Onder de indruk van een gereformeerde drammer
Kuyper was een betweter, een drammer. Een dominee die eigenmachtig de kerk scheurde en daarbij zei in Gods naam te handelen. Een machtspoliticus, die vrome woorden voor zijn politieke karretje spande. Zijn principieel gefundeerde ‘antithese’ kwam hem bijvoorbeeld wel heel goed uit toen hij begin twintigste eeuw zijn confessionele kabinet vormde. En ondertussen deinsde hij er als minister-president niet voor terug om in zijn krant De Standaard onder pseudoniem zijn eigen ministers te bekritiseren.
Kuyper was een systematisch denker, die al een antwoord had nog voordat de vraag kon worden gesteld, een theoreticus die God en zijn wereld tot schema’s reduceerde en voor wie de bevindelijke omgang met God vreemde vroomheid was. Een overmoedige cultuuroptimist die met zijn Vrije Universiteit, Standaard en ARP Gods koninkrijk op aarde wilde vestigen, maar wiens ongelijk in het verval van de gereformeerde zuil werd bevestigd. Misschien ben ik nog iets vergeten, maar ik geloof dat dit wel zo ongeveer het beeld is van Abraham de Geweldige waarmee ik ben opgegroeid. Ik ben dus niet bepaald als een kuyperiaan in de wieg gelegd.
Warme meditaties
Mijn oudste broer zorgde voor de eerste barstjes in mijn heldere beeld van Kuyper, toen hij me wees op Kuypers warme meditaties op de psalmen. Zo las ik een andere kant van de man. Bij een nadere kennismaking tijdens mijn studie kon ik de fenomenale denkkracht van Kuyper en de zeggingskracht van dat denken over bijvoorbeeld pluraliteit ook moeilijk ontkennen. Interessanter werd het nog toen ik de positieve impact van Kuyper op Amerikaanse evangelicalen zag. Het was die kinderachtige vorm van chauvinisme waarbij buitenlandse waardering de binnenlandse receptie bijstelt. Ongeveer zoals het liedje van Ilse de Lange en Waylon vorig jaar eerst met de grond werd gelijkgemaakt, maar na hun tweede plaats bij het Eurosongfestival een topliedje werd. Zo was Kuyper nog altijd een drammer, maar wel een Hollandse drammer. En als vanzelf ga je toch iets welwillender denken over de manier waarop Kuyper geloof en politiek, een christelijke inzet en een veelkleurige samenleving op elkaar betrok.
George Harincks avontuur in de voetsporen van Abraham Kuyper hebben me weer een stapje dichter bij de grote man gebracht. Hij is meer mens geworden en tegelijk meer een fenomeen. Iemand die in Egypte last had van warmte en zand, is me sympathieker dan een Haagse betweter. Het feit dat hij in het begin van de twintigste eeuw zo’n enorme reis om de Oude Wereldzee ondernam, even doorreisde naar Khartoum en onderweg zo raak de mensen en hun culturen wist te typeren, daar neem ik – in tegenstelling tot George Harinck – mijn hoed voor af. Kuyper was na een paar maanden in de regio verder in zijn duiding van de islamitische cultuur dan ik na de zeven jaar dat ik in Egypte woonde. Toen ik de pagina’s in zijn dikke reisverslag over de islam las, blies die gereformeerde drammer me toch even omver. De man kende de wetsscholen van de islam, liep bij de Azhar Universiteit naar binnen om er het gesprek aan te gaan, kende het wahabisme, duidde het sterk publieke en ethische karakter van de islam, peilde en was onder de indruk van de stuwkracht van deze godsdienst en analyseerde waarom de kerk in Noord-Afrika erdoor was weggevaagd.
Kenner van het hart
Kuyper betreurde de manier waarop in de oude kerk ‘dorre filosofie’ de ‘heilige bezieling’ had overwoekerd en de christelijke gemeente van binnenuit had uitgehold. Hij zag hoe die kerk verzwakt raakte doordat Gods menswording niet dankbaar en gelovig werd aanvaard, maar theologisch uitgeplozen. En dat zegt dan iemand die bij mij als gereformeerde systematicus te boek stond.
Maar Kuyper zag ook wat de langzame maar zekere uitwerking was van islamitische overheersing. Ook hier is hij een kenner van het hart. Want, zo schrijft Kuyper, harde vervolging maakt gelovigen sterk. Maar wat de islam deed, is christenen voortdurend duidelijk maken dat ze tweederangsburgers zijn. De beste posities waren voor moslims; een christen mocht geen wapen dragen, niet paardrijden, moest extra belasting betalen, hun geestelijken moesten speciale kleren dragen. Zo was het niet vervolging, maar de voortdurende sociale vernedering die christenen murw maakte en uiteindelijk naar de islam deed overgaan. Een rake duiding, die zelfs iets van de secularisatie van onze tijd verklaart. En een illustratie van het feit dat Kuypers tocht om de Oude Wereldzee voor mij een reis is bij mijn eerste karikaturen vandaan.
Gert Jan Segers is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij schrijft iedere zes weken een column in het Nederlands Dagblad.
Nieuwsarchief > 2015 > juni
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Onder de indruk van een gereformeerde drammer'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.