De aanbesteding van de verbouwing van het Rijksmuseum in Amsterdam is voor de kerst afgerond. Dat zegt minister van Cultuur Ronald Plasterk (PvdA) te verwachten, blijkt uit zijn antwoorden op kamervragen over de vertraging van ChristenUnie-kamerlid Ed Anker. De minister zegt nog voor einde van het jaar te rapporteren over de voortgang.

De minister wijt de vertraging vooral aan het uitblijven van een bouwvergunning. “Procedurele risico’s zijn er altijd in een vergunningentraject en de tijdsgevolgen daarvan kunnen niet altijd voorspeld worden.”

Die vergunning is er nu eindelijk. Op 2 augustus gaf Stadsdeel Oud-Zuid namelijk toestemming voor de verbouwing. Maar deze vergunning is nog niet ‘onherroepelijk’, schrijft de minister. Pas wanneer dat zover is, kan de aanbesteding afgerond worden en een definitieve planning met de aannemer worden gemaakt. Dat kan nog tot de kerst duren. Tegen die tijd krijgt Anker ook een ‘uitgebreide’ voortgangsrapportage van Plasterk.

Toen de architecten Cruz en Ortiz in 2001 het ontwerp voor het vernieuwde Rijksmuseum presenteerden, werd al snel duidelijk dat het project langer dan twee jaar zou gaan duren. Ook de geplande 200 miljoen euro bleek niet toereikend. De kosten liggen inmiddels al op zeker 270 miljoen euro. Het museum zal naar verwachting pas in 2010 weer volledig toegankelijk zijn voor het publiek.

Plasterk stelt dat er niet onvoorbereid aan het verbouwingsproject is begonnen. “De voorbereiding van het project was in orde.” Toch zegt hij dat door het ontwerp van de architecten de verbouwing en renovatie ‘veel ingrijpender’ is dan in 2000 werd voorzien. Zo krijgt het museum een verdiept plein onder de onderdoorgang en leeggemaakte binnenhoven. “Daardoor werd het verbouwingsplan veel complexer en is het museum veel langer dicht dan de genoemde twee jaar.”

Terwijl de vergunning nog even op zich laat wachten, kan het publiek wel terecht in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum. Daar wordt kunst uit de Gouden Eeuw onder titel ‘De Meesterwerken’ getoond. De verbouwing zelf is ook te bezichtigen door het publiek op de website van het museum.