"EP-kandidaten ChristenUnie niet erg concreet"
vrijdag 16 januari 2004 15:59
APELDOORN - Inhoudelijk zijn er nauwelijks verschillen tussen beide kandidaat-lijsttrekkers. En dus moeten Hans Blokland en Peter van Dalen het hebben van hun presentatie. „Het was een beetje vaag. Ze waren nog niet echt duidelijk en concreet”, aldus een belangstellende.
Blokland (60) en Van Dalen (45) staan boven aan de kandidatenlijst van de ChristenUnie voor de Europese verkiezingen in juni dit jaar. Het staat echter nog niet vast wie de lijst mag aanvoeren en wie genoegen moet nemen met de tweede plaats. Dat bepaalt het ChristenUnie-congres op zaterdag 24 januari. Voor die tijd reizen de kandidaat-lijsttrekkers het land door om zich te presenteren aan de kiezers.
De regiotour startte donderdagavond in Apeldoorn. De zaal was met ongeveer vijftig belangstellenden behoorlijk gevuld voor een avond over Europese politiek, temeer daar volgens Henk van Rhee, directeur van het landelijk bureau van de ChristenUnie, zich vooraf slechts zes mensen hadden aangemeld.
Van Rhee geeft de aftrap voor de avond door Blokland en Van Dalen te laten reageren op enkele nieuwsfeiten. Dat pakt aanvankelijk ongelukkig uit voor Blokland, omdat het publiek zijn mening over detectiepoortjes en meermanscellen niet blijkt te steunen. Als beide kandidaten later op de avond om beurten mogen reageren op vragen uit het publiek, vergeet gespreksleider Van Rhee twee keer achter elkaar ook Blokland te laten antwoorden.
Deze laat zich niet uit het veld slaan. Naarmate de avond vordert, verbetert zijn presentatie. Op de vraag wat de ChristenUnie-europarlementariërs eigenlijk doen in het Europees Parlement (EP) en of ze daar iets in de melk hebben te brokkelen, presenteert het zittende EP-lid een indrukwekkende lijst activiteiten waaraan hij deelneemt. Hij is vice-voorzitter van de commissie betrekkingen met Hongarije, indiener van vele amendementen en heeft maar liefst elf zogenoemde rapporteurschappen bekleed.
Zijn uitdager Van Dalen, in het dagelijks leven plaatsvervangend directeur-hoofdinspecteur luchtvaart bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, komt vanaf het begin van de avond zelfverzekerd over. Hij kent zijn verhaal van buiten en maakt van iedere gelegenheid gebruik het kiezerspubliek zijn visie op Europa en op zichzelf te geven. Waar zijn concurrent Blokland op de vragen van belangstellenden over Europese politiek vooral antwoord vanuit zijn concrete ervaring met de dagelijkse praktijk, gebruikt Van Dalen de vragen vaker als kapstok voor zijn eigen verhaal.
Bij een vraag over de Europese kaderrichtlijn water houdt Blokland de mensen voor dat het EP het voor elkaar heeft gekregen dat ook de lidstaten zelf nog iets te zeggen hebben over het water en dat niet alles van bovenaf wordt geregeld. Van Dalen grijpt het onderwerp aan om te benadrukken dat hij vanuit zijn werk veel sleutelfiguren in en rond Brussel kent die te maken hebben met verkeer en waterstaat.
Een volgende vraag, over het nut van Europese samenwerking op defensiegebied, beantwoordt Blokland door te wijzen op de vruchten van het optreden in NAVO-verband. Van Dalen pikt handig het woord samenwerking uit de vraag om de zaal nog even zijn visie op de Europese eenwording te kunnen geven.
Waar de presentatie dus uiteenloopt, blijven de inhoudelijke verschillen achterwege. Dat kan moeilijk anders, want beide kandidaat-lijsttrekkers hanteren hetzelfde verkiezingsprogramma. Van Rhee moet aan het eind van de avond dan ook constateren dat het „geen echt debat was. Het was vooral wennen aan elkaar. Meer debat en meer interactie zouden het leuker hebben gemaakt voor het publiek.”
Na afloop van de bijeenkomst is het niet voor iedereen duidelijk wie ze nu moeten kiezen. „De keus is moeilijk”, aldus een wat ouder lid. Het wordt hem ook niet gemakkelijk gemaakt, want niet alleen Blokland en Van Dalen strijden om het lijsttrekkerschap, ook zittend europarlementariër Rijk van Dam mengt zich in de strijd. Hij heeft de kiesverenigingen een brief gestuurd waarin hij vraagt om „een eerlijke kans.” Van Dam roept hen op hem ook als kandidaat aan te merken. „Via een simpele motie kan het duo een trio worden en hebt u ook echt de keus.”
Het EP-lid heeft „goede moed” ten aanzien van zijn kandidatuur, laat hij in de pauze weten. Na de onderbreking krijgt ook hij de kans om zich kort te presenteren aan de zaal. De ChristenUnie is daar niet moeilijk in, volgens Van Rhee. Of de lijsttrekkerscampagne ook wordt ingevoerd bij de Tweede-Kamerverkiezingen weet hij nog niet. „Maar het begin is er.”
Bron: Reformatorisch Dagblad
Door: Kees de Groot
Blokland (60) en Van Dalen (45) staan boven aan de kandidatenlijst van de ChristenUnie voor de Europese verkiezingen in juni dit jaar. Het staat echter nog niet vast wie de lijst mag aanvoeren en wie genoegen moet nemen met de tweede plaats. Dat bepaalt het ChristenUnie-congres op zaterdag 24 januari. Voor die tijd reizen de kandidaat-lijsttrekkers het land door om zich te presenteren aan de kiezers.
De regiotour startte donderdagavond in Apeldoorn. De zaal was met ongeveer vijftig belangstellenden behoorlijk gevuld voor een avond over Europese politiek, temeer daar volgens Henk van Rhee, directeur van het landelijk bureau van de ChristenUnie, zich vooraf slechts zes mensen hadden aangemeld.
Van Rhee geeft de aftrap voor de avond door Blokland en Van Dalen te laten reageren op enkele nieuwsfeiten. Dat pakt aanvankelijk ongelukkig uit voor Blokland, omdat het publiek zijn mening over detectiepoortjes en meermanscellen niet blijkt te steunen. Als beide kandidaten later op de avond om beurten mogen reageren op vragen uit het publiek, vergeet gespreksleider Van Rhee twee keer achter elkaar ook Blokland te laten antwoorden.
Deze laat zich niet uit het veld slaan. Naarmate de avond vordert, verbetert zijn presentatie. Op de vraag wat de ChristenUnie-europarlementariërs eigenlijk doen in het Europees Parlement (EP) en of ze daar iets in de melk hebben te brokkelen, presenteert het zittende EP-lid een indrukwekkende lijst activiteiten waaraan hij deelneemt. Hij is vice-voorzitter van de commissie betrekkingen met Hongarije, indiener van vele amendementen en heeft maar liefst elf zogenoemde rapporteurschappen bekleed.
Zijn uitdager Van Dalen, in het dagelijks leven plaatsvervangend directeur-hoofdinspecteur luchtvaart bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, komt vanaf het begin van de avond zelfverzekerd over. Hij kent zijn verhaal van buiten en maakt van iedere gelegenheid gebruik het kiezerspubliek zijn visie op Europa en op zichzelf te geven. Waar zijn concurrent Blokland op de vragen van belangstellenden over Europese politiek vooral antwoord vanuit zijn concrete ervaring met de dagelijkse praktijk, gebruikt Van Dalen de vragen vaker als kapstok voor zijn eigen verhaal.
Bij een vraag over de Europese kaderrichtlijn water houdt Blokland de mensen voor dat het EP het voor elkaar heeft gekregen dat ook de lidstaten zelf nog iets te zeggen hebben over het water en dat niet alles van bovenaf wordt geregeld. Van Dalen grijpt het onderwerp aan om te benadrukken dat hij vanuit zijn werk veel sleutelfiguren in en rond Brussel kent die te maken hebben met verkeer en waterstaat.
Een volgende vraag, over het nut van Europese samenwerking op defensiegebied, beantwoordt Blokland door te wijzen op de vruchten van het optreden in NAVO-verband. Van Dalen pikt handig het woord samenwerking uit de vraag om de zaal nog even zijn visie op de Europese eenwording te kunnen geven.
Waar de presentatie dus uiteenloopt, blijven de inhoudelijke verschillen achterwege. Dat kan moeilijk anders, want beide kandidaat-lijsttrekkers hanteren hetzelfde verkiezingsprogramma. Van Rhee moet aan het eind van de avond dan ook constateren dat het „geen echt debat was. Het was vooral wennen aan elkaar. Meer debat en meer interactie zouden het leuker hebben gemaakt voor het publiek.”
Na afloop van de bijeenkomst is het niet voor iedereen duidelijk wie ze nu moeten kiezen. „De keus is moeilijk”, aldus een wat ouder lid. Het wordt hem ook niet gemakkelijk gemaakt, want niet alleen Blokland en Van Dalen strijden om het lijsttrekkerschap, ook zittend europarlementariër Rijk van Dam mengt zich in de strijd. Hij heeft de kiesverenigingen een brief gestuurd waarin hij vraagt om „een eerlijke kans.” Van Dam roept hen op hem ook als kandidaat aan te merken. „Via een simpele motie kan het duo een trio worden en hebt u ook echt de keus.”
Het EP-lid heeft „goede moed” ten aanzien van zijn kandidatuur, laat hij in de pauze weten. Na de onderbreking krijgt ook hij de kans om zich kort te presenteren aan de zaal. De ChristenUnie is daar niet moeilijk in, volgens Van Rhee. Of de lijsttrekkerscampagne ook wordt ingevoerd bij de Tweede-Kamerverkiezingen weet hij nog niet. „Maar het begin is er.”
Bron: Reformatorisch Dagblad
Door: Kees de Groot
- Labels
- In de media
- Partij
Schrijf een reactie via Facebook
Nieuwsarchief > 2004 > januari
Geen berichten gevonden
Reacties op '"EP-kandidaten ChristenUnie niet erg concreet"'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.