Bericht namens het Landelijk Bestuur
Het Landelijk Bestuur van de ChristenUnie heeft tot haar verdriet moeten besluiten tot de ontzetting uit het lidmaatschap van de partij van Fries Statenlid Margreet Jonker.
De Friese Statenfractie van de ChristenUnie heeft op 6 september 2023 het fractielidmaatschap van mevrouw Jonker vervallen verklaard naar aanleiding van de uitkomst van een klachtenprocedure. Dit fractiebesluit hield in dat mevrouw Jonker de ChristenUnie niet (meer) geloofwaardig kan vertegenwoordigen, en dat zij daarom geen deel meer kan zijn van de ChristenUnie-fractie in de Provinciale Staten in Fryslân. Mevrouw Jonker heeft tegen dit besluit beroep aangetekend bij de Geschillencommissie van de partij. De Geschillencommissie heeft het beroep van mevrouw Jonker tegen het fractiebesluit ongegrond verklaard, en haar beroep tegen het onderliggende advies van het Provinciaal Uniebestuur niet-ontvankelijk. Hiermee zijn voor wat betreft de inhoudelijke behandeling van de zaak de fractie en het Provinciaal Uniebestuur volledig in het gelijk gesteld.
Het feit dat het beroep van mevrouw Jonker tegen het tijdelijke (en op 4 september 2023 opgeheven) schorsingsbesluit van haar partijlidmaatschap door het Landelijk Bestuur gegrond is verklaard, doet aan de inhoud en uitkomst van de klachtbehandeling niets af. Het Landelijk Bestuur blijft van mening dat voor de duur van een klachtenprocedure in uitzonderlijke situaties een tijdelijke ordemaatregel moet kunnen worden ingezet, ter bescherming van de beklaagde en van een zorgvuldige klachtbehandeling. De Geschillencommissie heeft dat uitgangspunt niet betwist, maar heeft geoordeeld dat het ingezette middel (tijdelijke schorsing van het lidmaatschap) daartoe niet geëigend was. Het Landelijk Bestuur neemt zich die uitspraak ter harte, en zal daarom onderzoeken op welke manier hiertoe een adequaat en passend middel kan worden gecreëerd in de statuten en/of reglementen van de partij.
Alle partijen, inclusief mevrouw Jonker, hebben de Geschillencommissie verzocht uitspraak te doen vóór 20 februari, de dag van het verlopen van haar vervangingstermijn als Statenlid. De Geschillencommissie heeft hieraan gehoor gegeven door uitspraak te doen op 15 februari 2024. Dat de nadere motivering is verstrekt op 29 februari 2024 doet niet af aan het feit dat het besluit als zodanig op 15 februari 2024 bekend was en niet ter discussie staat. Ondanks deze uitspraak heeft mevrouw Jonker niet vóór 20 februari met het aflopen van de vervangingstermijn aangegeven de zetel weer ter beschikking te stellen aan de partij. Dat is in strijd met de bewilligingsverklaring. Door de zetel weer te aanvaarden, terwijl ze geen deel meer uitmaakt van de ChristenUnie-fractie benadeelt zij hiermee de partij en belemmert het functioneren van de ChristenUnie-fractie.
Ze gaat daarmee in tegen de reglementen en besluiten van de partij. Met haar handelen benadeelt ze de partij onredelijk. Daarom heeft het Landelijk Bestuur haar (op grond van artikel 9 van de statuten) ontzet uit het lidmaatschap van de partij.
Ankie van Tatenhove, voorzitter Landelijk Bestuur: ‘We betreuren het feit dat het zover heeft moeten komen. Er is voor alle betrokkenen sprake van verlies. Ook voor mevrouw Jonker, die veel voor onze partij heeft betekend.’