Van Dalen, vicevoorzitter van de Transportcommissie van het Europees Parlement, deelt dan ook niet het optimisme van staatssecretaris Mansveld, die onlangs aangaf dat de aanleg van het derde spoor in 2014 van start kan gaan. Volgens de Europarlementariër laat de staatssecretaris zich met een kluitje in het riet sturen: ,,Omdat de bouwvergunningen in 2014 misschien binnen zijn en er in Duitsland een akkoord is bereikt over de verdeling van de kosten, concludeert de Nederlandse regering dat de aanleg nu vlug plaats zal vinden. Dat is naïef. Uit het Bundesverkehrswegeplan 2010 blijkt dat de aanleg van het derde spoor voor de Duitse regering volstrekt geen prioriteit heeft. Daarom had Nederland bij de onlangs gehouden Nederlands-Duitse Top in Kleve keiharde afspraken moeten maken over de aanleg van de spoorverbinding. In plaats daarvan werd er gesproken over koetjes en kalfjes en de goede onderlinge verhoudingen. Erg teleurstellend”, aldus de Europarlementariër die hoopt dat het derde spoor in het Bundesverkehrswegeplan 2015 meer prioriteit krijgt.

Kostenverdeling

Ook is Van Dalen er niet van overtuigd dat het akkoord over de kostenverdeling een bewijs is dat de aanleg binnenkort plaatsvindt. Van Dalen: ,,Een akkoord over de kostenverdeling betekent niet dat het geld ook klaar ligt op de plank. Ook de Duitse deelstaten hebben last van de economische crisis. Goed nieuws is wel dat de EU uit het transportfonds TEN-T de aanleg kan cofinancieren, zeker 20%. Laten de Nederlandse en Duitse regering deze kans dan ook aangrijpen en haast maken met de aanleg van het derde spoor bij Emmerich. Dan kan de Betuweroute ook eindelijk optimaal worden gebruikt. Aan goede bedoelingen en hoopvolle verwachtingen hebben we niets.