André Rouvoet spreekt in nieuwe hoedanigheid
In het debat over de 'Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding' sprak Rouvoet (Jeugd en Gezin) voor het eerst in zijn nieuwe hoedanigheid als minister in de Kamer.
Zijn eerste bijdrage:
Laat ik beginnen met te zeggen dat het voor mij een voorrecht is
om vandaag in deze hoedanigheid in uw Kamer te staan. De collega
van Justitie was zo vriendelijk om te vermelden dat het mijn eerste
debat is in deze hoedanigheid. Dit is des te aardiger omdat mijn
allereerste debat in deze zaal ook in zijn aanwezigheid was. Toen
stond hij in het regeringsvak en ik aan de andere kant. Nu staan
wij beiden hier, maar het voelt opnieuw wel prettig.
Hoewel er veel gevoelige en pijnlijke aspecten kleven aan het
onderwerp dat wij vandaag bespreken, echtscheiding en de gevolgen
ervan voor kinderen, is het een onderwerp dat raakt aan het hart
van mijn portefeuille. Het belang van de kinderen staat erbij
centraal. Ik zal vanuit mijn portefeuille met name ingaan op het
ouderschapsplan en op een aantal vragen die daarmee samenhangen.
Dit wetsvoorstel is ingediend door een vorig kabinet, maar het moge
mede door de passage in het coalitieakkoord duidelijk zijn dat het
onderwerp -- de gevolgen van echtscheiding voor kinderen -- ook
voor dit kabinet een belangrijk thema is. De heer Van der Staaij
heeft gevraagd of met dit wetsvoorstel de genoemde passage uit het
coalitieakkoord wordt afgevinkt als zijnde afgehandeld. Dat is niet
het geval; het onderwerp van echtscheiding en de gevolgen ervan
voor kinderen zal ongetwijfeld later in deze kabinetsperiode
terugkomen. Ik zal straks nog iets zeggen over in welk verband dat
zou kunnen.
Ik ben er, mede gezien de door de Kamer gemaakte kanttekeningen,
erkentelijk voor dat dit wetsvoorstel zo snel op de agenda is gezet
vanwege het belang van het onderwerp. Dit sluit aan bij een breed
levend gevoel in de samenleving dat het kind centraal dient te
staan, ook bij echtscheiding en beëindiging van relaties. Dat
kwam tot uitdrukking bij de behandeling van het al vaak genoemde
wetsvoorstel van de heer Luchtenveld, maar ook bij de schriftelijke
voorbereiding van het wetsvoorstel waarover wij het vandaag hebben.
Ik ga uiteraard niet de gehele memorie van toelichting naar voren
halen om aan te geven wat de bedoeling van de regering is met dit
wetsvoorstel, maar ik proef op een aantal punten een grote mate van
overeenstemming. Die punten wil ik graag kort aanstippen.
De rode draad, het centrale motief van dit wetsvoorstel is dat
ouderschap niet eindigt bij scheiding. Daarmee heb je het eigenlijk
kort samengevat. Over modaliteiten valt te spreken, vragen zijn te
stellen, maar de centrale notie is het besef dat beide ouders
verantwoordelijk blijven voor de verzorging, opvoeding en
ontwikkeling van hun kinderen, ook na echtscheiding. Ik heb de
indruk dat dit besef ook in de Kamer breed wordt gedeeld. Met dit
wetsvoorstel willen wij proberen om problemen en conflicten rondom
echtscheiding te voorkomen, met name als er kinderen bij betrokken
zijn. Daartoe dient het ouderschapsplan, waarover ik het nodige zal
zeggen, met daarin een aantal minimumeisen. Ook daarover kom ik
uiteraard nog te spreken. Zijn er toch problemen, dan is er de weg
van mediation, de mogelijkheid van jeugdzorg en uiteindelijk de
rechter die zo nodig dwangmiddelen kan toepassen. Een aantal vragen
op dit vlak zijn al beantwoord door de collega van Justitie; op een
enkel punt zal ik nog terugkomen.
Het uitgangspunt van het ouderschapsplan is dat de band met beide
ouders behouden dient te blijven. Daarvoor is het belangrijk dat
ouders voor de aanvang van de echtscheidingsprocedure afspraken
maken over alle aspecten van de echtscheiding, in het bijzonder
over de kinderen. Het ouderschapsplan kan een cruciale bijdrage
leveren aan het verminderen van echtscheidings- en
omgangsproblemen. Het belang van het kind staat daarbij centraal.
Uit onderzoek blijkt dat conflicten voor, tijdens en na een
echtscheiding van grote invloed zijn op de ontwikkeling van een
kind. Het ouderschapsplan is een stimulans om de belangen van het
kind centraler te stellen in het echtscheidingsproces. De
scheidings- en omgangsproblematiek wordt onder andere verminderd
door te dejuridiseren. Als ouders gezamenlijk tot afspraken over de
verzorging komen, is de kans groter dat die naar tevredenheid
worden uitgevoerd. Beide ouders kunnen daar vervolgens natuurlijk
op worden aangesproken.
De regering realiseert zich uiteraard dat de werkelijkheid
weerbarstig is. Niet in alle gevallen valt te voorkomen dat
echtscheidingen toch problematisch verlopen, met nare gevolgen voor
de kinderen. Wat de overheid en de wetgever kunnen doen op het vlak
van relaties tussen mensen, heeft zijn grenzen. Het belang van dit
wetsvoorstel is dat ouders op hun verantwoordelijkheid worden
gewezen en dat normen worden gesteld over hoe de belangen van
kinderen worden gediend bij echtscheiding.
De geachte afgevaardigden hebben een groot aantal vragen gesteld
over het ouderschapsplan. Ik loop daarvan een aantal
categorieën langs in de hoop daarmee iedereen recht te doen,
ook als ik niet elke keer iedereen bij naam noem. Indien ik er
onvoldoende in slaag om de vragen te beantwoorden, dan weten de
woordvoerders ongetwijfeld de interruptiemicrofoon te vinden. In
dat geval zal ik proberen om in tweede termijn mijn leven te
beteren.
- Labels
- André Rouvoet
Nieuwsarchief > 2007 > maart
Geen berichten gevonden
Reacties op 'André Rouvoet spreekt in nieuwe hoedanigheid'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.