Boekrecensie: Ethische kwestie bepalend voor politiek debat 21e eeuw
zaterdag 24 mei 2003 07:50
Bron: www.nd.nl
Ondanks de economische tegenslagen zal niet de sociale kwestie maar de ethische kwestie het politieke debat de komende tijd bepalen. Dat schrijft premier en CDA-leider Jan Peter Balkenende in een 'afscheidsbundel' voor oud GPV-kamerlid Schutte, die vandaag verschijnt.
Bron: www.nd.nl
Ondanks de economische tegenslagen zal niet de sociale kwestie maar de ethische kwestie het politieke debat de komende tijd bepalen. Dat schrijft premier en CDA-leider Jan Peter Balkenende in een 'afscheidsbundel' voor oud GPV-kamerlid Schutte, die vandaag verschijnt.
Ook andere politici onderstrepen het belang van een ideologisch, op waarden georiënteerd debat. In het boek 'Altijd de moeite waard', dat bedoeld is als een ,,eresaluut aan een serieus, gewaardeerd en bescheiden politicus'' komen ruim dertig politici en direct betrokkenen aan het woord over de verdienste van Schutte voor de parlementaire democratie en de christelijke politiek in het bijzonder. Naast Balkenende zijn dat onder andere VVD-leider Gerrit Zalm, oud-premier Wim Kok, oud-Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven, oud-minister Bram Peper en de gewezen Kamerleden Hans Dijkstal, Leen van Dijke en Ed Nijpels. De artikelen bieden niet alleen loftuitingen en persoonlijke herinneringen aan de tijd dat Schutte in de Kamer zat, maar ook analyses over hoe het verder moet met de politiek.
Balkenende stelt in zijn bijdrage dat ,,de ethische kwestie van de 21ste eeuw'' het politieke debat zal bepalen. Daarbij hebben de christelijke politieke partijen volgens hem ,,zeker geen alleenvertoningsrecht, maar wel een bijzondere opdracht''. De CDA-leider wordt daarin door diverse vertegenwoordigers van niet-christelijke partijen gesteund. Schutte mag in de ethische debatten ten tijde van de paarse kabinetten een roepende in de woestijn zijn geweest, de bijdrage van de kleine christelijke partijen zijn van wezenlijk belang, stellen politici. ,,Ook nu, vooral nu, komt het erop aan om ethische kwesties aan de orde te stellen en de zuiverheid in de politieke verhoudingen te blijven bewaken. Voor de kleine christelijke partijen in ons democratisch bestel ligt daar misschien wel de grootste opdracht'', aldus oud VVD-minister Loek Hermans in de bundel. Voormalig D66-bewindsvrouw Winnie Sorgdrager noemt de inbreng van de kleine christelijke fracties ,,onontbeerlijk''. ,,Het gaat erom dat beslissingen worden genomen nadat er goed over is nagedacht. Ook wanneer het beleid niet specifiek door christelijke waarden is geïnspireerd, moeten bepaalde ethische principes eraan ten grondslag liggen.''
Ook Gerrit Zalm, die bekend staat om zijn nadruk op de financieel-economische kant van de politiek, moet erkennen dat de ,,paarse kabinetten onvoldoende in contact zijn gebleven met de samenleving''. In de ethische kwesties mag hij dan met Schutte van mening verschillen, hij spreekt het oud GPV-Kamerlid na in diens opmerking ,,dat er fundamentele waarden zijn die niet aan tijd of plaats gebonden zijn''. Schutte kan zich van de huidige VVD-leider daarom ,,met de gedachte vleien dat de kwestie van waarden en normen ook bij de VVD weer hoog op de agenda staat, al zijn de liberale waarden en normen niet allemaal de zijne''. Oud-minister Bram Peper voert eveneens een pleidooi voor een ,,herstel van het ideologische, op waarden georiënteerde debat''. Daardoor worden meer generalisten á la Schutte gekweekt, die oog hebben voor datgene waar het werkelijk omgaat in de politiek. ,,Waar gaat het 'eigenlijk' om, wat is er 'eigenlijk' aan de hand en wat moet er 'echt' gebeuren? Die vragen komen in grotere fracties nauwelijks aan bod, omdat de specialisten het specialistische antwoord al hebben gegeven'', aldus
Geweten
Uitgebreid wordt in de bundel, die maandag officieel aan Schutte wordt aangeboden, op diens titel 'staatsrechtelijk geweten' ingegaan. Een aantal auteurs stelt dat Schuttes nadruk op staatsrechtelijke zuiverheid niet zomaar een hobby van hem is, maar voortkomt uit zijn christelijke geloofsovertuiging en het gegeven dat de orthodoxe christenen een minderheid in de samenleving vormen. Een zuivere en consequente naleving van de regels in een rechtsstaat, zorgt er immers voor dat de rechten van minderheden tegenover de willekeur van een meerderheid beschermd worden. Anderen stellen, tot hun eigen opluchting, dat Schutte zo nu en dan ook opportunistisch te werk ging. Zo wijzen de VVD'ers Dijkstal en Te Veldhuis erop dat Schutte tegen de referendumwet heeft gestemd met als belangrijkst argument dat het een politiek compromis tussen de drie paarse partijen betreft. En dat terwijl de vrijheid van onderwijs waaraan de christelijke politiek zo veel waarde hecht, in 1917 ook uit een compromis met socialisten en liberalen was voortgekomen.
De over de hele linie geprezen belijndheid van Schutte heeft ook een grote rol gespeeld in diens huiver om het GPV en de RPF in één partij op te laten gaan. Diverse betrokkenen schetsen Schutte als een ,,echte GPV'er'', die vreesde dat met een samengaan van beide partijen datgene wat hij essentieel vond in het GPV, waaronder de binding aan de belijdenis, verloren zou gaan. De huidige leider van de ChristenUnie, André Rouvoet, erkent dat hij ,,voor die houding waardering kan hebben'', achteraf nog meer dan destijds, toen de RPF wel graag wilde maar steeds op tegenstand bij het GPV stuitte.
Oud GPV-voorzitter Janco Cnossen verhaalt hoe de toenadering tussen de twee partijen en de twee fracties in de Kamer tot irritaties leidde. ,,Het was een proces van vallen en opstaan. Er was een behoorlijk verschil in werkklimaat en afspraken werden niet altijd nagekomen. Karakters gingen een rol spelen en wat Schutte betreft was er te weinig aandacht voor de manier waarop met de politiek-inhoudelijke verschillen moest worden omgegaan.'' Schutte koos ervoor om het commentaar op de toenadering tussen de twee partijen aan het GPV-bestuur over te laten en ergerde zich eraan dat dit bij de RPF juist door de fractievoorzitter werd gedaan. Zijn eigen opstelling riep echter weer ongenoegen bij de media op, zoals uit bijdragen van journalisten blijkt.
Lijst
Ook was er de vraag, wie de gezamenlijke lijst zou moeten aanvoeren. Cnossen daarover: ,,Binnen de RPF was er wel enige support voor Schutte als eerste man op de nieuwe lijst. Maar uiteraard was er in de RPF-fractie ook sprake van de nodige ambitie. Naar grootte van electoraat en fractie gerekend, was een eerste plaats voor de RPF een logische verwachting.'' Toenmalig RPF-fractievoorzitter Leen van Dijke suggereert in de bundel echter dat wat hem betreft Schutte de kar had mogen trekken als de unie in 1998 tot stand was gekomen. In een analyse van de ontwikkelingen rondom de ChristenUnie vraagt hij zich af of Schutte, ,,die zo haarscherp het politieke debat kon aanvoelen, wel tijdig heeft ingezien dat het tij in de achterban aan het veranderen was en de legitimatie van gescheiden optrekken was komen te vervallen''. Het oud-kamerlid meent dat uitstel van samengaan ,,(waarschijnlijk) tot toenemend cynisme en onbegrip'' bij de achterban heeft geleid, voor wie de verbinding tussen geloof en politiek steeds minder vanzelfsprekend werd. ,,De verkiezingen van 1998 zijn daarom voor de christelijke politiek een gemiste kans geweest. De ChristenUnie had vier jaar winst kunnen boeken op het postmoderne en calculerende denken en gedrag van orthodoxe christenen en ze had onder leiding van Schutte kunnen laten zien dat christelijke politiek het zout in de pap is.''
Schutte heeft de leiding van de ChristenUnie echter niet op zich genomen en verliet zelfs vlak voordat de fracties officieel samengingen, de vaderlandse politiek. Nadien stelde hij zich loyaal richting de ChristenUnie op, zo benadrukken alle betrokkenen. Maar het voortijdig vertrek uit de Kamer brengt SGP-leider Bas van der Vlies in de bundel tot de suggestie dat de GPV'er het lidmaatschap van een ChristenUnie-fractie ontlopen heeft als gevolg van zijn standvastige houding in de politiek, ,,ook waar het ging en gaat om het waken bij de grondslagen van je politieke handelen''.
Ondanks de economische tegenslagen zal niet de sociale kwestie maar de ethische kwestie het politieke debat de komende tijd bepalen. Dat schrijft premier en CDA-leider Jan Peter Balkenende in een 'afscheidsbundel' voor oud GPV-kamerlid Schutte, die vandaag verschijnt.
Ook andere politici onderstrepen het belang van een ideologisch, op waarden georiënteerd debat. In het boek 'Altijd de moeite waard', dat bedoeld is als een ,,eresaluut aan een serieus, gewaardeerd en bescheiden politicus'' komen ruim dertig politici en direct betrokkenen aan het woord over de verdienste van Schutte voor de parlementaire democratie en de christelijke politiek in het bijzonder. Naast Balkenende zijn dat onder andere VVD-leider Gerrit Zalm, oud-premier Wim Kok, oud-Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven, oud-minister Bram Peper en de gewezen Kamerleden Hans Dijkstal, Leen van Dijke en Ed Nijpels. De artikelen bieden niet alleen loftuitingen en persoonlijke herinneringen aan de tijd dat Schutte in de Kamer zat, maar ook analyses over hoe het verder moet met de politiek.
Balkenende stelt in zijn bijdrage dat ,,de ethische kwestie van de 21ste eeuw'' het politieke debat zal bepalen. Daarbij hebben de christelijke politieke partijen volgens hem ,,zeker geen alleenvertoningsrecht, maar wel een bijzondere opdracht''. De CDA-leider wordt daarin door diverse vertegenwoordigers van niet-christelijke partijen gesteund. Schutte mag in de ethische debatten ten tijde van de paarse kabinetten een roepende in de woestijn zijn geweest, de bijdrage van de kleine christelijke partijen zijn van wezenlijk belang, stellen politici. ,,Ook nu, vooral nu, komt het erop aan om ethische kwesties aan de orde te stellen en de zuiverheid in de politieke verhoudingen te blijven bewaken. Voor de kleine christelijke partijen in ons democratisch bestel ligt daar misschien wel de grootste opdracht'', aldus oud VVD-minister Loek Hermans in de bundel. Voormalig D66-bewindsvrouw Winnie Sorgdrager noemt de inbreng van de kleine christelijke fracties ,,onontbeerlijk''. ,,Het gaat erom dat beslissingen worden genomen nadat er goed over is nagedacht. Ook wanneer het beleid niet specifiek door christelijke waarden is geïnspireerd, moeten bepaalde ethische principes eraan ten grondslag liggen.''
Ook Gerrit Zalm, die bekend staat om zijn nadruk op de financieel-economische kant van de politiek, moet erkennen dat de ,,paarse kabinetten onvoldoende in contact zijn gebleven met de samenleving''. In de ethische kwesties mag hij dan met Schutte van mening verschillen, hij spreekt het oud GPV-Kamerlid na in diens opmerking ,,dat er fundamentele waarden zijn die niet aan tijd of plaats gebonden zijn''. Schutte kan zich van de huidige VVD-leider daarom ,,met de gedachte vleien dat de kwestie van waarden en normen ook bij de VVD weer hoog op de agenda staat, al zijn de liberale waarden en normen niet allemaal de zijne''. Oud-minister Bram Peper voert eveneens een pleidooi voor een ,,herstel van het ideologische, op waarden georiënteerde debat''. Daardoor worden meer generalisten á la Schutte gekweekt, die oog hebben voor datgene waar het werkelijk omgaat in de politiek. ,,Waar gaat het 'eigenlijk' om, wat is er 'eigenlijk' aan de hand en wat moet er 'echt' gebeuren? Die vragen komen in grotere fracties nauwelijks aan bod, omdat de specialisten het specialistische antwoord al hebben gegeven'', aldus
Geweten
Uitgebreid wordt in de bundel, die maandag officieel aan Schutte wordt aangeboden, op diens titel 'staatsrechtelijk geweten' ingegaan. Een aantal auteurs stelt dat Schuttes nadruk op staatsrechtelijke zuiverheid niet zomaar een hobby van hem is, maar voortkomt uit zijn christelijke geloofsovertuiging en het gegeven dat de orthodoxe christenen een minderheid in de samenleving vormen. Een zuivere en consequente naleving van de regels in een rechtsstaat, zorgt er immers voor dat de rechten van minderheden tegenover de willekeur van een meerderheid beschermd worden. Anderen stellen, tot hun eigen opluchting, dat Schutte zo nu en dan ook opportunistisch te werk ging. Zo wijzen de VVD'ers Dijkstal en Te Veldhuis erop dat Schutte tegen de referendumwet heeft gestemd met als belangrijkst argument dat het een politiek compromis tussen de drie paarse partijen betreft. En dat terwijl de vrijheid van onderwijs waaraan de christelijke politiek zo veel waarde hecht, in 1917 ook uit een compromis met socialisten en liberalen was voortgekomen.
De over de hele linie geprezen belijndheid van Schutte heeft ook een grote rol gespeeld in diens huiver om het GPV en de RPF in één partij op te laten gaan. Diverse betrokkenen schetsen Schutte als een ,,echte GPV'er'', die vreesde dat met een samengaan van beide partijen datgene wat hij essentieel vond in het GPV, waaronder de binding aan de belijdenis, verloren zou gaan. De huidige leider van de ChristenUnie, André Rouvoet, erkent dat hij ,,voor die houding waardering kan hebben'', achteraf nog meer dan destijds, toen de RPF wel graag wilde maar steeds op tegenstand bij het GPV stuitte.
Oud GPV-voorzitter Janco Cnossen verhaalt hoe de toenadering tussen de twee partijen en de twee fracties in de Kamer tot irritaties leidde. ,,Het was een proces van vallen en opstaan. Er was een behoorlijk verschil in werkklimaat en afspraken werden niet altijd nagekomen. Karakters gingen een rol spelen en wat Schutte betreft was er te weinig aandacht voor de manier waarop met de politiek-inhoudelijke verschillen moest worden omgegaan.'' Schutte koos ervoor om het commentaar op de toenadering tussen de twee partijen aan het GPV-bestuur over te laten en ergerde zich eraan dat dit bij de RPF juist door de fractievoorzitter werd gedaan. Zijn eigen opstelling riep echter weer ongenoegen bij de media op, zoals uit bijdragen van journalisten blijkt.
Lijst
Ook was er de vraag, wie de gezamenlijke lijst zou moeten aanvoeren. Cnossen daarover: ,,Binnen de RPF was er wel enige support voor Schutte als eerste man op de nieuwe lijst. Maar uiteraard was er in de RPF-fractie ook sprake van de nodige ambitie. Naar grootte van electoraat en fractie gerekend, was een eerste plaats voor de RPF een logische verwachting.'' Toenmalig RPF-fractievoorzitter Leen van Dijke suggereert in de bundel echter dat wat hem betreft Schutte de kar had mogen trekken als de unie in 1998 tot stand was gekomen. In een analyse van de ontwikkelingen rondom de ChristenUnie vraagt hij zich af of Schutte, ,,die zo haarscherp het politieke debat kon aanvoelen, wel tijdig heeft ingezien dat het tij in de achterban aan het veranderen was en de legitimatie van gescheiden optrekken was komen te vervallen''. Het oud-kamerlid meent dat uitstel van samengaan ,,(waarschijnlijk) tot toenemend cynisme en onbegrip'' bij de achterban heeft geleid, voor wie de verbinding tussen geloof en politiek steeds minder vanzelfsprekend werd. ,,De verkiezingen van 1998 zijn daarom voor de christelijke politiek een gemiste kans geweest. De ChristenUnie had vier jaar winst kunnen boeken op het postmoderne en calculerende denken en gedrag van orthodoxe christenen en ze had onder leiding van Schutte kunnen laten zien dat christelijke politiek het zout in de pap is.''
Schutte heeft de leiding van de ChristenUnie echter niet op zich genomen en verliet zelfs vlak voordat de fracties officieel samengingen, de vaderlandse politiek. Nadien stelde hij zich loyaal richting de ChristenUnie op, zo benadrukken alle betrokkenen. Maar het voortijdig vertrek uit de Kamer brengt SGP-leider Bas van der Vlies in de bundel tot de suggestie dat de GPV'er het lidmaatschap van een ChristenUnie-fractie ontlopen heeft als gevolg van zijn standvastige houding in de politiek, ,,ook waar het ging en gaat om het waken bij de grondslagen van je politieke handelen''.
- Labels
Nieuwsarchief > 2003 > mei
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Boekrecensie: Ethische kwestie bepalend voor politiek debat 21e eeuw'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.