Rolstoel in auto moet aan strengere eisen voldoen
Bij een trap op de rem kunnen niet goed vastgezette rolstoelen in auto’s voor levensgevaarlijke situaties zorgen. Om de veiligheid van rolstoelgebruikers te vergroten, kondigde minister Eurlings van Verkeer eerder dit jaar aan strengere eisen te stellen aan auto’s die rolstoelen vervoeren. De rolstoel zelf blijft daarmee buiten schot. ChristenUnie-Tweede Kamerlid Ernst Cramer vindt die dan ook aan strengere eisen moeten voldoen.
Cramer verwoordt daarmee de roep om strengere eisen aan rolstoelen van de Stichting Vast=Beter en de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad). Cramer is wel tevreden te zijn met het initiatief van de minister om via wijzigingen in het Voertuigreglement, strengere eisen aan personenauto’s en bedrijfsauto’s te stellen.
Maar volgens de Stichting Vast = Beter en CG-Raad is het onmogelijk om rolstoelen veilig vast te zetten in voertuigen, zonder daarvoor ook de rolstoel aan te passen. In de huidige situatie kan het gebeuren dat gordels breken en rolstoelen losschieten. De CG-Raad stelt daarom dat het noodzakelijk is om ook aan rolstoelen de eis te stellen dat de rolstoelgebruiker zich met een gordel kan laten vastzetten. Deze eis is momenteel al in een ISO-norm vastgelegd, maar is nog niet wettelijk verplicht. Dat zou wel moeten, stelt ook kamerlid Cramer.
De Stichting Vast=Beter heeft voor bestaande rolstoelen een voorstel opgesteld dat kan worden opgenomen in het RVV. Dat voorstel zou ertoe leiden dat aan bestaande rolstoelen extra veiligheidseisen worden gesteld. Kamerlid Cramer legt het voorstel aan minister Eurlings voor.
Voorstel van Stichting Vast = Beter
Voorgesteld wordt het volgende lid op te nemen in artikel 59 van het RVV:
“Rolstoelen die in een personenauto of bedrijfsauto gebruikt worden voor het vervoer met een inzittende, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) de constructie van een rolstoel en eventueel aangebrachte aanpassingen, mogen een juiste positie en vrije loop van de veiligheidsgordel niet belemmeren, en
b) een rolstoel dient zowel aan de voor- als achterzijde twee, door de constructie of markering, duidelijk herkenbare plaatsen te hebben waaraan rolstoelinzittendenbeveiligingssystemen die voldoen aan eisen zoals bedoeld in artikel 5.2.47b en artikel 5.3.47b van het Voertuigreglement eenvoudig en doeltreffend kunnen worden bevestigd.
c) de minister kan bij algemene maatregel van bestuur nadere eisen stellen aan rolstoelen teneinde deze als veilige zitplaats toe te staan.”
- Labels
- Ernst Cramer
- Tweede Kamer
Nieuwsarchief > 2007 > september
Geen berichten gevonden