Bijdrage Joël Voordewind aan het plenaire debat over de EU-Turkije top op 29 november 2015

woensdag 25 november 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een plenair debat met minister-president Mark Rutte

Onderwerp:   Debat over de EU-Turkije top op 29 november 2015

Kamerstuk:    21 501 – 20  

Datum:           25 november 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Met het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig dat al dan niet het Turkse luchtruim zou hebben geschonden, is het debat met de minister-president vanavond extra relevant geworden. Natuurlijk gaat de EU-Turkijetop allereerst over de vluchtelingenproblematiek, maar ik neem aan dat er tijdens de top ook nadrukkelijk gesproken zal worden over dit incident. Met deze laatste escalatie in het achterhoofd valt de brief van het kabinet toch een beetje tegen, omdat die niet rept over dit incident. Vandaar de vraag aan de minister-president hoe hij het neerhalen van het Russische vliegtuig door Turkije taxeert. Los van de vraag of Rusland het Turkse luchtruim heeft geschonden, speelt Turkije natuurlijk een zeer twijfelachtige rol ten aanzien van Syrië. Daar moet bij gezegd worden dat Turkije vele malen het Griekse luchtruim heeft geschonden. Dat heeft de afgelopen jaren niet geleid tot het neerhalen van Turkse vliegtuigen. Deze actie is nogal dubieus. Is de premier net als mijn fractie bezorgd door het feit dat twijfelachtig handelen van Turkije zelfs kan leiden tot een beroep op artikel 4 of 5 van het NAVO-handvest? Mijn fractie voelt daar niets voor. Graag hoor ik de reactie van de minister-president.

Dan sta ik nog even stil bij de vluchtelingenproblematiek zelf. Over de frase "met hernieuwde energie aan de slag te gaan met de toetreding" hebben wij tijdens het vorige debat uiteraard met de minister-president gesproken. Toen is de motie van mijn hand aangenomen om geen koppeling te leggen met betrekking tot het toetredingsproces en de opvang van vluchtelingen. Ik vraag de minister-president daaraan gehoor te geven als hij het komende weekeinde het gesprek met Turkije aangaat. Er mag op geen enkele wijze gemarchandeerd worden met de toetredingscriteria. Er kan op dit moment geen sprake zijn van een Turkse beloning met vrij uitreizen naar Europa. Kan de minister-president dat bevestigen?

Tot slot leest mijn fractie weinig terug over de inhoud van het financiële pakket van 3 miljard, dat de Europese Unie aan Turkije wil gaan overmaken. Er is geen overeenstemming over het bedrag, hoewel er in de pers al wordt gerept dat Nederland ongeveer 117 miljoen gaat bijdragen. Graag hoor ik van de premier of dit bedrag klopt. De ChristenUnie zou graag zien dat een gedeelte van dit bedrag wordt gereserveerd voor de ngo's die in Turkije actief zijn met de opvang van vluchtelingen. Amnesty International bericht over mensenrechtenschendingen door Turkije. Ik verzoek het kabinet om een deel van de 117 miljoen die wij zouden moeten gaan betalen, via de Dutch Relief Alliance te laten verlopen om de humanitaire nood in Turkije te lenigen. Ik hoor graag een toezegging van de minister-president.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug