Dat stelt Kamerlid Esmé Wiegman vrijdag naar aanleiding van de uitreiking van de ‘Botte Bijl Award 2007’. Zij was daarbij uitgenodigd omdat de ChristenUnie zich al eerder geprofileerd heeft in de strijd tegen ‘fout hout’. Wiegman heeft het stokje overgenomen van Tineke Huizinga, die nog in augustus vorig jaar aandrong op meer actie van de overheid voor duurzame houtproductie.

Wiegman heeft deze week de vaste kamercommissie Ruimtelijke Ordening en Milieu gevraagd om nog voor de zomer met de minister te overleggen hoe de Nederlandse overheid, waar nodig en mogelijk in Europees verband, de handel in illegaal gekapt of niet-duurzaam geproduceerd hout gaat aanpakken. Momenteel is slechts 15 procent van het geïmporteerde hout afkomstig uit bossen die echt duurzaam beheerd worden, dat wil zeggen dat de aanplant van nieuw bos opweegt tegen wat gekapt is. De helft van het hout is illegaal gekapt. Niet alleen planten en dieren worden hierdoor bedreigd, ook lokale leefgemeenschappen die voor hun levensonderhoud van de bossen afhankelijk zijn.

Wiegman: ,,De strijd voor duurzame houtproductie moet op verschillende fronten en met verschillende instrumenten gevoerd worden. Het begint bij de afzetmarkt: de overheid zelf zou uitsluitend nog duurzaam hout moeten gebruiken, en via een campagne moeten ook de handel en de consument bewust gemaakt worden van het belang van duurzame houtproductie. Tegelijk moeten alle economische, fiscale en juridische maatregelen benut worden die de verkoop en het gebruik van duurzaam hout bevorderen en ‘fout hout’ waardeloos maken. Op de lange duur zie ik de oplossing in een systeem van verhandelbare rechten of plichten zoals dat ook voor CO2-uitstoot bestaat. Dat moet in Europees verband bereikt worden, maar ik wil van minister Cramer graag horen dat zij internationaal voortrekker wordt in de strijd daarvoor.’’