Inbreng bij evaluatie verkoop 'morning-after'-pil
woensdag 31 januari 2007
Volgens het onderzoeksrapport wijst de algemene stijging in verkoopcijfers erop dat vrouwen de drogisterij en apotheek verkiezen boven een centrum voor anticonceptie en seksualiteit. Grotere anonimiteit en toegankelijkheid zouden hiervan de oorzaken kunnen zijn. Hoe beoordeelt de minister deze behoefte aan anonimiteit? Is deze doelgroep morning-afterpil koopsters te bereiken met de in de brief van 30 november 2006 aangekondigde maatregelen op het gebied van voorlichting over anticonceptie en veilig vrijen?
Volgens het onderzoeksrapport kan de stijging van de verkoop van de morning-afterpil op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Enerzijds kan het opgevat worden als een indicator voor onbeschermd seksueel contact en is de stijgende verkoop in die zin dus een onwenselijk verschijnsel. Anderzijds kan ook worden betoogd dat niet het aantal onbeschermde seksuele contacten is gestegen, maar dat er juist meer ongewenste zwangerschappen en mogelijke abortussen worden voorkomen door toegenomen gebruik van de morning-afterpil. De minister gaat in zijn brief enkel op het laatste punt in. Hoe beoordeelt de minister de interpretatie van het bovengenoemde onwenselijke verschijnsel?
Vrouwen kunnen de morning-afterpil uit voorzorg kopen en hem in voorraad houden. Ook kunnen vrouwen in geval van twijfel eerder de noodpil kopen en gebruiken, zonder dat er daadwerkelijk kans bestaat op een ongewenste zwangerschap. Deze twee verklaringen kunnen worden gezien als een verder doorgevoerde vorm van preventie. Hoe beoordeelt de minister deze ‘verder doorgevoerde vorm van preventie’? Is dit wenselijk of noopt dit er juist toe om drastisch accenten te verleggen in het preventiebeleid?
Er blijken redelijk wat vragen en onduidelijkheden te bestaan over anticonceptie. Voor lang niet iedereen is het duidelijk dat je ook de gewone pil moet doorslikken als je de morning-afterpil hebt gebruikt. Sommigen denken dat de morning-afterpil de gewone pil kan vervangen etc. Is het om bovengenoemde redenen juist niet wenselijk dat de morning-afterpil enkel via de huisarts of via centra voor anticonceptie verkrijgbaar is?
Vlaams onderzoek en onderzoek in Frankrijk hebben risicofactoren samenhangend met morning-afterpil opgeleverd. Er zijn relaties aangetoond met bijvoorbeeld het rook- en drinkgedrag van met name jongeren. Gaat dit onderzoeksresultaat ook voor Nederland op? Verdient preventie en voorlichting op het gebied van anticonceptie en veilig vrijen niet een bredere inbedding in het jongerenbeleid?
In het rapport staat dat een drogisterij-medewerker aangaf dat, als zij recidivisten aansprak op hun veelvuldig gebruik van de morning-afterpil, zij nonchalant reageerden. Andere medewerkers merken op dat vooral de wat lager opgeleide, minder zelfstandige meisjes de morning-afterpil kopen. Hoe beoordeelt de minister de geconstateerde nonchalante reacties? Hoe wil de minister juist deze doelgroep van lager opgeleide minder zelfstandige meisjes bereiken met preventie en voorlichting? Is deze doelgroep niet meer gebaat bij meer kennis en weerbaarheid op het gebied van seksualiteit dan met de vrije verkrijgbaarheid van de morning-afterpil?
Medewerkers constateren dat er een taboe hangt rondom de morning-afterpil en dat koopsters door schaamte niet of nauwelijks vragen stellen. Klanten zijn door registratie vaker bekend bij de apotheek en dat kan juist ook schroom veroorzaken. Hoe beoordeelt de minister deze onderzoeksresultaten?
Hoe beoordeelt de minster de aanbeveling dat er meer onderzoek en informatie nodig is om doelgerichte preventie te kunnen geven? Hoe beoordeelt de minister het feit dat er geen duidelijk beeld bestaat van de exacte verkoopcijfers van de morning-afterpil?
Hoewel aangegeven wordt dat de huisarts en eerstelijnsklinieken meer ruimte bieden aan privacy en het persoonlijk te woord staan van klanten, wordt in de aanbeveling dit punt niet verder uitgewerkt. Er wordt gekozen voor het overhandigen van een folder bij de aankoop van de morning-afterpil, omdat een folder uitnodigender is om te lezen dan de bijsluiter. Hoe beoordeelt de minister deze aanbeveling?
Volgens het onderzoeksrapport kan de stijging van de verkoop van de morning-afterpil op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Enerzijds kan het opgevat worden als een indicator voor onbeschermd seksueel contact en is de stijgende verkoop in die zin dus een onwenselijk verschijnsel. Anderzijds kan ook worden betoogd dat niet het aantal onbeschermde seksuele contacten is gestegen, maar dat er juist meer ongewenste zwangerschappen en mogelijke abortussen worden voorkomen door toegenomen gebruik van de morning-afterpil. De minister gaat in zijn brief enkel op het laatste punt in. Hoe beoordeelt de minister de interpretatie van het bovengenoemde onwenselijke verschijnsel?
Vrouwen kunnen de morning-afterpil uit voorzorg kopen en hem in voorraad houden. Ook kunnen vrouwen in geval van twijfel eerder de noodpil kopen en gebruiken, zonder dat er daadwerkelijk kans bestaat op een ongewenste zwangerschap. Deze twee verklaringen kunnen worden gezien als een verder doorgevoerde vorm van preventie. Hoe beoordeelt de minister deze ‘verder doorgevoerde vorm van preventie’? Is dit wenselijk of noopt dit er juist toe om drastisch accenten te verleggen in het preventiebeleid?
Er blijken redelijk wat vragen en onduidelijkheden te bestaan over anticonceptie. Voor lang niet iedereen is het duidelijk dat je ook de gewone pil moet doorslikken als je de morning-afterpil hebt gebruikt. Sommigen denken dat de morning-afterpil de gewone pil kan vervangen etc. Is het om bovengenoemde redenen juist niet wenselijk dat de morning-afterpil enkel via de huisarts of via centra voor anticonceptie verkrijgbaar is?
Vlaams onderzoek en onderzoek in Frankrijk hebben risicofactoren samenhangend met morning-afterpil opgeleverd. Er zijn relaties aangetoond met bijvoorbeeld het rook- en drinkgedrag van met name jongeren. Gaat dit onderzoeksresultaat ook voor Nederland op? Verdient preventie en voorlichting op het gebied van anticonceptie en veilig vrijen niet een bredere inbedding in het jongerenbeleid?
In het rapport staat dat een drogisterij-medewerker aangaf dat, als zij recidivisten aansprak op hun veelvuldig gebruik van de morning-afterpil, zij nonchalant reageerden. Andere medewerkers merken op dat vooral de wat lager opgeleide, minder zelfstandige meisjes de morning-afterpil kopen. Hoe beoordeelt de minister de geconstateerde nonchalante reacties? Hoe wil de minister juist deze doelgroep van lager opgeleide minder zelfstandige meisjes bereiken met preventie en voorlichting? Is deze doelgroep niet meer gebaat bij meer kennis en weerbaarheid op het gebied van seksualiteit dan met de vrije verkrijgbaarheid van de morning-afterpil?
Medewerkers constateren dat er een taboe hangt rondom de morning-afterpil en dat koopsters door schaamte niet of nauwelijks vragen stellen. Klanten zijn door registratie vaker bekend bij de apotheek en dat kan juist ook schroom veroorzaken. Hoe beoordeelt de minister deze onderzoeksresultaten?
Hoe beoordeelt de minster de aanbeveling dat er meer onderzoek en informatie nodig is om doelgerichte preventie te kunnen geven? Hoe beoordeelt de minister het feit dat er geen duidelijk beeld bestaat van de exacte verkoopcijfers van de morning-afterpil?
Hoewel aangegeven wordt dat de huisarts en eerstelijnsklinieken meer ruimte bieden aan privacy en het persoonlijk te woord staan van klanten, wordt in de aanbeveling dit punt niet verder uitgewerkt. Er wordt gekozen voor het overhandigen van een folder bij de aankoop van de morning-afterpil, omdat een folder uitnodigender is om te lezen dan de bijsluiter. Hoe beoordeelt de minister deze aanbeveling?
Archief > 2007 > januari
- 31-01-2007 - Inbreng bij evaluatie Wet Afbreking Zwangerschap 2005
- 31-01-2007 - Inbreng bij evaluatie verkoop 'morning-after'-pil
- 30-01-2007 - Bijdrage debat over wijziging wet BOPZ; voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling
- 17-01-2007 - Bijdrage begrotingsbehandeling Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2007