ChristenUnie vraagt door over handelsmissie en kinderarbeid India
De ChristenUnie heeft minister van Economische Zaken Van der Hoeven gevraagd uit te leggen waarom zij tijdens de handelmissie in India liever niet de kinderarbeidproblematiek wilde bespreken. Tweede Kamerleden Joël Voordewind en Cynthia Ortega hebben samen met de SP hierover vragen gesteld aan de ministers van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken. Een meerderheid in de Tweede Kamer vroeg de handelsdelegatie begin oktober juist om de Indiase regering aan te spreken op kinderarbeid.
“Klopt het dat u voorafgaand aan dit gesprek hebt aangedrongen op het niet uitspreken van de Nederlandse zorgen over kinderarbeid in India en dat de motivatie hiervoor was dat dit de handelsmissie zou kunnen bedreigen”, vragen de kamerleden aan de minister. Ze willen van Van der Hoeven ook weten hoe haar opstelling zich verhoudt met de oproep van de Kamer.
Terwijl Van der Hoeven het onderwerp niet zelf actief op de agenda wilde zetten, verrastte de Indiase handelsminister Kamal Nath haar door de Nederlandse kritiek zelf wel ter sprake te brengen. Hij was ‘not amused’, meldde De Telegraaf op 25 oktober. Hij stelde dat door Nederlandse gesubsidieerde ontwikkelingsorganisaties ‘leugens verspreiden’ over kinderarbeid in zijn land. Aanleiding voor de woede van de Indiase minister was een persbericht van de Landelijke India Werkgroep en Stichting Schone Kleren Kampagne.
Het onderwerp van kinderarbeid werd vorige maand door de ChristenUnie op de politieke agenda gezet met de campagne ‘Stop Kinderarbeid – Eerlijke Handel’. De campagne werd gesteund door CNV, FNV Mondiaal, Landelijke India Werkgroep, HIVOS, AOb, Fairfood, Stop the Traffik en Tear. De samenwerking resulteerde in de ondertekening van het zogenoemde ‘Waterloopleinakkoord’. Aansluitend riepen Joël Voordewind en Cynthia Ortega, met Kamerbrede steun, de handelsdelegatie op om kinderarbeid in de katoenteelt te bespreken met de Indiase regering. Er werden ook vragen gesteld aan minister Verhagen van Buitenlandse Zaken.
De vragen
Vragen van de leden Gesthuizen (SP) en Ortega-Martijn en Voordewind (beiden ChristenUnie) aan de ministers van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken over de handelsmissie naar India. (Ingezonden 29 oktober 2007)
1. Heeft de Indiase minister van handel Kamel Nath uw delegatie aangesproken op het onderwerp kinderarbeid in India en de kritiek van onder andere de Landelijke Werkgroep India betiteld als ‘onterechte verwijten’ en de foto’s over dit onderwerp beschreven als ‘gefabriceerd en vals’? 1) Zo neen, wat heeft de minister wel gezegd? Heeft de Indiase minister u hierbij ook verwijten gemaakt? Zo ja, welke?
2. Hebt u na de toespraak van de Indiase minister van handel nog gesproken over het vóórkomen van kinderarbeid in India? Zo ja, wat was de inhoud van dit gesprek? Zo neen, waarom niet? Hebt u hierbij een duidelijk standpunt verkondigd dat kinderarbeid door u wordt afgekeurd? Zo neen, waarom niet?
3. Klopt het dat u voorafgaand aan dit gesprek hebt aangedrongen op het niet uitspreken van de Nederlandse zorgen over kinderarbeid in India en dat de motivatie hiervoor was dat dit de handelsmissie zou kunnen bedreigen? 2) Zo neen, kan de minister van Economische Zaken dan aangeven wat is hier wel over gezegd?
4. Hoe verhouden uw uitlatingen zich tot de oproep van de Kamer om kinderarbeid in India tegen te gaan?
5. Hoe verhouden uw uitspraken zich tot de doelstelling van het kabinet om in bijzonder bij handelsmissies invloed aan te wenden en zodoende te komen tot meer maatschappelijk verantwoord ondernemen?
1) De Telegraaf, 25 oktober 2007
2) NOS 8 uur journaal, dinsdag 23 en woensdag 24 oktober 2007
Nieuwsarchief > 2007 > oktober
Geen berichten gevonden