Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn heeft vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken over de problemen die de Nederlandse scheepsbouwindustrie ondervindt om de financiering rond te krijgen.

Afgelopen vrijdag verscheen het artikel ‘Noodsignaal scheepsbouw over gebrek financieringen' in de Telegraaf. Hierin waarschuwt directeur Martin Bloem van Scheepsbouw Nederland dat er nog maar mondjesmaat kredieten door de overheid en banken worden verstrekt aan de scheepsbouwindustrie. 

De ChristenUnie heeft zich al eerder hard gemaakt voor de scheepsbouwindustrie. Dat leidden tot een regeling die de bouwfinanciering van werven en daarmee de betaling van toeleveranciers vereenvoudigt. Sindsdien ging het erg goed met de scheepsbouw, maar inmiddels heeft ook deze sector te kampen met de gevolgen van de economische crisis. De borgstellingsregeling lijkt onvoldoende te werken omdat banken niet bereid zijn om het geld beschikbaar te stellen. In Duitsland heeft de Duitse regering speciale kredietfaciliteiten beschikbaar gesteld aan Duitse reders en werven. Ook in Frankrijk, Scandinavië en Spanje staan de regeringen klaar om de industrieën te hulp te schieten. Hierdoor zou de concurrentiepositie van Nederlandse scheepsbouwers kunnen verslechteren.

De ChristenUnie wil weten wat de minister gaat doen om de financieringsproblemen van de scheepswerven te helpen oplossen.

Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Economische Zaken over de problemen die de Nederlandse scheepsbouwindustrie ondervindt om de financiering rond te krijgen.

1. Kent u het bericht ‘Noodsignaal scheepsbouw over gebrek financieringen'?
2. In welke mate lijdt de scheepsbouw op dit moment onder de financiële crisis?
3. Wat is de inzet van de minister om zo snel mogelijk tot oplossingen te komen voor de problemen die scheepswerven momenteel ondervinden om de financiering rond te krijgen en kredieten te verkrijgen? Worden de problemen bij de scheepsbouwindustrie meegenomen in het op de kredietcrisis gerichte pakket van maatregelen?
4. Welke risico's zien banken in de borgstellingsregeling Scheepsnieuwbouw en welke voorwaarden stellen de banken precies?
5. Wanneer verwacht u met een werkbare oplossing voor de borgstellingsregeling Scheepsnieuwbouw te komen, naar aanleiding van uw antwoord op de vragen bij de Najaarsnota?
6. Hoe zijn de regelingen in Scandinavië, Duitsland, Spanje en Frankrijk vormgegeven? Hoe verhouden deze regelingen zich ten opzichte van de Nederlandse regeling? Ondervindt Nederland concurrentienadeel ten opzichte van omringende landen, die wel een werkende garantieregeling voor de scheepsbouw hebben?