Bijdrage Joël Voordewind begroting Defensie
De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Enkele weken geleden werd de val van de Berlijnse Muur herdacht. De internationale veiligheidssituatie is sinds de val van de Muur onmiskenbaar veranderd, maar de wereld is er al met al niet veiliger op geworden. Ik verwijs kortheidshalve naar de beleidsbrief Wereldwijd dienstbaar van september 2007. Daarin is een heldere analyse opgenomen van de veranderende internationale veiligheidssituatie sinds het einde van de Koude Oorlog. Defensie heeft zich aan de veranderingen weten aan te passen door zich om te vormen tot een volwaardige expeditionaire krijgsmacht die overal ter wereld inzetbaar is om een bijdrage te leveren aan internationale vrede en veiligheid. En met resultaat. De ChristenUnie-fractie heeft grote waardering voor de prestaties van het defensieapparaat, onder andere in Tsjaad, Somalië, Burundi en Afghanistan. In Uruzgan is de veiligheid gedeeltelijk verbeterd en er zijn meer voorzieningen op het terrein van onderwijs en gezondheidszorg gekomen. Er worden minder schepen gekaapt in de Golf van Aden, waar Nederland het commando voert over de huidige EU-missie. Ook internationaal wordt de Nederlandse inzet zeer gewaardeerd. Het is veelzeggend dat de Amerikaanse president Obama de Nederlandse aanpak in Uruzgan een voorbeeld noemt voor de eigen strategie in Afghanistan.
Wij beschikken kortom over de expeditionaire krijgsmacht die wij altijd voor ogen hebben gehad toen wij begin jaren negentig met de hervormingen begonnen. Die krijgsmacht past bij de mentaliteit van Nederland in de wereld. Dat is geen mentaliteit van ons terugtrekken achter de dijken. Vanuit een bevoorrechte positie als welvarende natie heeft Nederland de plicht om op te komen voor de vrede en veiligheid in de wereld en voor de handhaving van de internationale rechtsorde. Dat is niet louter een ideëel streven, maar dat is ook in het belang van de eigen veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan de toename van internationaal terrorisme en piraterij.
Het is wel een feit dat Nederland het huidige niveau voor 2010 niet kan volhouden. Dat heeft de minister zelf ook enkele malen aangegeven. Na de beëindiging van de missie in Uruzgan zal Nederland een stapje terug moeten doen. De verkenningen komen wat dat betreft als geroepen. Wanneer kan de Kamer de verkenningen precies verwachten?
De ChristenUnie-fractie ziet een defensieapparaat met hoogwaardige apparatuur, maar ook met problemen als het gaat om het aantrekken van voldoende instructeurs en monteurs. Dat is onder andere een reden waarom de missie in Afghanistan tegen haar grenzen aanloopt. Wij stellen daarom voor de optie te onderzoeken of gespecificeerd personeel uit andere landen geworven kan worden of van de private markt kan worden ingehuurd. Ook kan defensie nog een hele slag slaan door een beroep te doen op de reservisten. Ik begrijp dat daar in het WGO over personeel ook bij stil is gestaan. Enkele collega's hebben daarover ook al het woord gevoerd.
Nu bestaat het personeel bij uitzending voor 1,3% uit reservisten, de staatssecretaris wil dat verhogen tot 2,5%, maar we zien in landen als Canada en de VS dat dit percentage nog veel hoger kan. Waarom niet meer ambitie om dit percentage te verhogen?
We zien dat Defensie ook een bijdrage levert aan het overheidstekort. Maar dan is het niet verstandig, vindt de fractie van de ChristenUnie, te bezuinigen op het trainen en oefenen van onze militairen om ze goed voorbereid op missie te laten gaan. Daarom heb ik samen met de collega's Knops en Eijsink een amendement ingediend om deze bezuiniging van 5 mln. ongedaan te maken.
De ChristenUnie is zeer tevreden dat extra wordt geïnvesteerd in de versterking van de inlichtingenketen: 18 mln., de opsporing van IED's en extra Bushmasters met detectiearm. De veiligheid van onze militairen die met gevaar voor eigen leven de poort uitgaan, moet boven alles gaan. De ChristenUnie is daarom van mening dat onze Mercedes-jeeps die in gevaarlijke situatie worden ingezet, niet alleen tegen scherven moeten worden beschermd, zoals nu het geval is, maar ook tegen munitie 7.62, zoals bij de Denen het geval is, en ook tegen mijnen, zoals bij de Duitsers het geval is. Bescherming is essentieel voor de keuze van de helmen. Kan worden verzekerd dat in operationeel gevaarlijke situaties het beste van het beste wordt gebruikt? Niet de levensduur is voor de fractie van de ChristenUnie het uitgangspunt, maar het direct inspelen op nieuwe technologische ontwikkelingen.
In voorgaande jaren heb ik mij sterk gemaakt voor de werving van eigen UHV-capaciteit. Het belang hiervan wordt door de regering onderkend, en als reactie op de motie is er een brief gekomen. Nederland beschikt over technologische kennis en infrastructuur om sensoren te ontwikkelen. Hiervoor kunnen middelen worden aangewend vanuit het maatschappelijke innovatieprogramma Veiligheid (MIV). Is de staatssecretaris bereid om de middelen uit het MIV beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van een "demonstrator" van de vliegende radar? Ik overweeg op dit punt een motie. In de genoemde brief werd een opening geboden. Gaat dit nu ook daadwerkelijk gebeuren?
De EU gaat een trainingsmissie in Somalië uitvoeren. De minister van Defensie, lezen we in de media, zei op 18 november achter het principebesluit te staan, maar wil uiteraard nog een reeks van antwoorden opvragen, onder andere hoe de soldaten getraind en geselecteerd gaan worden, en hoe de betaling wordt gecontroleerd. Heeft de minister hierop inmiddels al antwoord op, en zo ja, heeft hij nog steeds een positieve grondhouding als het gaat om eventuele deelname hieraan, met uiteraard respect voor de procedures die we in de Kamer kennen, zoals de artikel 100-brief.
De ChristenUnie is het met de minister eens dat het van groot belang is om te erkennen dat de noodzaak van het probleem op het land zelf ligt, dus in Somalië. Het is dan ook noodzakelijk om de inspanningen op het land verder te versterken. Op het moment dat het kabinet met een voorstel komt, zullen we daar serieus naar gaan kijken.
De ChristenUnie heeft ook waardering voor de positieve resultaten van het wervingsbeleid voor nieuw personeel. Het komt er nu wel op aan om voldoende opleiders en trainers te vinden. Dit punt kwam ook bij het WGO-personeel aan de orde. Het kan niet zijn dat mensen heel lang op die opleiding moeten gaan wachten, op het moment dat ze zich aanmelden. Ik hoor soms geluiden van zes maanden. Daardoor haken mensen alsnog af, en zoeken ze tussentijds een andere baan. De ChristenUnie is tevreden met de honorering van haar verzoek om zo min mogelijk ouders uit te zenden op missie met kinderen jonger dan een jaar.
Wat het defilé in Wageningen betreft: ik steun het verzoek vanuit Wageningen, samen met de Partij van de Arbeid, om de staatssecretaris te vragen dit evenement nog drie jaar te financieren.