ik als oud-woordvoerder gezondheidszorg heb gezien hoe kortzichtig de overheid alleen maar kijkt naar zorgkosten en niet naar zorgopbrengsten. Zou het nou niet mooi zijn als wij als financieel woordvoerders in de komende tijd kijkend naar de zorgkostengroei niet de parameters van bijvoorbeeld het CPB gaan hanteren, waarin je zorgkosten alleen in de hand kunt houden door de eigen bijdrage te verhogen of de aanspraken te verminderen? Want dan komt de rekening een-op-een terecht bij patiënten, die over het algemeen al op achterstand staan, zeker financieel. Is de heer Bruins bereid om dat samen op te pakken, eens reëel te bekijken waar die kosten precies zitten en te bekijken hoe we kunnen besparen in de zorg zonder dat het de mensen die in de zorg werken of de patiënten raakt?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik ben zo blij met deze handreiking van mevrouw Leijten, want dit is zo ontzettend belangrijk. Die zorgkosten zijn een molensteen om de nek van de rijksfinanciën. We moeten daar iets mee en we kunnen daar niet lang meer mee wachten. Ik ben dan ook heel blij dat dit regeerakkoord zo ontzettend sterk inzet op preventie, bijvoorbeeld met Op weg naar een rookvrije generatie. Ik denk ook dat we moeten inzetten op innovatie die onze zorg niet duurder maakt, dus geen nog hogere tesla-magneetveld-MRI voor specialist X in ziekenhuis Y, maar innovaties die ervoor zorgen dat de zorg goedkoper wordt met behoud van menselijkheid, aandacht en handen aan het bed. Ik waardeer deze handreiking van mevrouw Leijten enorm en ik hoop dat we samen kunnen gaan werken aan maatregelen die ervoor zorgen dat de zorg minder snel duurder wordt in de toekomst, zodat we het in de hand kunnen houden.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Leijten (SP):
Dat gaan we dan ook doen, maar daar moeten we volgens mij wel één basisprincipe onder leggen, namelijk dat we het niet alleen hebben over zorgkosten, maar ook over opbrengsten. In een land waar de sociaaleconomische gezondheidsverschillen ertoe leiden dat mensen met een praktische opleiding en over het algemeen een wat zwaarder beroep zeven jaar eerder doodgaan en bijna twintig jaar een slechtere gezondheid hebben, moeten we niet uitgaan van de parameters waarin je wordt gestraft als je ziek bent of waarin je geen toegang meer hebt tot zorg als je ziek bent. Dat zijn eigenlijk de enige twee sleutels die tot nu toe door regeringen en door het Centraal Planbureau zijn gehanteerd, terwijl we ook zien dat er ieder jaar 10 miljard winst wordt gemaakt in de zorg.
De voorzitter:
Wat wilt u van de heer Bruins weten?
Mevrouw Leijten (SP):
Nou, dat we de parameter eronder leggen waarin we het niet alleen over de zorgkosten hebben, maar ook over de opbrengsten. Als je alleen maar naar de kosten staart, dan lijkt het een koekoeksjong, terwijl er ook zo veel opbrengsten voor onze samenleving zijn.
De voorzitter:
Meneer Bruins, wil u daarop kort reageren?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Mijn hart wordt wel warm van deze woorden. Ongeveer een jaar geleden hadden we het in deze Kamer over het breed welvaartsbegrip. Een goede samenleving zoals de ChristenUnie die voorstaat, gaat om meer dan geld verdienen. Dat is ook: hoe gaan we met elkaar om? Hebben wij oog voor elkaar? Hoe gaan we om met kwetsbaren? En ook: wat levert het op als we mensen gezond houden? Het kan niet zo zijn dat we, omdat ons Centraal Planbureau daar geen economisch model voor heeft, stoppen met gezond verstand. We hebben hier twee bewindslieden bij wie ik het gezond verstand bijzonder hoog acht. Ik zie er dan ook naar uit om samen met deze bewindslieden verder te kijken dan economische modellen, om te kijken hoe we weer nieuwe verbindingen in onze samenleving kunnen leggen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Misschien moeten we ook het CPB eens vragen om de gezondheidsopbrengsten van verplichte lichamelijke opvoeding op de lagere school te bepalen. Daar kijken we ook nooit naar. Vroeger bestond het, maar dat hebben we bijna afgeschaft. De heer Bruins heeft gezegd: die dividendbelasting komt niet van ons. Welke argumentatie heeft hij om de wet-Hillen af te schaffen? Ik hoor hem net zeggen: op de lange termijn doet het pijn. De korte termijn doet er dus niet toe, hoewel "kort" een rekbaar begrip is. Die 30 kan morgen ook 4 zijn. Waarom heeft u dit uiteindelijk gesteund?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Het stond niet in ons verkiezingsprogramma en ook niet in de doorrekening. Dat geef ik toe. Bij de PVV, de SP, GroenLinks en de PvdA was dat in de vorige periode anders. Voor deze kabinetsperiode gaat het om de SP, GroenLinks, de PvdA en D66. Laat ik u de hand reiken. Dat de maatregel voor sommigen voelt als gestraft worden voor netjes aflossen, begrijp ik. Daar kan ik heel goed inkomen. Daarom stond het ook niet in ons verkiezingsprogramma. En toch durf ik het afschaffen van de wet-Hillen inhoudelijk te verdedigen. Dat doe ik dan ook vanuit mijn verhaal over het dichten van kloven.
U legt zelf vanuit uw partijpolitieke visie de nadruk op verschillen die er zijn. Ik zou ook een verschil willen benadrukken. Eerst iemand met een huurwoning die iedere maand wat overhoudt en zijn best doet om een klein vermogentje te sparen voor zijn oude dag. Diegene zet dat op de bank en heeft dan een bedragje daar staan, een appeltje voor de dorst, of een meloen voor de dorst om bij de juiste vruchten te blijven. Daarnaast zet ik de eigenwoningbezitter die ook netjes spaart, maar dat stopt in de aflossing van zijn hypotheek. Degene die in een huurwoning zit en spaargeld heeft, betaalt in box 3 belasting over een fictief rendement. Dat is een belasting over een fictief rendement van 4% en dat gaat omlaag. Maar degene die spaart door het aflossen van zijn hypotheek en die uiteindelijk zijn hypotheek heeft afgelost of bijna heeft afgelost, krijgt nu te maken met de afschaffing van de wet-Hillen. Die betaalt dat eigenwoningforfait, dat hij erbij moet tellen, maar heeft er niet 4% fictief maar slechts 0,6% bij te tellen. Dat is ook een verschil, een onrechtvaardigheid waarvan ik zeg: die kloof kun je ook overbruggen door de wet-Hillen af te schaffen.
De voorzitter:
Dat was een heel lang antwoord.
De heer Bruins (ChristenUnie):
O, ik had nog veel meer argumenten.
De voorzitter:
Nee, nee, echt niet. De interrupties moeten kort zijn — daar spreek ik de Kamerleden op aan — maar de antwoorden ook.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ja, voorzitter, een korte vraag. Ik waardeer overigens de uitvoerigheid, maar ik begrijp uw scherpte op de timing.
Ik heb eigenlijk alleen nog maar deze vraag. Ik stel de vraag nu heel anders, even los van geld en van box 1 en 3. Is het nou vanuit uw vroegere christelijk-historische of, beter gezegd, uw ChristenUniegevoel eerlijk en rechtvaardig dat u hier een overheid staat te verdedigen die volstrekt onbetrouwbaar is en die het vertrouwen van de burgers schendt, omdat in de wet staat: als u die schuld aflost, dan krijgt u geen bijtelling? Degenen die een schuld hebben, krijgen een bijtelling. Maar er zijn ook mensen die afgelost hebben door zuinig te zijn en vanaf 55 of 60 jaar hebben gespaard door geen vakantie te nemen — ik kan u de voorbeelden geven — en geen auto te kopen. Die mensen geef je een klap door een boete in te voeren en u zegt daarop alleen maar: we gaat het langzaam doen. Voor diegenen die net begonnen zijn, is het pas over 30 jaar, maar de mensen die nu al hebben afgelost, krijgen die boete.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Voorzitter, als antwoord daarop kan ik kortheidshalve verwijzen naar de antwoorden die de heer Omtzigt op dezelfde interruptie heeft gegeven in zijn termijn en wijzen op de boete van €1,00 in de maand die de heer Omtzigt voorrekende, terwijl er tegelijkertijd veel voordelen zijn voor eigenwoningbezitters en de consumenten er ook nog eens sterk op vooruitgaan in het nieuwe belastingstelsel.
De voorzitter:
U wisselt van microfoon, zie ik. Dat maakt niet uit; het wordt uw laatste opmerking.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik wilde weglopen om u te helpen, voorzitter, maar ik constateer dat de heer Bruins geen antwoord geeft en verwijst naar een heel ander antwoord van de heer Omtzigt.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Laat ik dan als laatste zeggen dat ik begon met de opmerking dat de overheid zuinig moet zijn met de overheidsfinanciën en dat de wet-Hillen in feite op de lange termijn financieel tot houdbaarheidsproblemen zou leiden. Dat willen we niet. Een zuinige overheid moet er ook voor zorgen dat de overheidsfinanciën op de lange termijn houdbaar zijn en daarvoor moet de wet-Hillen afgeschaft worden.
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik zag de teleurstelling op het gezicht van de heer Bruins toen hij geen vraag kreeg over de dividendbelasting. Ik doe deze ene vraag dus ook een beetje voor collega Bruins. Ik heb de reconstructie van Petra de Koning gelezen en daarin wordt inderdaad gesproken over een lange lijdensweg, maar er staat ook in dat de ChristenUnie de dividendbelastingafschaffing ontwikkelingssamenwerking voor buitenlandse multinationals noemde. Waarom eigenlijk die term?
De heer Bruins (ChristenUnie):
In alle eerlijkheid, ik weet niet wie van mijn fractie die term heeft genoemd. Ik heb hem niet bedacht, maar hij is in ieder geval wel in de krant gekomen. Een van mijn collega's heeft 'm vast genoemd in de reconstructie of tijdens het hele proces.
De heer Azarkan (DENK):
Maar waarom heette dat binnen de ChristenUnie zo?
De heer Bruins (ChristenUnie):
Wat is het antwoord dat u zoekt? Kunt u mij helpen en mij zeggen wat u zoekt?
De heer Azarkan (DENK):
Dat ga ik u uitleggen. De ChristenUnie vond het een belachelijke maatregel en u noemde het zo omdat het ook zo uitpakt, zij het dat het als voorheffing niet zozeer iets voor de multinationals is als wel voor het buitenland. Het is iets voor Amerika en andere landen, want het komt daar in de schatkist terecht. Als u het zo noemt en het zo betittelt, zit daar natuurlijk ook nog een ideologie achter.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Nou kijk, over het afschaffen van de dividendbelasting zijn vandaag al heel veel argumenten heen en weer gegaan. Je kunt voordelen bedenken, je kunt nadelen bedenken. We hebben vanochtend de visies van de economen gelezen in De Telegraaf. Kijk, je kunt je afvragen aan welke beurs een bedrijf zijn aandelen noteert. Hier of elders? Wordt het vestigingsklimaat er gunstiger door? Het wordt er zeker niet ongunstiger van. Er zit jurisprudentie aan te komen van het Europese Hof van Justitie. Misschien zouden we over een paar jaar sowieso wel met een probleem hebben gezeten. Dat zijn allemaal argumenten die je kan inbrengen om het afschaffen van de dividendbelasting te bepleiten. De ChristenUnie heeft, via dat NRC-artikel maar ook eerder tijdens het WGO waarin ik erover heb gepraat, ervoor gekozen om het volgende te zeggen. Het stond niet in ons verkiezingsprogramma. Wij hebben onze handtekening gezet onder het Belastingplan zoals dat er nu ligt. Met de effecten daarvan, waarvan is doorgerekend hoe ze neerslaan bij burgers en bedrijven, zijn we buitengewoon content. Dat geldt voor het totaal, en dus ook voor deze dividendbelasting.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Azarkan (DENK):
Ik vond toch die beoordeling "ontwikkelingssamenwerking voor buitenlandse multinationals" een hele mooie. Volgens mij zegt dat genoeg. U kunt eromheen draaien, maar dat werkt niet echt.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik ontken ook zeker niet dat het in de krant staat en dat het blijkbaar gezegd is. Er is ook geen enkele behoefte van mijn kant om woorden van of namens mijn fractie in te slikken. Die houden we er dus gewoon in.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel. Voorzitter, dat de afschaffing van de dividendbelasting niet in ons programma stond, is inmiddels wel bekend. Maar ik onderstreep alle andere maatregelen, bijvoorbeeld dat we het bonusbeleid niet veranderen en dat belastingontwijking stevig wordt aangepakt. Daar zijn we buitengewoon blij mee.
Voorzitter. We zijn ook blij met de in het regeerakkoord aangekondigde introductie van een bronheffing op rente en royalty's op uitgaande stromen naar landen met zeer lage belastingen. Daar heb ik nog wel enkele vragen bij aan de staatssecretaris. Hoe gaat dit precies worden vormgegeven, en hoe zorgen we ervoor dat deze heffing echt effectief wordt? Gaat het kabinet de verdragen heroverwegen die we hebben met non-coöperatieve jurisdicties, zoals de aangenomen motie-Schouten/Groot van juni vorig jaar vraagt? Wanneer kunnen we deze en andere maatregelen van de staatssecretaris tegemoetzien om brievenbusmaatschappijen het leven veel minder aantrekkelijk te maken? Ik vraag het kabinet om daar voor het kerstreces duidelijkheid over te verschaffen. Geen misverstand: mijn complete fractie, ook de uitgesproken fan in mijn fractie, verdrijft met liefde U2 liever vandaag dan morgen van de Amsterdamse grachten. Daarom nogmaals mijn oproep: kom zo spoedig mogelijk met een concreet plan.
Tot slot, voorzitter, kom ik bij het onderwerp van niet-belastingopbrengsten. Het Rijk verwacht volgend jaar 26 miljard euro aan niet-belastingontvangsten te ontvangen. De Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd dat ieder jaar de niet-belastingontvangsten veel hoger uitvallen dan begroot. Ieder jaar rapporteren ministeries bij de Najaarsnota in het jaarverslag extra ontvangsten. In de afgelopen jaren was dat gemiddeld 678 miljoen. De Algemene Rekenkamer merkt dan ook op dat ministeries de niet-belastingontvangsten structureel onderbegroten. Ze ontvangen dus structureel meer dan geraamd. Is de minister bereid om, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt, vanuit de toezichthoudende rol op de rijksbegroting nader te onderzoeken waar de meer- en minderopbrengsten vandaan komen, en wat er jaarlijks met die eventuele meeropbrengsten gebeurt? Is hij bereid om in het komende jaar duidelijker begrotingsvoorschriften te verschaffen aan de vakministers? Is hij bereid om bij de komende Voorjaarsnota zich samen met de vakministers extra in te spannen om een zo realistisch mogelijke raming te geven van de niet-belastingontvangsten over 2018? Durft hij de uitdaging aan om de afwijking voortaan niet groter dan 100 miljoen te laten zijn?
Voorzitter, afrondend: ik wens beide bewindslieden veel vreugde bij hun mooie en verantwoordelijke werk als schatkistvuller en schatkistbewaker. Ik wens ze daarbij de wijsheid van Jozef toe.
Dank u wel.
Archief > 2017 > november
- 21-11-2017 - Bijdrage Eppo Bruins aan het plenair debat inzake een wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
- 21-11-2017 - Bijdrage Eppo Bruins aan de plenaire behandeling van het Pakket Belastingplan 2018
- 08-11-2017 - Bijdrage Eppo Bruins aan de Algemene Financiële Beschouwingen
- 03-11-2017 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins en het Lid Van Helvert (CDA) over uitstel van verbreding van de «dodenweg» N50 bij Kampen
- 03-11-2017 - Schriftelijke vragen Eppo Bruins, Geurts (CDA) en Dijkgraaf (SGP) over het bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het Living Planet Report