Interview met PU-bestuur Zuid-Holland
Wat doet een Provinciaal Unie bestuur nu eigenlijk? Waarom is een bestuur op provinciaal niveau van belang? Graag stellen we u voor aan Nico, Chiel, Rens en Pieter. Zij vormen het Provinciaal Unie bestuur van Zuid-Holland.
Kunnen jullie iets over jezelf vertellen?
Chiel: “Ik zit al bijna vier jaar in het bestuur als secretaris. Dat vind ik zelf ook eigenlijk een beetje gek lang. Ik ben 27, en ik ben direct aan het einde van mijn studententijd bestuurslid geworden. Dus ik zit nu al bijna aan het einde van de eerste termijn. Inmiddels werk ik. Ik heb natuurkunde gestudeerd en ik heb een ingenieursbaan. Het bestuurswerk doe ik nog steeds met plezier.”
Pieter: “Was het 2022 toen we elkaar tegenkwamen op het zebrapad, Nico? Toen strikte Nico mij voor het bestuur. Sindsdien zit ik in het bestuur, vooral gericht op campagne en communicatie. Ik heb 15 jaar voor de klas gestaan in het voortgezet onderwijs. Ik werk nu als beleidsadviseur van een scholengroep. Dat is meer de adviserende rol om alles goed te regelen binnen de scholen.”
Nico: “Ik zit nu in mijn tweede periode. Op een gegeven moment heb ik gewoon belangstelling getoond. Er stond een oproep in het provinciale krantje van ‘wie wil ons bestuur komen versterken’. Ik heb gewoon een poosje meegedraaid, toen kwam de vacature voor de voorzitter. Dat doe ik overigens met plezier. Ik ben nu vier jaar met pensioen. Altijd gewerkt in de wereld van de uitgeverij. Boekenuitgeverij, tijdschriften enzovoort. Daar ben ik directeur geweest.”
Rens: “Ik ben de penningmeester. Eigenlijk op ad-interim basis. Ik heb eigenlijk de maximale termijn van penningmeesterschap jaren geleden al bereikt. Op een gegeven moment was er een nieuwe penningmeester. Maar na een goed jaar, was die ook weer weg. En toen stond de voorzitter bij mij op de stoep van ‘wil jij dat werk nog wel overnemen, want we hebben geen penningmeester’. En zo zit ik inmiddels alweer een jaar of drie stiekem bij de club. In mijn werkzame leven heb ik bij het ministerie van Sociale Zaken gezeten. Maar ik ben al 7,5 jaar met pensioen.”
Jullie zijn dus het PU-bestuur van Zuid-Holland. Stel, je zou moeten uitleggen aan iemand die niet weet wat dat inhoudt. Hoe zou je vertellen wat jullie doen?
Nico: "Er zijn natuurlijk verschillende politieke niveaus: lokaal, provinciale staten en de landelijke politiek. Wij vormen de tussenlaag, wat betekent dat we ons niet alleen richten op de Provinciale Staten, maar ook op de Waterschappen in dit gebied. Onze belangrijkste taak is ervoor te zorgen dat er voldoende kandidaten zijn voor deze posities. Daarnaast hebben we een adviserende rol richting de lokale afdelingen. Bijvoorbeeld, als er lokale conflicten zijn of als een afdeling financieel krap zit, dan zoeken wij contact met hen, of zij nemen contact met ons op."
Wat is het belang van een PU-bestuur?
Chiel: “Soms heb je dat er niet voldoende mensen zijn om echt een hele afdeling te kunnen houden. Dan kan een aangrenzende lokale afdeling daar wel iets in betekenen, ondersteund door de provincie. De Provinciale Unie is eigenlijk een optelsom van alle lokale afdelingen. Het is natuurlijk wel eens knijpen. Het is best wel veel werk om aan verkiezingen deel te nemen, om een campagne te voeren, om zo'n kandidatenlijst te maken, om mensen te vinden die raadslid willen worden.
Veel mensen willen wel op een lijst, maar niet op de positie voor een raadslidmaatschap. Dus er zijn wel eens gevallen geweest waar er geen lijsttrekker was. Daarom is daar geen ChristenUnie-zetel meer. Dat is zonde. Terwijl de stemmers er wel waren. Dus ja, die bestuurlijke kant van een partij is haast net zo belangrijk als de politieke.”
Hoe houden jullie contact met de verschillende politieke lagen?
Pieter: “We proberen de netwerkstructuur die landelijk wordt gebruikt, ook in de provincie toe te passen. Voorheen organiseerden we een huishoudelijke vergadering in Waddinxveen, een centrale locatie in de provincie. Nu heeft de bijeenkomst nog steeds een huishoudelijk deel, maar ligt de nadruk veel meer op ontmoeting, zoals bij een politiek café. We wisselen daarbij van locatie: we zijn al in Gouda en Sliedrecht geweest, en dit najaar gaan we naar Teylingen, in de Bollenstreek, omgeving Lisse. Zo komen we steeds in contact met andere groepen mensen. Sommige mensen komen altijd naar de bijeenkomsten van de Provinciale Unie, maar voor anderen is de drempel lager als de locatie dichter bij huis is. Op deze manier proberen we mensen dichter bij elkaar te brengen.”
Wat maakt het bestuurlijke werk leuk voor jullie? Hebben jullie mooie herinneringen of staan specifieke momenten jullie bij?
Nico: “Ik ben dus eigenlijk vrij laat praktisch in dat bestuurlijke werk van de politiek terecht gekomen. Soms denk ik wel eens van: “waar ben ik aan begonnen?” Omdat politici soms een soort geldingsdrang hebben. Dus wie op nummer drie staat wil uiteindelijk toch echt redenen vinden om op nummer één te komen staan. Maar het spel meespelen, die lijsten opstellen, dat is toch wel goed. Dat je helpt een combinatie van mensen op verkiesbare plaatsen te krijgen die echt iets kunnen toevoegen. Dat vind ik wel een verantwoordelijkheid. Dus je levert een bijdrage aan dingen die toch te maken hebben met het koninkrijk van God.”
Chiel: “Voor mij is het ook weerstand bieden in een soort cultuur, waarin alle vakbonden, alle politieke partijen dalende ledenaantallen hebben, om gewoon wel dat werk te doen en je in te zetten. Want anders laat je het alleen over aan, met eerbied gesproken, mensen die naar de ALV komen en de gemiddelde leeftijd van 60 jaar hebben en grotendeels man zijn. Als je niks doet dan laat je de partij dus over aan hen, en dan zijn dat de mensen die de selectiecommissies vullen, die de programmacommissies vullen en dan krijg je misschien dat de kieslijst en het verkiezingsprogramma ook eerder een afspiegeling zijn van die actieve leden dan van de daadwerkelijke achterban en gewoon het algemene ledenbestand. Dus ik haal er wel voldoening uit om dat dan een beetje te doorbreken.”
Rens: “Ik moet zeggen, ik heb het altijd met heel veel plezier gedaan. Ik heb daar ook wel veel voldoening uit gehaald, ook als penningmeester zijnde. Want we ondersteunen ook wel eens afdelingen met een bijdrage. Maar als dan het geven van bijdragen leidt tot het behalen van een stem ergens, of in de gemeente of in een waterschap, dan is dat geweldig. Ik heb bijvoorbeeld ook geholpen om de ChristenUnie in het Hoogheemraadschap van Delfland te krijgen. Dat was echt heel spannend of we voldoende ondersteuningsverklaringen bij elkaar wisten te rapen. Dat was eigenlijk een week voordat ik ze in moest leveren nog onduidelijk of ik het aantal haalde. En de laatste dagen stroomden de verklaringen binnen. Heerlijk!”
Pieter: “Dat je met elkaar zo'n beweging vormt is prachtig. Op een ledencongres kom je toch wel weer mensen tegen die je ooit ergens, een paar jaar geleden ook al een keer ergens tegenkwam en ook actief waren. En die verbreding naar mensen die zich heel erg verwant voelen aan ons gedachtegoed. Dat is gewoon mooi, gewoon een beweging van christenen zijn in Nederland. Ik hoop dat we dat met elkaar kunnen blijven vormgeven.”
Dit interview verscheen eerder in het ChristenUnie Magazine