Bijdrage Carla Dik-Faber aan Het plenair debat over concrete maatregelen in het kader van het preventieakkoord
Bijdrage Carla Dik-Faber aan een plenair debat met staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerstuknr. 32793
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Wie herinnert zich niet dat je in de trein coupés had waarin je kon roken of dat er op tafel een glaasje met sigaretten stond? Nu vinden we dat onbestaanbaar. Het aantal rokers in de samenleving neemt af en de rookvrije generatie is echt in zicht. Door beleid en regulering kun je het gedrag van mensen positief beïnvloeden. Natuurlijk, een gezonde leefstijl is eerst en vooral de verantwoordelijkheid van de mensen zelf, maar het gaat ook de maatschappij aan. Door te investeren in preventie zorgen we ervoor dat mensen langer gezond blijven en houden we de toekomstige zorgkosten lager. Nu geven we veel geld uit aan zorg achteraf, maar is het niet veel beter om te investeren aan de voorkant, in preventie dus? Dat gaat ook over rechtvaardigheid. Mensen in een sociaal-economisch slechtere positie leven vier tot vijf jaar korter en hebben een slechtere gezondheid. Er is dus werk aan de winkel.
De ChristenUnie staat voor een samenleving waarin onze jongeren gezond en vrij van verslaving opgroeien. Dat vergt een overheid die verantwoordelijkheid neemt — en soms zijn daar regels voor nodig — en een samenleving die betrokkenheid toont. Ik wil beginnen met een compliment aan de staatssecretaris dat hij dit in de samenleving breed gedragen Preventieakkoord heeft afgesloten. Ik nodig de organisaties die nog twijfelen, nadrukkelijk uit om ook mee te doen.
Voorzitter. Eerst overgewicht. Gezondheidsfondsen melden dat er elk jaar bijna 13.000 doden zijn als gevolg van ongezonde voeding. Hoezo levensmiddelen? Kijk eens naar alle potjes, zakjes en bakjes: te vaak is dat geen voeding, maar vulling. Sluipsuikers worden ons met de paplepel ingegoten. Een op de zes kinderen is te dik en ongeveer de helft van de volwassenen ook. Wat de supermarkt in het schap legt, ligt 's avonds op je bord. Er werd beterschap beloofd met het akkoord over de verbetering van de productsamenstelling, maar uit de rapportcijfers van de wetenschappelijke adviescommissie blijkt dat de levensmiddelensector vet gezakt is. Er zijn goede voorbeelden, zeker, maar dat zijn toch uitzonderingen. De ChristenUnie wil dat de opvolger van dat akkoord wél werkt. Daarvoor zijn duidelijke reductiedoelen en een tijdpad nodig. Neemt de staatssecretaris dit mee?
Voorzitter. 80% van alle reclames gaat over ongezond eten. De ChristenUnie wil dat 80% van de reclames gaat over producten uit de Schijf van Vijf. In een Nieuwspoortdebat vertelde de directeur van het CBL — dat is, zeg maar, de baas van alle supermarkten — dat hij dat ook wil. Daar kunnen we dus morgen mee beginnen en ik hoop dat de staatssecretaris al een afspraak met hem heeft. We kijken reikhalzend uit naar het voedselkeuzelogo. Mijn vraag is: sluit het nieuwe voedselkeuzelogo aan bij de Schijf van Vijf?
Dan kom ik op alcohol. Alcoholgebruik lijkt maatschappelijk helemaal geaccepteerd, ondanks de gezondheidsadviezen die één glas alcohol al als schadelijk bestempelen. Het is mooi dat 0,0-bier een enorme vlucht maakt, maar tegelijkertijd heeft het RIVM gezegd dat de ambities uit het akkoord bij lange na niet worden gehaald met de maatregelen die nu worden genomen. Wij weten dat drie dingen helpen: minder marketing, een hogere prijs en minder beschikbaarheid. Het is mooi dat er maatregelen worden genomen om bereik en beïnvloeding van jongeren te beperken, maar wanneer wordt dat concreet? Ik mag toch aannemen dat we niet eerst weer jaren van onderzoek krijgen? Daarnaast is wetgeving aangekondigd om het stunten met bier tegen te gaan. Dat is een goede eerste stap. Waarom is er niet gekozen voor een minimumprijs, zoals in Schotland? Eigenlijk is die er bij tabak in feite ook, door de verhoging van de accijnzen. Graag een reactie.
Op het punt van de beschikbaarheid ligt er een wetsvoorstel van collega Ziengs van de VVD over blurring. Hiermee wordt de verkoop en het gebruik van alcohol op veel meer plekken toegestaan. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat vergroting van de beschikbaarheid van alcohol niet helpt om problematisch alcoholgebruik terug te dringen. Er ligt bovendien een heel negatieve effectenanalyse. Is de staatssecretaris het met mij eens dat dit voorstel afbreuk doet aan de doelstellingen van het Preventieakkoord? Graag een reactie.
Voorzitter. Het derde onderwerp uit het akkoord betreft roken. Elke dag beginnen 75 kinderen — twee, drie schoolklassen vol — met roken. En elk jaar overlijden 20.000 mensen als gevolg van roken. Als je begint met roken, dan kies je daarvoor, maar als je verslaafd bent, heb je geen keuze meer. Op het gebied van roken neemt de staatssecretaris maatregelen om de reclame voor en de zichtbaarheid van rookwaren te beperken. Heel goed, maar ik zou tegen alle drogisterijen, boekhandels en supermarkten willen zeggen: neem ook zelf je verantwoordelijkheid en kap er gewoon mee. Het is niet uit te leggen dat dodelijke middelen een verdienmodel zijn geworden. Het is goed dat sigaretten de komende jaren flink duurder worden, dat rookruimtes worden gesloten en dat scholen helemaal rookvrij worden. Dit zijn mooie maatregelen, maar intussen zijn de laatste nalevingscijfers voor de verkoop van tabak heel teleurstellend. Ondanks alle maatregelen en wetgeving kunnen jongeren onder de 18 nog steeds heel eenvoudig aan sigaretten komen. Sterker nog, de naleving is zelfs verslechterd. Nu geldt het "three strikes out"-principe. Deze maatregel is nog maar bij één verkooppunt opgelegd, terwijl in 24% van de gevallen een overtreding werd geconstateerd. Is het niet tijd om vanaf nu meteen te handhaven, zonder een tweede en een derde kans?
De heer Van Gerven (SP):
Ik was het zeer eens met de opmerkingen van de ChristenUnie met betrekking tot blurring: als je meer mogelijkheden creëert, wordt er ook meer gebruik van gemaakt, bijvoorbeeld bij het nuttigen van alcohol. Dat geldt natuurlijk zeker ook voor het gebruik van tabak. Nu is er een voorstel, gepropageerd door de specialisten in Nederland, om een vergunningenstelsel in te voeren om de verkoop te beperken tot de tabaksspeciaalzaken. Dat heeft twee voordelen: je hebt minder verkooppunten, dus afname van tabaksgebruik, en de handhaving wordt eenvoudiger. Hoe staat D66 … Nee, hoe staat de ChristenUnie daarin? Hoe staat mevrouw Dik-Faber daarin?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het is geen geheim dat de ChristenUnie ook heel graag wil dat de verkoop beperkt wordt tot tabaksspeciaalzaken. Natuurlijk! Ik ben dan ook blij dat in dit Preventieakkoord, breed gedragen, is opgenomen dat we het aantal verkooppunten gaan beperken. Daarvoor is wel nodig dat we het aantal verkooppunten in kaart brengen en dat we inzetten op verlaging van het aantal verkooppunten. Ik heb gezien dat bepaalde bedrijven en supermarkten daarin hun verantwoordelijkheid nemen. Is het genoeg? Nee. Voor mij is het doel echt beperking tot de tabaksspeciaalzaken. Hebben we dat morgen geregeld? Ook niet. Dat spijt mij ook, maar dat is wel de realiteit waar we tegen aanlopen. Ik zie hier een akkoord dat een ontzettend goeie beweging inzet en ook de rookvrije generatie in beeld brengt. Daar ben ik ontzettend blij mee.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Van Gerven.
De heer Van Gerven (SP):
Ik weet het, mevrouw de voorzitter.
Mag ik concluderen dat de ChristenUnie dus eigenlijk voor een beperking is van de verkoop van tabak tot tabaksspeciaalzaken, dat dat eigenlijk een diepe wens is van de ChristenUnie? Ik zal een motie daartoe indienen met een aantal andere partijen en ik nodig ook de ChristenUnie van harte uit om die mede te ondertekenen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik wil hier kort op reageren, voorzitter. Ik zie de motie uiteraard met belangstelling tegemoet. Ik stel vast dat de SP nu ook een fervent voorstander is van een antirookbeleid. Ik heb de SP ook eens uitgenodigd om mee te stemmen voor een rookverbod in de horeca, maar toen kreeg ik niet de steun van de SP. Dat vond ik wel een beetje jammer.
De heer Renkema (GroenLinks):
Ik heb nu een tijdje geluisterd naar mevrouw Dik-Faber en hoorde een heel betrokken verhaal over dat er misschien nog wel meer mag gebeuren. Zij gaf complimenten aan de staatssecretaris, een van de ChristenUniebewindspersonen in dit kabinet, voor het brede draagvlak. Maar vervolgens komen er toch heel veel zaken waarvan mevrouw Dik-Faber zegt: dit moet nog gebeuren en dat moet nog gebeuren. Heeft uw staatssecretaris eigenlijk niet veel te veel water bij de wijn gedaan?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Volgens mij zit hier een staatssecretaris vol ambitie. Als hij het akkoord in z'n eentje had geschreven, had er vast wat anders in gestaan. Als de ChristenUniefractie het akkoord in haar eentje had geschreven, had er wat anders ingestaan en als uw fractie dat had gedaan vast en zeker ook. Ik vind echt de meerwaarde van dit akkoord dat het breed gedragen is door zo veel organisaties in de samenleving. Is het genoeg? Nee, het is niet genoeg. Ik heb natuurlijk ook de doorrekeningen gezien van het RIVM, dus ik vind ook dat er meer moet gebeuren. Ik heb gelezen in het akkoord dat we elk jaar kijken waar we staan, of er dingen anders moeten, of het misschien wat minder moet of dat er een tandje bij moet, of het beleid voldoende is of dat er toch een regel moet komen. We houden dus elk jaar de vinger aan de pols om te kijken hoe we toch dat doel kunnen bereiken. Nogmaals, ik zie ook heel veel organisaties in onze samenleving, naast degene die al getekend hebben, die nog niet meedoen. Dus ik nodig echt nadrukkelijk iedereen uit om ook een handtekening te zetten en aan de slag te gaan.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ken mevrouw Dik-Faber als iemand met een groot hart voor preventie. We trekken ook vaak samen op, op het gebied van roken en alcohol. En zelfs op het gebied van voedsel, maar daar wordt het wel het moeilijkst. Ik wil dus vragen wat mevrouw Dik-Faber ervan vindt dat in het Klimaatakkoord — ook al geen ideaal akkoord waarmee we de doelen gaan halen, maar toch — ten aanzien van de eiwitconsumptie wordt gesteld dat we toe moeten naar een verhouding 40/60, 40 dierlijk en 60 plantaardig en dat deze staatssecretaris met zijn Preventieakkoord nog steeds uitgaat van 50/50. Dat lijkt me nou een kansje. Het is maar een heel klein dingetje dat je bij zou kunnen sturen, maar dat je wel op één lijn zou moeten brengen. De volgende vraag is hoe we er dan komen. Mevrouw Dik-Faber weet net zo goed als ik dat we vrijblijvend stimuleren en verleiden geprobeerd hebben en dat het niet werkt. Moet daar niet ook een schepje bovenop?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Goed om te horen dat mevrouw Ouwehand de documenten zo naast elkaar heeft gelegd. Volgens mij is de ambitie inderdaad 40 dierlijk en 60 plantaardig. Dat is een ambitie die goed is voor het milieu, maar die vooral ook heel goed is voor onze gezondheid. Daarom vind ik het ook belangrijk dat dat onderwerp een plek krijgt en ook heeft in het Preventieakkoord. Ik zie dat die beweging al gaande is in onze samenleving. Het Voedingscentrum geeft daar ook veel adviezen over. Dat is wat ik op dit moment zie, dus ik ben even aan het zoeken naar de maatregelen die mevrouw Ouwehand wil voorstellen om die ontwikkeling een duwtje geven.
Ik debatteer ook veel met mevrouw Ouwehand in de commissie voor Landbouw. Als het gaat om de veehouderij, zitten we er wat verschillend in. Laten we daar ook eerlijk over zijn. Wellicht kunnen we het onderwerp eiwittransitie agenderen zonder het over de veehouderij te hebben, want dat is toch wel echt wat ons onderscheidt. Mevrouw Ouwehand wil vanuit de overheid de veehouderij klein maken en zo de eiwittransitie in gang zetten en mijn fractie zegt: we gaan toe naar kringlooplandbouw, we zien een verandering in de samenleving en wat is er dan nog vanuit de overheid nodig?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik vraag het omdat mevrouw Dik-Faber het, terecht, over het RIVM had. Dat heeft naar het Preventieakkoord gekeken en gezegd dat we met de maatregelen de ambitie niet gaan halen: de ambitie is hartstikke leuk, maar we redden het niet. Het is niet voor het eerst dat we door een gezaghebbend instituut erop worden gewezen dat het beleid dat we voeren en de ambities die we hebben niet bij elkaar passen. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur heeft ook gekeken naar wat we nou met voedsel moeten en die adviseert net als vele anderen heel nadrukkelijk prijsprikkels, zoals ik in mijn bijdrage ook heb genoemd. Wetenschappers zeggen: maak nou gezond voedsel goedkoper en ongezond voedsel duurder. Dat geldt ook voor duurzaamheid, dus een prijsprikkel: vlees en zuivel duurder en groenten en fruit goedkoper. Zou de ChristenUnie daarvoor voelen?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik wil eigenlijk mevrouw Ouwehand voorstellen om een keer samen op werkbezoek te gaan in een supermarkt, omdat ik ervan overtuigd ben dat op het moment dat wij vanuit de overheid gaan sturen met differentiatie in belastingen het gewoon ongelofelijk ingewikkeld wordt en dat op dit moment een supermarkt ook niks in de weg staat om marges te veranderen. Er zijn supermarkten die hebben gezegd: wij voeren de btw-verhoging op groenten en fruit niet door en wij zetten die prijsverhoging op andere producten. Dat zijn de supermarkten waar we volgens mij allemaal een voorbeeld aan moeten nemen. Het kan dus gewoon.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik zou graag willen dat mevrouw Ouwehand de uitnodiging aanneemt, want het lijkt me heel interessant.
Voorzitter. De ChristenUnie wil niet stoppen bij een rookvrije samenleving, maar wil zich ook inzetten voor een drugsvrije samenleving. Het recreatief gebruik van lachgas is onder jongeren inmiddels wijdverbreid, met grote risico's voor de gezondheid en het milieu. Veel gemeenten en festivals hebben al gebiedsverboden afgekondigd, maar dat is wat ons betreft niet voldoende. Mijn fractie wil de verkoop van lachgas voor recreatief gebruik uiteindelijk verbieden. Dat kan niet anders, want gemeenten luiden de noodklok. Zij zeggen: wij hebben eigenlijk op dit moment onvoldoende instrumenten in handen om dit in goede banen te leiden. Ik hoor graag van de staatssecretaris zijn reactie daarop.
Voorzitter. De rode draad van vandaag is: kiezen voor de commercie of voor onze gezondheid? Zo simpel is het. Het is duidelijk dat de ChristenUnie vindt dat dit Preventieakkoord een mooie start is en dat er de komende tijd meer organisaties en meer maatregelen bij mogen en zelfs moeten komen. Ik zie een staatssecretaris vol ambities en ik hoor graag welke rol hij ziet voor zichzelf om dit akkoord verder uit te bouwen.
Dank u wel.
Archief > 2019 > september
- 26-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over de stijgende woonlasten voor huurders
- 25-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan VAO Groningen (AO d.d. 12/09)
- 25-09-2019 - Schriftelijke vragen Joël Voordewind en Carla Dik-Faber over de bereikbaarheid van 113 Zelfmoordpreventie
- 24-09-2019 - Schriftelijke vragen Stieneke van der Graaf en Carla Dik-Faber over de registratie van levend geboren kinderen die voor het doen van geboorteaangifte reeds waren overleden
- 12-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Groningen
- 10-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 04/09)
- 05-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Duurzaam vervoer
- 04-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Klimaat en energie
- 03-09-2019 - Bijdrage Carla Dik-Faber aan Het plenair debat over concrete maatregelen in het kader van het preventieakkoord
- 03-09-2019 - Schriftelijke vragen over het ontbreken van informatie op verpakkingen t.b.v. recycling