Er lig nu echt een andere brief dan een maand geleden. Opvallend dat sommige media (o.a. NRC-Handelsblad en het AD) suggereren dat het alleen om een uitgebreidere brief zou gaan. Wij hebben in ieder geval zeven belangrijke verschillen geconstateerd:

1. Vorige maand ging het alleen over uitbreiding, nu vooral over inkadering en normering van de praktijk van embryoselectie; dat geeft deskundigen en ‘wensouders' houvast bij hun vaak moeilijke afwegingen;
2. Het aantal criteria wordt uitgebreid van één naar vier: behalve ernst en aard van de ziekte, worden ook de behandelmogelijkheden en -perspectieven, aanvullende medische criteria en psychologische en morele factoren gewogen. Ook is de leeftijd waarop een erfelijke ziekte zich manifesteert onderdeel van de afweging;
3. Een landelijke richtlijnencommissie werkt deze criteria uit in richtlijnen en oordeelt over toepassing van embryoselectie bij aandoeningen waar nu nog geen PGD wordt toegepast;
4. Er komt een aparte wettelijke regeling voor preïmplantatie genetische diagnostiek, waarmee de zeer open regeling in het Planningsbesluit van 2003 wordt vervangen;
5. Toepassing van PGD wordt niet categorisch toegestaan bij erfelijke aandoeningen waarvan niet vaststaat dat deze zich zullen manifesteren. Per geval wordt beoordeeld of het risico en de ernst van de aandoening vergelijkbaar zijn met de (bijna zeker optredende) ziekten waarvoor PGD nu al is toegestaan;
6. Er komt dus geen stigmatiserende lijst van erfelijke aandoeningen waarbij PGD zonder meer wordt toegestaan. In de vorige brief was daar wel sprake van. Zo'n lijst zou ook ten onrechte de indruk kunnen wekken dat, los van de individuele afweging, er een automatisch recht ontstaat op PGD voor dragers van de betreffende genetische aandoening;
7. De nieuwe brief benoemt en erkent de beschermwaardigheid van ieder embryo en houdt rekening met nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zoals mogelijk embryosparende alternatieven.

Alles overziend vind ik het te verantwoorden om deze voorstellen te accepteren. Bovenstaande veranderingen zijn mede door onze inzet tot stand gekomen. Ik heb daarover overigens geen jubelgevoel. We zijn diep gegaan in het zoeken naar een weg die te verantwoorden zou zijn. Zoals eerder aangegeven is dit niet ons ethisch- en politiek ideaal (selectie is en blijft wat ons betreft niet de weg), maar als je de mogelijkheid krijgt om bij te dragen aan een wezenlijke inkadering van de bestaande (juridische) praktijk, dan draag je ook een grote verantwoordelijkheid als je dat niet doet.

In de komende week zal het onderwerp nog in de Tweede Kamer besproken worden. Op de site van de ChristenUnie (www.christenunie.nl) is nog meer te lezen over het kabinetsvoorstel over embryoselectie en de reactie van de ChristenUnie hierop.

Dat geldt ook voor de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Bakker (over arbeidsparticipatie). Ook daarover spreken we de volgende week. Ik vind het een evenwichtige reactie.Ik ben ondermeer blij met het feit dat er aandacht is gekomen voor de soms moeizame relatie tussen arbeid en zorg. het kabinet erkent dat nu en wil daar nu ook aandacht aan besteden. Daar hebben wij als ChristenUnie meerdere malen op gehamerd.

Zelfs de door ons gelanceerde schooltijdbanen komen terug in de kabinetsreactie. Dat betekent dat minister van der Hoeven inmiddels ook tot de conclusie is gekomen dat er aandacht moet zijn voor het combineren van arbeid en zorg. Vorige week keerde ze zich nog tegen de schooltijdbanen. Het kan verkeren. Ik noteer dat als een winstpunt. Werken is belangrijk. Inderdaad. Maar goede zorg voor bijvoorbeeld opgroeiende kinderen ook. Fijn ook dat de gemaakte afspraken over de overdraagbare algemene heffingskorting en de vrijstelling van sollicitatieplicht voor bijstandsmoeders overeind blijven. Daar hebben we ons niet voor niets sterk voor gemaakt.

Maandag ben ik nog in den Haag geweest voor een vier uur durend overleg over Passend Onderwijs met staatssecretaris Dijksma. Daarna de trein in voor een lange reis naar Appingedam. Daar heb ik een spreekbeurt gehouden. Er waren veel mensen. Bijzonder voor deze tijd van het jaar. Ik lag tegen 00.30 uur in mijn bed en had er toen een dag van meer dan zeventien uur opzitten. Goede start van de week!

Woensdag nog meegedaan aan een debat over de nieuwe mediawet. Vooral aanpassingen aan de nieuwe multimedia-ontwikkelingen. Maar ook wettelijke verankering van een verbod op alcoholreclame op radio en televisie tot 21.00 uur. Een verzilvering van een ChristenUnie-punt uit het coalitieakkoord. Het CDA probeerde dat nog even ongedaan te maken door te pleiten voor zelfregulering. Dat gaan we dus niet doen.

Veel overleg in de coalitie gehad deze week. Er liggen/lagen ook een groot aantal dossiers die aandacht vragen. Een tweetal heb ik in deze weblog al genoemd. Ik blijf het bijzonder vinden dat we met elkaar altijd verder komen. Ook al liggen de standpunten soms ver uiteen. Dat zegt toch iets over de veerkracht van deze coalitie. Deze week ook een kopje koffie gedronken met minister-president Balkenende. Zelfs met een koekje erbij. Het kan niet op. We hebben net voor het zomerreces wat bijgepraat. Altijd nuttig.

Dinsdagavond kreeg mijn zoon Aron zijn MBO-diploma en woensdagavond nam mijn jongste dochter Karen afscheid van de basisschool. Het is me gelukt om bij beide happenings aanwezig te zijn. Zo hioort dat als vader. Maar ik heb werk waarbij dat makkelijker gezegd dan gedaan is. Het betekende ook veel reizen. Omdat ik vrijdag ook nog naar den Haag moest, heb ik deze week circa twintig uur (!) in de trein doorgebracht. Dat moet je niet iedere week hebben.

Vrijdagmiddag nog het jaarlijkse fractie-uitje gehad. Met de gehele fractie zijn we in den Haag wezen picknicken en hebben we een rondleiding in het Catshuis gehad. Voor mij was dat geen nieuws, maar voor de andere mensen wel. Het is een gebouw met een bijzondere geschiedenis. Aan een recent stukje geschiedenis (de formatie van Balkenende IV) heb ik zelf een bijdrage mogen leveren. Dat kwam wel weer naar boven toen ik door het gebouw liep.