Politiek moet signaal van de kerken serieus nemen
maandag 19 maart 2001 15:31
De verhouding tussen Kerk en staat volop in de belangstelling. Uitlatingen van kardinaal Simonis in de Volkskrant leidden tot geërgerde reacties bij de politiek. De kardinaal wees op de doorgeschoten scheiding tussen kerk en staat: “geloof en kerk spelen voor de regering geen enkele publieke rol van betekenis meer”. De kardinaal kreeg bijval van andere kerken. Het kabinet reageerde bij monde van de minister-president: “de kardinaal overdrijft”. Enkele kamerleden reageerden ‘verbaasd’ en zelfs ‘gekwetst’.
De politiek heeft zich van de opmerkingen van de kardinaal wel degelijk iets aan te trekken, zij het wellicht om andere redenen dan de positie van de Rooms Katholieke Kerk als zodanig. De scheiding van kerk en staat betekent immers nooit de scheiding van geloof en politiek en evenmin het einde van de verhouding tussen kerk en staat. Niet alleen de positie van de kerk als instituut is in het geding, maar vooral het gewicht dat wordt gehecht aan het geloof waar de christelijke kerken voor staan. Nederland is anno 2001 onverminderd gebaat bij de boodschap van hoop en verzoening en het gebod van naastenliefde en barmhartigheid.
Om misverstanden te voorkomen: de partijen van de ChristenUnie, RPF en GPV, hebben beiden een traditie hoog te houden waar het gaat om het handhaven van de scheiding tussen kerk en staat. Kort samengevat is de visie van de ChristenUnie, dat de staat de geestelijke, burgerlijke en politieke vrijheid dient te beschermen. Daarom heeft zij tot taak om de vrijheid en zelfstandigheid van de kerken te erkennen en haar de uitoefening van de godsdienst niet te belemmeren. Omgekeerd mag de macht van de staat niet worden gebruikt om één geloofsovertuiging dwingend op te leggen. De kerk heeft op haar beurt de verantwoordelijkheid om Gods Woord te verkondigen en de mensen hun verplichtingen jegens God, het gezin en de samenleving voor te houden. Macht of dwang mag de kerk hiertoe niet te hanteren. Kerk en staat hebben zich in de opvatting van de ChristenUnie beiden te onderwerpen aan de normen van Gods geopenbaarde Woord, en zijn hierover tevens verantwoording verschuldigd, elk op zijn eigen terrein.
Terug naar de verstoorde verhouding tussen kerk en staat. Het staat vast dat de invloed van de kerk in de afgelopen decennia sterk is afgenomen. Velen beschouwen dit als bevrijdend, ons benauwt het eerder. Zoals eerder gesteld niet vanwege het verlies van een kerkelijke machtspositie, maar wel vanwege het afnemen van de heilzame invloed van het gelóóf van de kerk. De samenleving verliest daarmee immers niet alleen een zeer belangrijke bron van normen en waarden, maar ook van zingeving. Een maatschappij zonder kerk dreigt haar bezieling en het besef van de diepere zin en betekenis van leven te verliezen.
Overigens beperkt de rol van de kerk zich niet tot het hoeden van het geloof, ze heeft daarnaast een sterke traditie van diaconaat en dienst aan de samenleving. Nog steeds steekt de kerk armen en zwakkeren de helpende hand toe waar de overheid daar niet in slaagt en dit wellicht ook niet behoort te doen. Daarom vroeg de toenmalige minister van Sociale Zaken, de heer Melkert, zes jaar geleden steun van de kerken bij de aanpak van het armoedevraagstuk.
De gemeenschap van de kerk draagt bij aan de samenhang van de publieke samenleving en kan mee voorkomen dat ontsporingen optreden. Het is niet moeilijk om hedendaagse voorbeelden van het laatste aan te wijzen: vereenzaming, gebroken gezinslevens, vroeg ontspoorde jongeren, uitingen van zinloos geweld, maar ook verwaarlozing van plichtsbesef bij de overheid laten nadrukkelijk hun sporen na in onze maatschappij. Dit alles geeft overigens ook en misschien wel in de eerste plaats stof tot nadenken voor de kerken zelf. Staan zij ook metterdaad aktief in de samenleving? Communiceren zij hun boodschap op een geloofwaardige manier? Laat de kerken ook zelf de hand in eigen boezem durven steken.
De publieke betekenis van kerken voor onze samenleving moet niet worden onderschat. Het is daarom groot belang dat het kabinet en politici het signaal van de kerken serieus nemen.
Kars Veling is lijsttrekker van de ChristenUnie; Reinier Koppelaar is beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie
Bron: Volkskrant
De politiek heeft zich van de opmerkingen van de kardinaal wel degelijk iets aan te trekken, zij het wellicht om andere redenen dan de positie van de Rooms Katholieke Kerk als zodanig. De scheiding van kerk en staat betekent immers nooit de scheiding van geloof en politiek en evenmin het einde van de verhouding tussen kerk en staat. Niet alleen de positie van de kerk als instituut is in het geding, maar vooral het gewicht dat wordt gehecht aan het geloof waar de christelijke kerken voor staan. Nederland is anno 2001 onverminderd gebaat bij de boodschap van hoop en verzoening en het gebod van naastenliefde en barmhartigheid.
Om misverstanden te voorkomen: de partijen van de ChristenUnie, RPF en GPV, hebben beiden een traditie hoog te houden waar het gaat om het handhaven van de scheiding tussen kerk en staat. Kort samengevat is de visie van de ChristenUnie, dat de staat de geestelijke, burgerlijke en politieke vrijheid dient te beschermen. Daarom heeft zij tot taak om de vrijheid en zelfstandigheid van de kerken te erkennen en haar de uitoefening van de godsdienst niet te belemmeren. Omgekeerd mag de macht van de staat niet worden gebruikt om één geloofsovertuiging dwingend op te leggen. De kerk heeft op haar beurt de verantwoordelijkheid om Gods Woord te verkondigen en de mensen hun verplichtingen jegens God, het gezin en de samenleving voor te houden. Macht of dwang mag de kerk hiertoe niet te hanteren. Kerk en staat hebben zich in de opvatting van de ChristenUnie beiden te onderwerpen aan de normen van Gods geopenbaarde Woord, en zijn hierover tevens verantwoording verschuldigd, elk op zijn eigen terrein.
Terug naar de verstoorde verhouding tussen kerk en staat. Het staat vast dat de invloed van de kerk in de afgelopen decennia sterk is afgenomen. Velen beschouwen dit als bevrijdend, ons benauwt het eerder. Zoals eerder gesteld niet vanwege het verlies van een kerkelijke machtspositie, maar wel vanwege het afnemen van de heilzame invloed van het gelóóf van de kerk. De samenleving verliest daarmee immers niet alleen een zeer belangrijke bron van normen en waarden, maar ook van zingeving. Een maatschappij zonder kerk dreigt haar bezieling en het besef van de diepere zin en betekenis van leven te verliezen.
Overigens beperkt de rol van de kerk zich niet tot het hoeden van het geloof, ze heeft daarnaast een sterke traditie van diaconaat en dienst aan de samenleving. Nog steeds steekt de kerk armen en zwakkeren de helpende hand toe waar de overheid daar niet in slaagt en dit wellicht ook niet behoort te doen. Daarom vroeg de toenmalige minister van Sociale Zaken, de heer Melkert, zes jaar geleden steun van de kerken bij de aanpak van het armoedevraagstuk.
De gemeenschap van de kerk draagt bij aan de samenhang van de publieke samenleving en kan mee voorkomen dat ontsporingen optreden. Het is niet moeilijk om hedendaagse voorbeelden van het laatste aan te wijzen: vereenzaming, gebroken gezinslevens, vroeg ontspoorde jongeren, uitingen van zinloos geweld, maar ook verwaarlozing van plichtsbesef bij de overheid laten nadrukkelijk hun sporen na in onze maatschappij. Dit alles geeft overigens ook en misschien wel in de eerste plaats stof tot nadenken voor de kerken zelf. Staan zij ook metterdaad aktief in de samenleving? Communiceren zij hun boodschap op een geloofwaardige manier? Laat de kerken ook zelf de hand in eigen boezem durven steken.
De publieke betekenis van kerken voor onze samenleving moet niet worden onderschat. Het is daarom groot belang dat het kabinet en politici het signaal van de kerken serieus nemen.
Kars Veling is lijsttrekker van de ChristenUnie; Reinier Koppelaar is beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie
Bron: Volkskrant
Nieuwsarchief > 2001 > maart
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Politiek moet signaal van de kerken serieus nemen'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.